Als CPAP je gek maakt: waarom BiPAP dan wél kan werken

Stel je voor: je ligt ’s nachts in bed met een masker op je gezicht, een slang langs je wang, en een apparaat dat je met elke ademteug lijkt terug te duwen in je kussen. CPAP zou je redding moeten zijn tegen slaapapneu, maar elke uitademing voelt alsof je tegen een stormwind in blaast. Herkenbaar? Dan is de kans best wel groot dat iemand ooit het woord ‘BiPAP’ tegen je heeft laten vallen. BiPAP-therapie is een vorm van positieve luchtdrukbehandeling, net als CPAP, maar dan met een slimme twist: de druk bij inademen en uitademen is niet hetzelfde. Klinkt technisch – is het ook een beetje – maar voor veel mensen betekent het vooral: eindelijk weer normaal kunnen ademen met een apparaat. En dus eindelijk weer slapen. In deze gids duiken we niet in droge definities, maar in de praktijk: voor wie BiPAP bedoeld is, waarom sommige longartsen er bij zweren, waarom zorgverzekeraars soms moeilijk doen, en hoe het er in het echte leven aan toe gaat als je overstapt van CPAP naar BiPAP. Met voorbeelden, valkuilen en vooral: wat je zelf kunt doen als je nu vastloopt.
Written by
Jamie
Published
Updated

Hoe voelt BiPAP nou eigenlijk in de praktijk?

De meest eerlijke beschrijving hoor je meestal niet in de spreekkamer, maar in de wachtkamer. Iemand als Karin, 54 jaar, met ernstige obstructieve slaapapneu, vertelt het zo: “CPAP voelde alsof ik tegen een föhn in moest uitademen. Met BiPAP is het alsof die föhn eindelijk een standje lager gaat zodra ik uitblaas.”

Dat is eigenlijk precies het verschil. Bij CPAP krijg je één constante druk, de hele nacht door. Bij BiPAP (ook wel bilevel PAP of BiLevel genoemd) zijn er twee drukniveaus:

  • Hogere druk bij inademen (IPAP – inspiratoire druk)
  • Lagere druk bij uitademen (EPAP – expiratoire druk)

Het gevolg: de luchtweg blijft open, maar uitademen kost minder moeite. Voor iemand met slaapapneu die al moe is, overgewicht heeft of misschien ook nog een longziekte, kan dat een wereld van verschil zijn.

Wanneer artsen ineens het woord ‘BiPAP’ gaan gebruiken

BiPAP wordt meestal niet als eerste uit de kast getrokken. De standaard is en blijft CPAP – dat zie je ook terug op sites als Thuisarts.nl en bij veel slaapcentra. Maar er zijn situaties waarin de longarts of somnoloog denkt: hier moeten we een stap verder.

Een paar veelvoorkomende scenario’s uit de spreekkamer:

  • Iemand heeft ernstige obstructieve slaapapneu en redt het simpelweg niet met CPAP. Elke keer weer: masker af, benauwdheidsgevoel, frustratie.
  • Er is sprake van obesitas-hypoventilatiesyndroom: overgewicht, slechte ademhaling in de slaap, te veel koolzuur in het bloed. Dan gaat het niet alleen om het openhouden van de keel, maar ook om de ademhaling zelf ondersteunen.
  • Er is neuromusculaire zwakte (bijvoorbeeld ALS, spierziekte) waardoor zelfstandig krachtig in- en uitademen lastiger wordt.
  • Er ontstaan onder CPAP centrale apneus of zogeheten complex sleep apnoea. Dan is de ademregulatie zelf ook van slag.

Neem Mark, 42 jaar, vrachtwagenchauffeur. Hij kreeg CPAP voorgeschreven, maar haalde hooguit twee uur per nacht met het masker op. Hij werd paniekerig bij het uitademen, alsof hij “tegen een muur van lucht” moest duwen. Na een titratienacht met BiPAP bleek dat hij met lagere uitademdruk ineens rustig kon doorademen. Zijn apneu-index daalde, maar minstens zo belangrijk: hij hield het apparaat wél de hele nacht op.

Waarom BiPAP soms nét dat zetje geeft dat CPAP niet redt

Het klinkt misschien als een detail – iets lagere druk bij uitademen – maar fysiologisch maakt het best wel uit.

  • Minder ademarbeid: uitademen tegen een lagere druk voelt natuurlijker. Je lichaam hoeft minder te “werken” om lucht kwijt te raken.
  • Betere tolerantie bij hogere drukken: sommige mensen hebben een hoge druk nodig om de keel open te houden. Diezelfde hoge druk continu voelen, is zwaar. Met BiPAP kun je de inademdruk hoog houden en de uitademdruk lager instellen.
  • Meer instelmogelijkheden: bij BiPAP kunnen artsen en laboranten spelen met drukverschil (druksupport), ademfrequentie en soms zelfs een back-up ademhaling instellen. Vooral bij mensen die ook hypoventileren is dat handig.

Het resultaat zie je vaak terug in twee dingen: minder apneus op de slaapregistratie én hogere therapietrouw. Want eerlijk: het beste apparaat is altijd het apparaat dat je daadwerkelijk gebruikt.

“Waarom krijg ik dan niet meteen BiPAP?” – de zorgverzekeringsrealiteit

Hier wordt het nou ja… minder romantisch. BiPAP-apparaten zijn duurder dan CPAP. Zorgverzekeraars en leveranciers willen daarom eerst zien dat CPAP echt niet goed werkt of niet wordt verdragen, óf dat er een duidelijke medische indicatie is (zoals obesitas-hypoventilatie of neuromusculaire aandoeningen).

In de praktijk betekent dat vaak:

  • je begint met CPAP;
  • er volgt een periode van instellen, maskeraanpassingen en begeleiding;
  • pas als het ondanks alle pogingen niet lukt, wordt BiPAP serieus besproken.

Sommige patiënten ervaren dat als “gevecht” of als niet serieus genomen worden. Terwijl de arts vaak gebonden is aan protocollen en vergoedingsregels. Op sites als Gezondheidsnet zie je hetzelfde patroon: CPAP als basis, BiPAP als vervolgstap.

Een tip die in de praktijk veel helpt: hou een slaapdagboek en noteer hoe lang je het apparaat op hebt, welke klachten je ervaart (benauwdheid, druk op de borst, paniekgevoel, veel wakker worden). Dat maakt het gesprek met de arts een stuk concreter.

Hoe wordt BiPAP ingesteld? Meer dan “even een knopje lager”

BiPAP klinkt alsof je gewoon twee drukken invult en klaar. In werkelijkheid is het net wat ingewikkelder – maar voor jou als gebruiker draait het om één vraag: “Kan ik hier prettig mee ademhalen én zijn mijn apneus onder controle?”

In het slaapcentrum of ziekenhuis gebeurt meestal het volgende:

  • Er wordt een titratienacht gedaan: je slaapt met BiPAP terwijl de drukinstellingen stap voor stap worden aangepast.
  • Men zoekt naar een combinatie waarbij je luchtweg openblijft (weinig apneus, lage apneu-hypopneu-index) én je ademhaling niet geforceerd aanvoelt.
  • Soms wordt er een back-up ademfrequentie ingesteld, vooral als er ook centrale apneus of hypoventilatie zijn.

BiPAP-apparaten kunnen ook automatische standen hebben (auto-BiPAP), waarbij het apparaat zelf binnen bepaalde grenzen de druk aanpast. Dat klinkt ideaal, maar is niet altijd nodig of verstandig; het hangt af van je diagnose en de voorkeur van je behandelteam.

Masker, slang, geluid – verandert er veel ten opzichte van CPAP?

Voor wie al CPAP heeft gebruikt is het goede nieuws: het meeste voelt vertrouwd.

  • Maskers: vaak dezelfde typen als bij CPAP – neusmaskers, neusdoppen (pillows) of volledige gezichtsmaskers. Je hoeft dus niet per se aan een ander soort masker.
  • Slang: meestal identiek. Soms verwarmd, soms niet.
  • Geluid: moderne BiPAP-apparaten zijn verrassend stil. Het geluid is iets anders (je hoort soms de drukwisselingen), maar de meeste partners wennen daar snel aan.

Waar mensen wel aan moeten wennen, is het ritme: je merkt dat het apparaat anders “meebeweegt” met je ademhaling. De eerste nachten voelt dat soms wat vreemd, maar veel gebruikers merken na een week dat ze er nauwelijks nog op letten.

Wanneer BiPAP níet de magische oplossing is

Het is verleidelijk om te denken: “CPAP bevalt niet, dus BiPAP zal alles oplossen.” Was het maar zo simpel.

BiPAP helpt meestal niet als het probleem vooral zit in:

  • Slechte maskerpassen: lekkage, drukplekken, irritatie. Dat blijft met BiPAP ook een issue.
  • Claustrofobie of paniek bij het idee van een masker: de druk kan prettiger zijn, maar het feit dat er iets op je gezicht zit, verandert niet.
  • Gebrek aan motivatie: hoe hard het ook klinkt, therapietrouw blijft een factor. Een duurder apparaat maakt dat niet vanzelf beter.

Soms is het eerlijker om met de arts te bespreken of er aanvullende strategieën nodig zijn: gewichtsreductie, slaappositietraining, alcoholbeperking, eventueel een MRA-beugel, of in zeldzame gevallen een operatie. Op Slaapinstituut.nl vind je daar vaak duidelijke overzichten van.

Hoe merk je dat BiPAP werkt? De signalen overdag

De mooiste feedback komt niet uit de data, maar uit je dag. Mensen die goed reageren op BiPAP merken na enkele weken:

  • minder ochtendhoofdpijn;
  • minder slaperigheid overdag (minder dutjes, minder wegzakken op de bank);
  • meer concentratie en minder “mist in het hoofd”;
  • partner die zegt: “Je snurkt bijna niet meer en je ademt rustiger.”

De apparaten zelf registreren van alles: gebruiksduur, lekkage, apneu-index. Die gegevens worden vaak door de leverancier of het slaapcentrum uitgelezen. Maar als jij je overdag nog steeds als een zombie voelt, is dat minstens zo belangrijk als een “mooie” grafiek.

BiPAP bij complexere ademhalingsproblemen

Bij pure obstructieve slaapapneu is BiPAP al nuttig, maar de echte meerwaarde zie je soms bij complexere situaties.

Neem iemand met ernstige obesitas en chronisch verhoogde koolzuurwaarden in het bloed. Die persoon ademt ’s nachts te oppervlakkig. Met BiPAP kun je niet alleen de keel openhouden, maar ook een drukverschil instellen dat de ademhaling actief ondersteunt. In sommige gevallen wordt er zelfs een minimum-ademfrequentie ingesteld: valt je eigen ademhaling weg, dan “pakt” het apparaat het over.

Bij neuromusculaire aandoeningen is BiPAP soms niet alleen nachttherapie, maar letterlijk levensverlengend. Overdag kan iemand redelijk compenseren, maar ’s nachts zakt de ademhaling in. Dan is BiPAP minder een comfort-optie en meer een vorm van beademingsondersteuning.

Hoe voer je het gesprek met je arts over BiPAP?

Veel mensen voelen zich bezwaard om zelf BiPAP te noemen, alsof ze de arts “voor de voeten lopen”. Dat is nergens voor nodig. Je hoeft geen longarts te zijn om te mogen aangeven dat CPAP niet werkt voor jou.

Handige vragen om mee te nemen naar je consult:

  • “Kunt u met me meekijken waarom CPAP zo zwaar voelt bij het uitademen?”
  • “Zijn er redenen om bij mij BiPAP te overwegen?”
  • “Is er op mijn slaaponderzoek iets te zien dat wijst op hypoventilatie of centrale apneus?”
  • “Hoe kijkt de zorgverzekeraar in mijn situatie aan tegen BiPAP-vergoeding?”

En wees eerlijk over je gebruik. Zeggen dat je het masker ‘best vaak’ op hebt, helpt niemand. Noem aantallen uren, nachten, waarom je het afzet. Dat is overigens precies het soort informatie waar ook sites als Thuisarts.nl op hameren: duidelijk communiceren met je zorgverlener.

Veelgestelde vragen over BiPAP bij slaapapneu

Is BiPAP altijd “beter” dan CPAP?

Nee. Voor veel mensen met milde tot matige obstructieve slaapapneu werkt CPAP uitstekend en is BiPAP simpelweg niet nodig. BiPAP is vooral interessant als hogere drukken nodig zijn, als uitademen erg zwaar voelt, of als er bijkomende ademhalingsproblemen zijn (zoals hypoventilatie of neuromusculaire zwakte).

Doet BiPAP pijn of is het gevaarlijk?

BiPAP zou geen pijn mogen doen. Wel kun je in het begin last hebben van een droge mond, winderigheid, druk op de buik of een wat opgeblazen gevoel. Dat heeft te maken met lucht die je inslikt en met de drukinstellingen. Gevaarlijk is BiPAP in principe niet, zolang het onder begeleiding van een arts wordt ingesteld en gecontroleerd. Bij bekende longproblemen of hartfalen is goede monitoring natuurlijk extra belangrijk.

Kan ik thuis zomaar overstappen van CPAP naar BiPAP?

Nee, dat is niet iets wat je zelf “even” regelt. BiPAP vereist een medische indicatie, andere instellingen en vaak een titratienacht. De leverancier kan niet op eigen houtje een BiPAP-apparaat afleveren zonder akkoord van de arts en de zorgverzekeraar. Overstappen gaat dus altijd via je slaapcentrum of longarts.

Is BiPAP luidruchtiger dan CPAP?

Moderne BiPAP-apparaten zijn meestal vergelijkbaar met CPAP qua geluidsniveau. Sommige gebruikers merken dat je de drukwisselingen een beetje hoort, maar dat is vaak meer een ander soort geluid dan daadwerkelijk harder geluid. De meeste partners slapen er binnen een paar nachten gewoon doorheen.

Wordt BiPAP altijd vergoed in Nederland en België?

In Nederland en België wordt BiPAP meestal vergoed als er een duidelijke medische indicatie is en als CPAP onvoldoende werkt of niet verdragen wordt. De precieze voorwaarden kunnen per zorgverzekeraar verschillen. Het is verstandig om dit samen met je arts en de leverancier te bespreken. Zij kennen de actuele regels en kunnen een motivatie aanleveren als dat nodig is.


Wie vastloopt met CPAP, hoeft niet te kiezen tussen “lijden” of stoppen. BiPAP is geen wondermiddel, maar voor een deel van de mensen met slaapapneu is het wél het verschil tussen elke nacht vechten tegen de luchtstroom en eindelijk weer ontspannen ademen in je slaap.

Meer lezen? Kijk eens bij:

Explore More Medische Hulpmiddelen

Discover more examples and insights in this category.

View All Medische Hulpmiddelen