Z-drugs: de ‘moderne’ slaappillen die minder onschuldig zijn dan ze klinken
Hoe Zolpidem en Zopiclon in je nachtkastje belanden
Z-drugs klinken bijna onschuldig. Het zijn geen “zware kalmeringsmiddelen”, maar “slaapmiddelen”. Klinkt vriendelijker, toch? In de spreekkamer gaat het vaak zo: iemand slaapt al weken slecht door stress, rouw, nachtdiensten of een medische aandoening. De huisarts wil helpen, de druk is hoog, en een kortdurend slaapmiddel voelt als een pragmatische oplossing.
Neem Karin, 42 jaar, twee kinderen, drukke baan. Ze sliep al maanden beroerd door een scheiding. Na lang twijfelen ging ze naar de huisarts. Ze kreeg Zolpidem, “maximaal twee weken gebruiken”. De eerste week was ze opgelucht: eindelijk slapen. In week drie nam ze ‘nog heel even door, want het was nog zo onrustig’. Een half jaar later durfde ze eigenlijk niet meer zonder.
Dat is niet zeldzaam. Z-drugs worden officieel geadviseerd voor kortdurend gebruik (enkele dagen tot maximaal twee weken), maar in de praktijk lopen mensen er soms maanden tot jaren op door.
Wat doen Z-drugs eigenlijk in je brein?
Zolpidem en Zopiclon werken, net als benzodiazepinen, op het GABA-systeem in de hersenen. GABA is een remmende neurotransmitter: het helpt je brein tot rust komen. Z-drugs versterken die remmende werking, waardoor je slaperig wordt en sneller inslaapt.
Het verschil met klassieke benzodiazepinen is dat Z-drugs selectiever aangrijpen op bepaalde GABA-receptoren die vooral te maken hebben met slaap. Daardoor zou je minder last moeten hebben van spierontspanning en angstremming, en minder “katerig” moeten zijn de volgende dag. Dat klinkt mooi, maar de praktijk is wat weerbarstiger:
- je valt vaak sneller in slaap
- de totale slaapduur kan iets toenemen
- de kwaliteit van de slaap verandert, met soms minder diepe slaap en REM-slaap
- je brein went vrij snel aan het middel
En dat laatste is precies waar de problemen beginnen.
Waarom ‘even tijdelijk’ zo makkelijk maanden wordt
Je lichaam is best wel goed in aanpassen. Als je een middel gebruikt dat je hersenen dempt, gaat je brein na een tijdje als tegenreactie juist wat “alerter” worden. Stop je dan ineens, dan voelt dat alsof iemand het volume in je hoofd ineens heeft opengezet.
Veel mensen merken na een paar weken Zolpidem of Zopiclon:
- dat ze zonder pilletje nóg slechter slapen dan vóór ze begonnen
- onrust, hartkloppingen of prikkelbaarheid als ze een dosis overslaan
- angst voor de nacht: “als ik nu niet slik, wordt het weer zo’n rampnacht”
Dat is geen zwakte; dat is neurobiologie. Je brein heeft zich aangepast. En precies daardoor voelt stoppen vaak veel zwaarder dan beginnen.
Zijn Z-drugs echt ‘minder verslavend’ dan benzodiazepinen?
Lang was het verhaal: Z-drugs zijn veiliger en minder verslavend dan klassieke slaap- en kalmeringsmiddelen. Nou ja, op papier. In de praktijk zie je iets anders.
Onderzoeken laten zien dat:
- tolerantie (steeds meer nodig hebben voor hetzelfde effect) ook bij Z-drugs optreedt
- het risico op afhankelijkheid vergelijkbaar is met kortwerkende benzodiazepinen
- ontwenningsklachten (rebound slapeloosheid, angst, onrust) duidelijk kunnen optreden bij stoppen
De NHG-Standaard Slaapproblemen en slaapmiddelen (huisartsenrichtlijn) zet Z-drugs inmiddels in dezelfde risicocategorie als benzodiazepinen. Ze worden gezien als “symptoombestrijders” die alleen heel kort en zeer terughoudend moeten worden ingezet.
Met andere woorden: het zijn geen suikertabletten met een slaap-sausje. Het zijn serieuze middelen met serieuze bijwerkingen.
De bijwerkingen waar je arts het soms te kort over heeft
Op de bijsluiter staat het netjes, maar eerlijk: wie leest die van voor tot achter? De meest voorkomende bijwerkingen van Zolpidem en Zopiclon zijn:
- sufheid en slaperigheid overdag
- duizeligheid, vooral bij opstaan (valrisico!)
- concentratieproblemen en geheugenstoornissen
- een “metaalachtige” of bittere smaak (vooral bij Zopiclon)
- hoofdpijn, soms maag-darmklachten
Maar er zijn ook dingen die mensen vaak pas achteraf koppelen aan hun slaapmiddel.
Nachtelijke gekkigheid: dingen doen terwijl je ‘slaapt’
Er zijn meldingen (en ja, ook in Nederland en België) van mensen die onder invloed van Zolpidem of Zopiclon:
- ’s nachts gaan eten zonder het te weten
- appjes of mails versturen waar ze zich niets van herinneren
- autorijden in een soort slaapdronken toestand
Dat heet parasomnie. Het is zeldzaam, maar beslist niet denkbeeldig. Zeker in combinatie met alcohol of andere dempende middelen wordt het risico groter.
Ouderen: meer risico, minder winst
Bij 70-plussers is het risico op bijwerkingen nog een stuk hoger:
- meer vallen en heupfracturen door duizeligheid en spierzwakte
- verwardheid, delier, geheugenproblemen
- interacties met andere medicijnen
Daarom adviseren richtlijnen om bij ouderen Z-drugs zo veel mogelijk te vermijden, of in ieder geval in een zo laag mogelijke dosis en zo kort mogelijk.
Werken ze eigenlijk wel écht goed, of voelt het alleen zo?
Interessante vraag: slaap je objectief beter, of voelt het vooral alsof je beter slaapt? Onderzoek met slaapregistraties (polysomnografie) laat zien dat:
- de inslaaptijd meestal korter wordt
- de totale slaapduur iets kan toenemen
- de slaaparchitectuur verandert: minder diepe slaap, minder REM-slaap
Veel mensen rapporteren subjectief een “betere nacht”, maar als je in detail kijkt naar de slaapkwaliteit, is het beeld gemengd. Bovendien went je brein snel aan het middel, waardoor het effect na een paar weken vaak afneemt.
En dan is er nog iets: geheugen. Z-drugs kunnen het vormen van nieuwe herinneringen rond het inslapen verstoren. Daardoor kun je de nacht achteraf als “rustig” ervaren, terwijl je objectief best veel wakker bent geweest.
Wanneer kan een Z-drug toch een optie zijn?
Oké, dus waarom worden ze dan überhaupt nog voorgeschreven? Omdat er situaties zijn waarin kortdurend gebruik wél verdedigbaar is. Denk aan:
- een korte, acute crisis: heftige rouw, ingrijpende gebeurtenis, tijdelijke extreme stress
- eenmalig of enkele nachten rondom een medische ingreep of opname
- bij ernstige slapeloosheid waarbij andere maatregelen (slaaphygiëne, gedragstherapie) onvoldoende effect hebben gehad, en iemand volledig vastloopt
Maar zelfs dan: altijd met een duidelijk plan.
Artsen die hier scherp op zijn, doen het ongeveer zo (in grote lijnen):
- vooraf afspreken: maximaal 5 tot 10 nachten, niet élke nacht
- kleinste werkzame dosis, zo laat mogelijk innemen, direct naar bed
- geen alcohol, geen andere dempende middelen erbij
- meteen ook werken aan onderliggende oorzaken en slaapgedrag
Als je arts je een herhaalrecept geeft “omdat het anders zo zielig is als je weer slecht slaapt”, is dat goed bedoeld, maar medisch gezien meestal geen sterk plan.
Waarom gedragstherapie vaak krachtiger is dan een pil
Het klinkt saai, maar de behandeling met de beste onderbouwing bij chronische slapeloosheid is geen medicijn, maar cognitieve gedragstherapie voor insomnia (CGT-I). Dat is geen zweverige praattherapie, maar een vrij praktische aanpak waarin je:
- je slaap-waakritme strakker trekt
- leert je bed weer te koppelen aan slapen in plaats van piekeren
- anders leert omgaan met angst voor slechte nachten
- kijkt naar gedachten als: “als ik vannacht niet slaap, stort alles in”
Het kost wat tijd en inzet, maar de effecten houden veel langer aan dan bij slaapmiddelen. In Nederland en België zijn er steeds meer slaapcentra, psychologen en online programma’s die CGT-I aanbieden.
Voor veel mensen werkt een combinatie goed: heel kortdurend een slaapmiddel, maar meteen starten met CGT-I, en daarna het middel weer afbouwen. Niet eerst maanden slikken en dan pas nadenken over alternatieven.
Stoppen met Zolpidem of Zopiclon: hoe doe je dat zonder nachtmerrie?
Als je al langer gebruikt dan twee weken, is “vanaf morgen cold turkey stoppen” zelden een goed idee. Niet omdat het gevaarlijk is zoals bij sommige andere middelen, maar omdat de kans op een dikke terugslag groot is.
Mensen die afbouwen, merken vaak:
- een paar nachten tot weken slechter slapen dan ze gewend waren
- meer dromen en onrustige slaap
- prikkelbaarheid, soms wat angst of trillerigheid
Dat is vervelend, maar meestal tijdelijk. Een paar praktische lijnen (altijd in overleg met je arts):
- doseer langzaam af: eerst een lagere dosis, dan om de dag, dan stoppen
- kies een stopmoment in een relatief rustige periode (geen verhuizing, geen nachtdiensten)
- combineer afbouw met slaapeducatie en CGT-I, zodat je niet “leeg” stopt
- accepteer dat een paar slechte nachten erbij horen; dat is geen teken dat je het middel “nodig hebt”, maar dat je brein zich herstelt
Sommige huisartsen schakelen een praktijkondersteuner GGZ of een slaapcoach in om dit proces te begeleiden. Dat kan echt helpen om niet na drie slechte nachten weer terug te grijpen naar de oude dosis.
Z-drugs combineren met alcohol of andere middelen: geen goed idee
Het gebeurt vaker dan je denkt: “Ik neem mijn Zolpidem en drink er nog een wijntje bij, dan slaap ik zeker.” Klinkt logisch, is medisch gezien een recept voor ellende.
De combinatie met alcohol of andere dempende middelen (zoals opioïden, sommige antidepressiva, antipsychotica) kan leiden tot:
- flinke ademhalingsdepressie (vooral bij mensen met slaapapneu)
- extreme sufheid en verwardheid
- meer kans op nachtelijke “gekke” acties waar je niets van weet
Als je al een slaapmiddel gebruikt, is het eerlijk gezegd verstandiger om alcohol (zeker laat op de avond) gewoon te laten staan.
Wanneer je echt aan de bel moet trekken
Gebruik je Zolpidem of Zopiclon en herken je jezelf in het volgende, dan is het tijd om met je arts te praten:
- je gebruikt het al langer dan twee tot drie weken
- je hebt de dosis ooit verhoogd omdat het minder goed werkte
- je slaapt zonder pilletje vrijwel niet meer
- je doet of zegt dingen ’s nachts waar je je niets van herinnert
- je bent gevallen, duizelig of vaak suf overdag
Dat is geen reden tot schaamte, maar wel een signaal dat je hulp nodig hebt om hier verantwoord mee om te gaan.
Veelgestelde vragen over Z-drugs
Zijn Zolpidem en Zopiclon veiliger dan “oude” slaapmiddelen?
Ze zijn anders, niet per se veiliger. De kans op verslaving en afhankelijkheid is vergelijkbaar met kortwerkende benzodiazepinen. Ook het risico op vallen, sufheid en verkeersongelukken is duidelijk verhoogd, zeker bij langdurig gebruik en bij ouderen.
Hoe lang mag ik Zolpidem of Zopiclon gebruiken?
Richtlijnen adviseren: enkele dagen tot maximaal twee weken, en bij voorkeur niet elke nacht. Alles daarboven valt onder “langdurig gebruik” en zou eigenlijk altijd heroverwogen en afgebouwd moeten worden, tenzij er heel specifieke redenen zijn en het zorgvuldig wordt gemonitord.
Kan ik elke avond een halve tablet nemen, is dat dan veilig?
Een halve tablet is minder belastend dan een hele, maar als je het structureel elke avond gebruikt, blijft het risico op afhankelijkheid bestaan. Je brein went ook aan halve doses. Bovendien blijft het effect op je reactievermogen en valrisico aanwezig, zeker bij ouderen.
Mag ik autorijden als ik Zolpidem of Zopiclon gebruik?
In principe niet binnen 8 uur na inname, en bij sommige mensen langer. Voel je je suf, duizelig of “watten in je hoofd”, dan hoor je niet achter het stuur te zitten. In Nederland vallen deze middelen onder de Regeling geneesmiddelen en verkeer; langdurig gebruik kan betekenen dat je officieel niet mag rijden. Bespreek dit met je arts.
Wat zijn goede alternatieven als ik slecht slaap?
De eerste stap is altijd: kijken naar slaaphygiëne, leefstijl en onderliggende oorzaken. Denk aan vaste slaap- en wektijden, minder schermgebruik in de avond, geen cafeïne laat op de dag, voldoende beweging. Bij aanhoudende klachten is CGT-I de behandeling van eerste keuze. Pas als dat niet haalbaar of onvoldoende effectief is, komt een kortdurend slaapmiddel in beeld.
Handige Nederlandse en Belgische bronnen
Meer lezen, maar dan zonder reclame en hypes? Kijk eens hier:
- Thuisarts (NHG) over slaapmiddelen en afbouwen: https://www.thuisarts.nl/slaapproblemen
- Hersenstichting over slapen en het brein: https://www.hersenstichting.nl/alles-over-hersenen/slaap
- Gezondheidsnet over slaapproblemen en behandelingen: https://www.gezondheidsnet.nl/slaapproblemen
Deze sites geven nuchtere, op richtlijnen gebaseerde informatie, afgestemd op de Nederlandse situatie.
Tot slot
Z-drugs zoals Zolpidem en Zopiclon kunnen in heel specifieke situaties een nuttig hulpmiddel zijn. Maar ze zijn precies dat: een hulpmiddel, geen oplossing. Als je merkt dat het pilletje langzaam van “noodgreep” naar “dagelijks ritueel” is opgeschoven, is dat geen persoonlijk falen, maar een voorspelbaar effect van hoe deze middelen werken.
De kunst is om ze te gebruiken zoals ze bedoeld zijn: kort, doordacht, en altijd in combinatie met een plan voor de lange termijn. En dat plan ligt zelden in een nieuw recept, maar meestal in een andere manier van omgaan met slaap, stress en verwachtingen van de nacht.
Related Topics
Natuurlijke Slaapmiddelen: Jouw Gids voor Betere Nachtrust
Risico's van Slaapmedicatie: Inzicht en Voorzorgsmaatregelen
Valeriaan en Slaap: Een Gids voor Medicatie en Supplementen
Als je zonder pil niet meer durft te slapen
L-Tryptofaan: Wat je moet weten over deze belangrijke aminozuur
Slapen met een hooikoortspil: handig trucje of riskante gewoonte?
Explore More Medicatie en Supplementen
Discover more examples and insights in this category.
View All Medicatie en Supplementen