Automatische CPAP (APAP): als je ademhaling ’s nachts zelf wordt geregeld
Waarom die automatische stand zoveel uitmaakt
Veel mensen beginnen hun traject met een vaste CPAP-druk. De longarts of slaaparts bepaalt bijvoorbeeld 10 cmH₂O, het apparaat wordt ingesteld, en klaar. Op papier werkt dat prima. In het echte leven is het een ander verhaal.
Je slaapt niet elke nacht hetzelfde. Op je rug snurk je meer dan op je zij, na een glas wijn zakt alles net wat meer in, bij een verkoudheid is je neus half dicht. En dan is er nog REM-slaap, waarin je spieren verslappen en apneus vaak erger zijn. Met één vaste druk moet je eigenlijk een soort “gemiddelde nacht” zien te behandelen. Dat betekent vaak: of te hoog (oncomfortabel), of te laag (nog steeds apneus).
Een automatische CPAP (APAP) reageert daarop. Het apparaat meet continu je ademhalingspatroon en verhoogt of verlaagt de druk binnen een vooraf ingesteld bereik. Dus niet meer: altijd 10. Maar bijvoorbeeld: tussen 6 en 12, afhankelijk van wat jouw lichaam op dat moment laat zien.
Neem Karin, 52 jaar, kantoorwerk, klassiek verhaal: luid snurken en overdag bijna in slaap vallen achter het stuur. Met vaste CPAP op 11 cmH₂O hield ze het geen week vol: “Ik werd wakker met het gevoel dat ik tegen een storm in lag te ademen.” Met APAP kreeg ze een bereik van 6–12. Gemiddeld zat ze ’s nachts rond 8–9, met pieken in REM-slaap. Resultaat: minder drukgevoel, betere slaap, en – belangrijker – ze gebruikte het apparaat ineens wél elke nacht.
Hoe ‘ziet’ een APAP dat je ademhaling vastloopt?
Een APAP is geen magische doos, maar de techniek is eigenlijk best wel slim. Het apparaat kijkt onder andere naar:
- Luchtstroom: wordt je ademhaling afgekneld (hypopneu) of stopt die even helemaal (apneu)?
- Vorm van de ademhalingscurve: bij nauwer wordende bovenste luchtwegen verandert de vorm van de flowcurve.
- Snurken: trillingen in de luchtstroom verraden vaak een bijna-afsluiting.
Ziet het apparaat signalen dat je luchtweg dreigt dicht te vallen, dan verhoogt het stapje voor stapje de druk. Wordt je ademhaling weer stabiel en rustig, dan gaat de druk langzaam omlaag naar een comfortabeler niveau. Dat gebeurt meestal zo geleidelijk dat je er nauwelijks wakker van wordt.
Belangrijk detail: de meeste APAP-apparaten hebben minimale en maximale drukgrenzen. Die worden door de arts of longverpleegkundige ingesteld op basis van je slaaponderzoek. Dus nee, het apparaat gaat niet eindeloos de druk opvoeren omdat je een keer diep zucht.
APAP versus CPAP: waar zit nou echt het verschil?
Eerlijk is eerlijk: zowel CPAP als APAP hebben hetzelfde doel – je bovenste luchtweg openhouden tijdens de slaap. Maar de weg ernaartoe verschilt.
Vaste CPAP
- Eén drukniveau, de hele nacht hetzelfde.
- Vaak gekozen bij duidelijke, stabiele slaapapneu.
- Minder bewegende delen in de software, dus voorspelbaar.
Automatische CPAP (APAP)
- Druk varieert binnen een ingesteld bereik.
- Past zich aan nachten met meer of minder apneus aan.
- Kan comfortabeler zijn voor mensen die moeite hebben met een hoge vaste druk.
In de praktijk zie je vaak dat mensen starten met een APAP in zogenaamde auto-titratie-modus: het apparaat draait een tijdje automatisch en verzamelt data. Op basis daarvan kan de arts beslissen: houden we het automatisch, of zetten we hem uiteindelijk op een vaste druk die goed lijkt te werken?
In Nederland en België wordt APAP steeds vaker als standaardoptie ingezet, zeker bij patiënten met wisselende klachten of als comfort een groot probleem is. Maar er zijn ook situaties waarin een vaste CPAP nog steeds de voorkeur heeft, bijvoorbeeld bij sommige vormen van centrale apneu of ernstige hartfalen. Dat is nou typisch zo’n beslissing die je niet in je eentje achter Google moet nemen.
Voor wie is een automatische CPAP wél een goed idee?
Je ziet APAP vooral terug bij mensen die:
- Obstructieve slaapapneu hebben (OSA), dus een mechanische afsluiting van de keel.
- Sterk wisselende klachten hebben, bijvoorbeeld veel verschil tussen rug- en zijligging.
- Hoge druk nodig hebben, maar die als erg onprettig ervaren als vaste stand.
- Last hebben van gewichtsschommelingen, waardoor de benodigde druk verandert.
Neem Ahmed, 44, vrachtwagenchauffeur. In de winter komt hij standaard een paar kilo aan, in de zomer weer iets eraf. Met vaste CPAP had hij in de winter nog apneus en in de zomer juist te veel druk. Met APAP beweegt de gemiddelde druk rustig mee met zijn gewicht en slaappatroon. Niet perfect, maar wel werkbaar.
Bij centrale slaapapneu, waarbij de hersenen soms gewoon even geen ademhalingssignaal sturen, ligt het anders. Daar is APAP meestal niet de eerste keuze. Dan kom je eerder uit bij speciale apparaten (ASV, BiPAP) en een veel strakkere medische begeleiding.
Comfort: masker, geluid en dat ‘opgeblazen’ gevoel
Laten we eerlijk zijn: niemand roept enthousiast “Yes, ik mag aan de beademing vannacht!”. De vraag is dus: hoe maak je het zo draaglijk mogelijk?
Maskerkeuze maakt of breekt het
Je hebt grofweg drie soorten maskers:
- Neusmasker: bedekt alleen de neus.
- Neuskussentjes: kleine dopjes in de neusgaten, heel minimalistisch.
- Full-face masker: bedekt neus én mond.
Bij APAP verandert de druk gedurende de nacht. Dat betekent dat:
- Een goed passende maskersluiting nog belangrijker is, omdat lekkage kan toenemen bij hogere druk.
- Sommige mensen een full-face masker prettiger vinden als ze bij hogere druk onbewust door de mond gaan ademen.
Sanne, 36, probeerde eerst neuskussentjes. Bij lage druk heerlijk licht, maar zodra de APAP naar 11 cmH₂O ging, voelde ze zich “alsof ik in een föhn hing”. Met een neusmasker was dat gevoel veel minder, en bleef de druk beter stabiel.
Geluid en ‘drukschommelingen’
Moderne APAP-apparaten zijn verrassend stil. Het meeste geluid komt vaak niet uit de machine, maar uit het masker als er ergens een lek zit. Toch ervaren sommige mensen de drukveranderingen als onrustig, vooral in de eerste weken.
Daarom hebben veel apparaten:
- Ramp-functie: de druk begint laag en loopt in een ingestelde tijd langzaam op.
- Comfortinstellingen (bijvoorbeeld EPR, C-Flex): iets lagere druk tijdens uitademen.
Het is een kwestie van finetunen met je slaapverpleegkundige. En ja, dat kost soms een paar nachten. Maar als je eenmaal een instelling hebt die bij je past, merk je die automatische aanpassingen vaak nog maar vaag op de achtergrond.
Data, apps en ‘big brother in je slaapkamer’
Een moderne APAP is eigenlijk een klein slaaplaboratorium naast je bed. Hij registreert onder meer:
- Aantal apneus en hypopneus per uur (AHI).
- Gemiddelde en maximale druk.
- Lekkage van het masker.
- Hoeveel uur je het apparaat gebruikt.
Veel apparaten sturen deze data via een ingebouwde modem automatisch naar de leverancier of het ziekenhuis. Sommige hebben ook een app waarmee je zelf je scores kunt bekijken.
Dat klinkt handig – en dat is het ook – maar het voelt voor sommige mensen ook een beetje alsof er iemand meekijkt. In Nederland en België wordt die data vooral gebruikt om te beoordelen of de behandeling werkt en of je het apparaat voldoende gebruikt (bijvoorbeeld voor vergoeding door de zorgverzekeraar).
Mijn tip: gebruik de data als hulpmiddel, niet als beoordelaar van je hele nacht. Een AHI van 1 of 2 is mooi, maar als jij je nog steeds brak voelt, dan is er meer aan de hand dan alleen dat cijfertje.
Mogelijke bijwerkingen en hoe je ze binnen de perken houdt
APAP lost veel problemen op, maar niet alles. Een paar veelgehoorde klachten:
- Droge mond of neus: door de luchtstroom, zeker bij hogere druk. Oplossing: verwarmde bevochtiger, soms verwarmde slang.
- Winderigheid en een opgeblazen buik (aerofagie): je slikt lucht in. Soms helpt een lagere maximale druk of iets aanpassen van het drukbereik.
- Drukplekken van het masker: vaak een kwestie van pasvorm, type masker of hoofdband aanpassen.
- Onrustig slapen door drukwisselingen: soms helpt het om de minimale druk iets hoger te zetten, zodat de verschillen kleiner worden. Klinkt tegenstrijdig, maar werkt opvallend vaak.
Belangrijk: ga hier niet zelf eindeloos aan sleutelen via het ‘geheime menu’ dat je op internet vindt. In Nederland en België is het de bedoeling dat drukinstellingen via de arts of leverancier verlopen. Niet alleen omdat het zo in de richtlijnen staat, maar ook omdat de verkeerde instellingen je apneu gewoon weer terug kunnen laten komen.
Hoe zit het met vergoeding in Nederland en België?
De precieze regels veranderen af en toe, maar grofweg geldt:
- In Nederland wordt behandeling met CPAP/APAP bij bewezen obstructieve slaapapneu meestal vergoed vanuit de basisverzekering, mits voorgeschreven door een specialist en geleverd via een gecontracteerde leverancier. Details vind je vaak op de sites van je zorgverzekeraar en op informatiepagina’s zoals Thuisarts.nl.
- In België is vergoeding gekoppeld aan criteria zoals de ernst van de apneu (AHI-waarde) en het gebruik per nacht. De longarts of neus-keel-oorarts regelt de aanvraag. De opvolging loopt vaak via een erkend slaapcentrum.
Of je nu in Nederland of België woont: APAP versus vaste CPAP is meestal geen kwestie van zelf kiezen in een webshop, maar onderdeel van een behandelplan. Als je denkt dat een automatische stand voor jou beter zou zijn, zeg dat dan gewoon hardop tijdens je consult. Artsen zijn ook maar mensen; die horen liever eerlijk wat je ervaart dan dat het apparaat in de kast belandt.
Wanneer is APAP níet zo handig?
Er zijn situaties waarin een automatische CPAP minder goed past, bijvoorbeeld:
- Bij overwegend centrale apneus.
- Bij bepaalde neuromusculaire aandoeningen.
- Bij sommige vormen van ernstig hartfalen.
- Als er veel complexe ademhalingspatronen zijn die de automatische algoritmes in de war brengen.
In die gevallen wordt vaak gekozen voor andere vormen van beademing (BiPAP, ASV) of een strakker ingestelde vaste druk. Dat is geen ‘mislukking’ van APAP, maar gewoon: ander probleem, ander gereedschap.
Hoe begin je hier nou concreet mee?
Als je net de diagnose slaapapneu hebt gekregen, gaat het meestal zo:
Je doet een slaaponderzoek (thuis of in een slaapcentrum). De arts bespreekt de uitslag en stelt een behandeling voor. Als CPAP of APAP wordt gekozen, regelt een leverancier het apparaat en het masker. Vaak krijg je een uitleg aan huis of in het ziekenhuis, met de eerste instellingen alvast geprogrammeerd.
De eerste weken zijn wennen. Er zijn weinig mensen die vanaf nacht één roepen: “Dit is fantastisch!”. Meestal is het meer: beetje prutsen met het masker, nog een keer terug naar de verpleegkundige, kleine aanpassing hier, andere hoofdband daar. Maar als je na een paar weken merkt dat je overdag minder in slaap valt, dat je partner niet meer gek wordt van je gesnurk en dat je ’s ochtends niet meer wakker wordt met hoofdpijn, dan weet je waar je het voor doet.
En dan komt vanzelf die ene gedachte: had ik dit niet eerder kunnen laten uitzoeken?
Veelgestelde vragen over automatische CPAP (APAP)
Is APAP altijd beter dan een vaste CPAP?
Nee. Voor veel mensen is APAP comfortabeler, maar ‘beter’ hangt af van je type apneu, je medische voorgeschiedenis en hoe stabiel je klachten zijn. Soms is een vaste druk juist rustiger en voorspelbaarder. Dat is iets wat je samen met je arts beslist, vaak op basis van slaaponderzoek en de eerste ervaringen.
Kan ik zelf mijn CPAP omzetten naar APAP?
In principe niet. In Nederland en België worden de standen (ook de keuze tussen vast en automatisch) door de arts of leverancier ingesteld. Zelf sleutelen in verborgen menu’s kan de werking van de behandeling flink ondermijnen. Merk je dat je vaste CPAP oncomfortabel is? Bespreek met je arts of APAP een optie is.
Hoe weet ik of mijn APAP goed staat ingesteld?
Je kijkt naar twee dingen: hoe je je voelt, en wat de data laten zien. Een lage AHI-waarde (bijvoorbeeld onder de 5) is mooi, maar als jij nog steeds doodmoe bent, moet er verder gekeken worden. De arts of longverpleegkundige kan via de uitgelezen gegevens zien of drukbereik, lekkage en gebruiksduur kloppen bij jouw klachten.
Mag ik met een APAP-apparaat vliegen of op vakantie?
Ja, dat mag meestal gewoon. De meeste apparaten zijn geschikt voor gebruik op reis en hebben een automatische spanningsaanpassing. Informeer wel bij je luchtvaartmaatschappij als je het apparaat in de cabine wilt gebruiken, en neem een medische verklaring mee. Voor kamperen of plekken zonder stroom bestaan er speciale accu’s, maar die worden niet altijd vergoed.
Verdwijnen mijn klachten meteen als ik met APAP begin?
Soms merk je al na een paar nachten verschil, vooral bij heel ernstige apneu. Maar vaak duurt het weken voordat je lichaam en brein gewend zijn aan het nieuwe slaappatroon. Slaaptekort van jaren los je niet in drie nachten op. Houd vol, blijf problemen melden, en geef jezelf even de tijd.
Handige Nederlandse en Belgische informatiebronnen
- Thuisarts – Slaapapneu – Patiëntvriendelijke uitleg over slaapapneu en behandelingen.
- Hersenstichting – Slaap en slaapstoornissen – Achtergrond over slaap en de gevolgen van slechte slaap.
- Gezondheidsnet – Slaapapneu – Artikelen over herkennen en behandelen van slaapapneu.
Related Topics
Positietherapie voor Slaapapneu: Wat je moet weten
Gewichtsvesten bij Slaapapneu: Een Innovatieve Benadering
Neusstukjes en neusstrips: waarom die kleine plakkers zoveel uitmaken
Rusteloze benen en TENS: slimme truc of dure gadget?
Waarom een simpel slaapmasker je nachtrust kan redden
Dat zachte gesuis op de achtergrond – hulp of hype?
Explore More Medische Hulpmiddelen
Discover more examples and insights in this category.
View All Medische Hulpmiddelen