Slapen met een hooikoortspil: handig trucje of riskante gewoonte?

Je ligt klaarwakker in bed, alweer. De klok tikt richting 02:30 en je weet: morgen wordt weer zo’n dag met half dichtvallende ogen en te veel koffie. In de badkamerkast staat nog een doosje hooikoortstabletten met het label ‘wordt slaperig van’. En dan komt die gedachte: zou ik daar gewoon eentje van nemen als slaapmiddel? Als je dit herkent, je bent echt niet de enige. Antihistaminica – medicijnen tegen allergie – worden in Nederland en België best wel vaak ‘stiekem’ gebruikt om beter te slapen. Soms op advies van een arts, soms op eigen houtje. Het klinkt ook logisch: als een middel je suf maakt, dan helpt het toch om te slapen? Nou ja… zo simpel is het helaas niet. In dit artikel duiken we in de wereld van antihistaminica als slaapmiddel. Welke middelen worden gebruikt? Werkt het eigenlijk wel? Hoe veilig is het op de langere termijn? En wanneer is het ronduit onverstandig? We lopen er rustig doorheen, met praktijkvoorbeelden, duidelijke uitleg en een paar harde waarschuwingen waar dat nodig is.
Written by
Jamie
Published

Waarom een allergiepil ineens een ‘slaappil’ wordt

Het begint vaak heel onschuldig. Iemand heeft hooikoorts en krijgt van de huisarts een ouder antihistaminicum voorgeschreven, bijvoorbeeld promethazine. Binnen een uur na inname valt diegene bijna om van de slaap. En dan ontstaat er een soort associatie: hé, dit spul is handig voor als ik niet kan slapen.

Neem Sara, 32 jaar, kantoorwerk, twee jonge kinderen. In de lente gebruikt ze promethazine tegen haar allergie. Ze merkt dat ze er goed van slaapt en houdt na het pollenseizoen een strip achter de hand “voor noodgevallen”. Een drukke periode op het werk, een zieke peuter, slaaptekort stapelt zich op. Voor ze het weet, slikt ze drie avonden per week een antihistaminicum om überhaupt in slaap te kunnen vallen.

Wat hier gebeurt, zie je in de praktijk vaker: een medicijn dat bedoeld is voor allergie, schuift langzaam op naar slaapmiddel. Zonder dat iemand echt stilstaat bij de vraag: is dit wel een goed idee?


Hoe antihistaminica je slaperig maken

Antihistaminica blokkeren de werking van histamine. Histamine is een stofje dat onder andere betrokken is bij allergische reacties, maar óók bij het wakker blijven. In de hersenen helpt histamine je alert te houden. Als je dat systeem afremt, word je suf.

Er zijn grofweg twee generaties antihistaminica:

  • Eerste generatie (ouder): zoals promethazine, hydroxyzine, dexchloorfeniramine. Deze gaan makkelijk de hersenen in en maken je daardoor vaak flink slaperig.
  • Tweede generatie (nieuwer): zoals cetirizine, loratadine, desloratadine, fexofenadine. Deze zijn juist ontwikkeld om mínder suf te maken en worden daarom meestal niet als slaapmiddel gebruikt.

De middelen die als slaapmiddel worden ingezet, zijn bijna altijd van de eerste generatie. In sommige landen zitten dit soort stoffen (zoals difenhydramine of doxylamine) zelfs gewoon in vrij verkrijgbare “slaapmiddelen”. In Nederland en België is men daar wat terughoudender mee, maar via online winkels en buitenlandse webshops is het helaas zo besteld.

Het mechanisme lijkt simpel: histamine omlaag, slaperigheid omhoog. Maar het slaapproces is veel complexer dan dat. En daar begint het probleem.


Werkt het eigenlijk echt als slaapmiddel?

Kort antwoord: ja, je wordt er slaperig van. Maar als je iets verder kijkt dan alleen “ik val in slaap”, wordt het beeld minder rooskleurig.

Onderzoek en praktijkervaring laten zien dat:

  • De inslaaptijd vaak wat korter wordt in de eerste dagen.
  • De slaapkwaliteit achteruit kan gaan: meer gefragmenteerde slaap, minder diepe slaap.
  • Het effect snel afneemt door gewenning. Na een tijdje heb je hogere doseringen nodig voor hetzelfde effect.

Een slaaparts zal vaak zeggen: je bent niet per se beter aan het slapen, je bent vooral verdoofd. Dat is een groot verschil. Je kunt de volgende ochtend nog suf zijn, trager reageren en je minder scherp voelen. Dat is niet bepaald de bedoeling van een goed slaapmiddel.

Bij kinderen wordt soms tijdelijk een antihistaminicum ingezet bij ernstige jeuk of allergie, waardoor ze anders niet zouden slapen. Maar zelfs daar is men voorzichtig, omdat de balans tussen nut en risico dun is.


Waarom artsen hier dubbel over zijn

Aan de ene kant: antihistaminica zijn bekend, relatief goedkoop en in lage dosering vaak veilig op korte termijn. Aan de andere kant: ze zijn simpelweg niet ontworpen als structureel slaapmiddel.

Huisartsen zien in de praktijk mensen zoals Mark, 48 jaar, vrachtwagenchauffeur. Hij neemt ‘s avonds een oude hooikoortstablet “om beter te slapen”, maar merkt dat hij ‘s ochtends nog duf is. Toch stapt hij in zijn cabine en gaat rijden. Als je dan weet dat antihistaminica de reactietijd kunnen vertragen, gaan alle alarmbellen af.

Artsen zijn daarom vaak huiverig om dit soort middelen langdurig voor te schrijven puur als slaapmiddel. Off-label gebruik (een middel inzetten voor iets anders dan de officiële indicatie) komt wel voor, maar liever tijdelijk en met een duidelijk plan.


De keerzijde: bijwerkingen die je liever niet in bed hebt

De bekende “wordt slaperig van” sticker vertelt maar de halve waarheid. Antihistaminica van de eerste generatie hebben een hele rits bijwerkingen, vooral door hun anticholinerge werking (ze remmen ook een ander zenuwstelsel-systeem).

Veelvoorkomende klachten zijn onder andere:

  • Droge mond
  • Wazig zien
  • Verstopping (obstipatie)
  • Urineretentie (moeilijk kunnen plassen), vooral bij mannen met prostaatklachten
  • Duizeligheid en valneiging, zeker bij ouderen
  • Geheugen- en concentratieproblemen

Bij ouderen zie je in de praktijk dat een “onschuldig” tabletje voor de nacht de kans op vallen, verwardheid en ziekenhuisopnames kan vergroten. Dat is ook waarom richtlijnen voor ouderen (zoals de STOPP/START-criteria) dit soort middelen vaak afraden.

En dan hebben we het nog niet eens over het combineren met andere middelen die ook sederen, zoals alcohol, benzodiazepinen of bepaalde antidepressiva. Die combinatie kan de sufheid flink versterken.


Wennen, afhankelijkheid en het psychologische haakje

Nog een vervelend aspect: je lichaam went vrij snel aan de sederende werking. Na een aantal dagen tot weken merk je dat hetzelfde tabletje minder effect heeft. Sommige mensen verhogen dan de dosis, of nemen het middel eerder op de avond. Voor je het weet, ben je bezig met fine-tunen van een medicijn dat eigenlijk niet bedoeld was als slaaptherapie.

Daarnaast ontstaat er makkelijk een psychologische afhankelijkheid. Je gaat geloven: zonder dat pilletje kan ik niet slapen. Dat idee alleen al kan je wakker houden als je het een keer niet neemt. Het brein is daar genadeloos in.

In slaapklinieken zie je regelmatig mensen die ooit “even tijdelijk” met een antihistaminicum begonnen en er jaren later nog steeds mee in bed liggen. Niet omdat het nog zo goed werkt, maar omdat stoppen spannend voelt.


Wanneer is het ronduit onverstandig?

Er zijn situaties waarin antihistaminica als slaapmiddel gewoon geen goed plan zijn. Denk aan:

  • Ouderen: verhoogd risico op vallen, verwardheid en geheugenproblemen.
  • Mensen met hart- of hartritmestoornissen: sommige antihistaminica kunnen het hartritme beïnvloeden.
  • Mannen met prostaatvergroting: kans op urineretentie.
  • Mensen met glaucoom (gesloten-kamerhoek): anticholinerge middelen kunnen de oogdruk verhogen.
  • Bestuurders en mensen met risicoberoepen (chauffeurs, machinisten, mensen die met zware machines werken): verlaagde alertheid is dan gewoon gevaarlijk.

Ook bij zwangerschap en borstvoeding is het gebruik als slaapmiddel iets om heel terughoudend mee om te gaan. Dat hoort echt in overleg met een arts, niet op eigen initiatief.


Zijn er situaties waarin een arts het wél inzet?

Ja, die zijn er. In de praktijk zie je bijvoorbeeld:

  • Een kind met ernstige jeuk door eczeem, dat nachtenlang wakker ligt en zichzelf open krabt. Tijdelijk een sederend antihistaminicum kan dan een soort “reset” geven, zowel voor het kind als voor uitgeputte ouders.
  • Een volwassene met heftige allergische klachten die ‘s nachts niet kan slapen van de jeuk of loopneus. Een antihistaminicum dat én de allergie remt én slaperig maakt, is dan soms een logische keuze.

Maar ook dan geldt: het doel is in de eerste plaats het behandelen van de allergie of jeuk, niet het creëren van slaap. En er hoort altijd een plan bij: hoe lang gebruiken we dit, wanneer bouwen we af, wat is het alternatief?


Hoe verhoudt dit zich tot “echte” slaapmedicatie?

Als je antihistaminica vergelijkt met klassieke slaapmiddelen zoals benzodiazepinen (bijvoorbeeld temazepam) of zogeheten Z-middelen (zoals zopiclon), dan lijkt het in eerste instantie misschien een mildere keuze. Geen verslavend slaapmiddel, maar een “onschuldig” hooikoortsmedicijn. Dat klinkt veiliger.

De realiteit is wat minder mooi:

  • De slaapkwaliteit onder antihistaminica is vaak matig.
  • De bijwerkingen (vooral bij ouderen) zijn bepaald niet mild.
  • De wetenschappelijke onderbouwing voor langdurig gebruik als slaapmiddel is zwak.

Richtlijnen voor slapeloosheid (bijvoorbeeld zoals samengevat op Thuisarts.nl) leggen de nadruk op slaapgedrag, cognitieve gedragstherapie voor insomnia (CGT-i) en alleen kortdurend medicatie als het echt niet anders kan. Antihistaminica spelen daarin hooguit een bijrol.


Als je het nu al gebruikt: wat dan?

Stel, je slikt al een tijdje een antihistaminicum om te slapen. Moet je dan meteen stoppen? Niet per se halsoverkop, maar het is wél verstandig om er kritisch naar te kijken.

Een paar stappen die vaak helpen in de praktijk:

  • Check met je huisarts waarvoor het middel oorspronkelijk is voorgeschreven. Allergie? Jeuk? Of echt als slaapmiddel?
  • Bespreek of er medische redenen zijn om het niet meer te gebruiken (leeftijd, andere medicijnen, hart- of oogproblemen).
  • Maak samen een afbouwplan als je het al langere tijd gebruikt. Soms is om de dag nemen een eerste stap, daarna lagere dosering, en uiteindelijk stoppen.
  • Werk tegelijk aan je slaaphygiëne: vaste bedtijden, schermen op tijd uit, cafeïne beperken, niet te laat zwaar eten. Klinkt saai, maar het is de basis.

Op Thuisarts.nl en bijvoorbeeld Gezondheidsnet vind je praktische tips om je slaap te verbeteren zonder pillen.


Zijn er betere alternatieven dan een antihistaminicum?

Als je primair een slaapprobleem hebt, dan is een allergiemedicijn eigenlijk een omweg. Zinvoller is om te kijken naar:

  • Oorzaakgerichte aanpak: stress, ploegendienst, pijn, slaapapneu, rusteloze benen – allemaal dingen die je slaap kunnen slopen. Zolang je die niet aanpakt, blijf je aan symptoombestrijding doen.
  • Cognitieve gedragstherapie voor insomnia (CGT-i): dat is in onderzoeken een van de meest effectieve behandelingen bij chronische slapeloosheid. Steeds meer slaapcentra en psychologen bieden dit aan; sommige digitale programma’s worden vergoed.
  • Eventueel kortdurend een echt slaapmiddel, als de huisarts dat passend vindt. Maar dan met een duidelijke einddatum en in combinatie met gedragsaanpassingen.

Voor informatie over slaapstoornissen en behandelingen kun je ook kijken op sites als het Slaapinstituut en de Hersenstichting (voor de rol van de hersenen bij slaap).


Wanneer moet je meteen aan de bel trekken?

Niet wachten, maar snel overleggen met een arts als:

  • Je overdag erg suf, duizelig of verward bent.
  • Je bent gevallen of bijna gevallen sinds je het middel gebruikt.
  • Je moeite krijgt met plassen, vooral als man op leeftijd.
  • Je hartkloppingen, onregelmatige hartslag of pijn op de borst voelt.
  • Je andere slaap- of kalmeringsmiddelen óf alcohol combineert met antihistaminica.

En eigenlijk geldt: als je langer dan een paar weken een antihistaminicum gebruikt om te slapen, is dat al reden genoeg om het met je huisarts te bespreken.


Samenvattend: handig hulpmiddel of schijnoplossing?

Antihistaminica zijn prima middelen voor wat ze horen te doen: allergie en soms jeuk verminderen. Dat ze je slaperig maken, is een bijwerking die af en toe handig kan zijn, maar geen structurele oplossing voor slaapproblemen.

Ze kunnen je best wel helpen om een paar nachten te overbruggen als de allergie de boosdoener is. Maar als je ze gebruikt als standaard slaapmiddel, loop je al snel tegen bijwerkingen, gewenning en schijnbare oplossingen aan.

Als je merkt dat je ‘s avonds automatisch naar de hooikoortstabletten grijpt om te slapen, is dat eigenlijk een signaal. Niet zozeer dat je een sterker middel nodig hebt, maar dat het tijd is om de échte oorzaak van je slaapproblemen onder de loep te nemen.


Veelgestelde vragen over antihistaminica als slaapmiddel

1. Welk antihistaminicum is “het beste” om van te slapen?
Dat is precies de verkeerde vraag. De middelen die het meest slaperig maken (eerste generatie) geven óók de meeste bijwerkingen en zijn niet bedoeld voor langdurig gebruik als slaapmiddel. Het is verstandiger om samen met je huisarts naar andere oplossingen te kijken.

2. Is een antihistaminicum veiliger dan een “echte” slaappil?
Niet automatisch. Ja, ze geven minder klassieke verslaving dan benzodiazepinen, maar ze kunnen de slaapkwaliteit verslechteren en hebben forse bijwerkingen, zeker bij ouderen. Veiligheid hangt af van jouw gezondheid, leeftijd en andere medicatie.

3. Mag ik antihistaminica combineren met alcohol?
Liever niet. Zowel alcohol als antihistaminica maken suf en vertragen je reactietijd. Samen versterken ze elkaar. Dat kan gevaarlijk zijn in het verkeer en vergroot de kans op vallen en ongelukken.

4. Hoe lang mag ik een antihistaminicum gebruiken om te slapen?
Als het puur om slaap gaat en niet om allergie, wordt langdurig gebruik afgeraden. Een paar nachten in een uitzonderlijke situatie kan, maar structureel gebruik hoort onder begeleiding van een arts – en dan nog liever niet.

5. Zijn antihistaminica verslavend?
Fysieke verslaving zoals bij sommige slaap- en kalmeringsmiddelen zie je minder. Maar gewenning (het middel werkt minder goed) en psychologische afhankelijkheid (het gevoel niet zonder te kunnen) komen wél vaak voor. Dat maakt stoppen lastiger dan mensen denken.

Explore More Medicatie en Supplementen

Discover more examples and insights in this category.

View All Medicatie en Supplementen