Actigrafie-meting: slapen meten terwijl je gewoon thuis bent

Stel je voor: je arts wil weten hoe jij slaapt, maar in plaats van een nacht vol draden in een slaapcentrum krijg je… een horloge mee naar huis. Geen ziekenhuisbed, geen camera, gewoon jouw eigen kussen. Dat is in grote lijnen wat een actigrafie-meting doet. Bij slaaponderzoek denken veel mensen meteen aan een nacht in het ziekenhuis met plakkers op je hoofd. Dat bestaat natuurlijk, maar in de praktijk wordt er steeds vaker eerst gekozen voor iets laagdrempeligers: actigrafie. Een kleine sensor om je pols die dagenlang registreert wanneer je beweegt, wakker bent of juist vermoedelijk slaapt. En dat levert, zeker in combinatie met een slaapdagboek, verrassend veel informatie op. In deze gids neem ik je mee door wat een actigrafie-meting nou eigenlijk wél en níet kan, hoe zo’n onderzoek er in het echt uitziet en wanneer artsen het inzetten. Ook kijken we naar misverstanden (spoiler: je smartwatch is geen medische actigraaf) en wat je zelf kunt doen om de meting zo betrouwbaar mogelijk te maken. Handig als je binnenkort zo’n onderzoek krijgt, of gewoon wilt snappen hoe slaapartsen naar jouw nachten kijken.
Written by
Jamie
Published
Updated

Waarom een horloge soms meer zegt dan een slaaplab

Waarom zou een arts kiezen voor een actigrafie-meting terwijl er ook een ‘grote’ slaapregistratie (polysomnografie) bestaat? Simpel: je slaapt thuis meestal anders dan in een vreemd bed met allemaal sensoren op je hoofd. En juist dat dagelijks patroon is voor veel slaapproblemen belangrijk.

Neem Sanne, 32 jaar. Ze klaagt al maanden over extreme vermoeidheid. In het slaapcentrum slaapt ze tijdens een klassieke polysomnografie eigenlijk best wel redelijk: ze valt binnen een half uur in slaap en wordt maar een paar keer wakker. Toch voelt ze zich overdag gesloopt. De arts twijfelt: ligt het aan haar slaap, of speelt er iets anders? Sanne krijgt een actigrafie-meting mee voor twee weken.

Wat blijkt? Haar actigraaf laat zien dat ze doordeweeks pas rond 01.30 uur in slaap valt en om 06.30 uur weer opstaat. In het weekend schuift haar slaapritme naar 03.00–11.00 uur. Klinkt herkenbaar? Dat patroon past veel beter bij een verlate slaapfase dan bij ‘gewoon’ slapeloosheid. Zonder die langere meting in haar eigen omgeving was dat beeld een stuk lastiger te vangen.

Hoe werkt actigrafie nou eigenlijk?

Een actigraaf is in de basis een kleine bewegingssensor, meestal in de vorm van een horloge dat je om je niet-dominante pols draagt (dus ben je rechtshandig, dan vaak links). Het apparaat registreert continu bewegingen in korte tijdsblokjes, vaak per 30 of 60 seconden.

Die ruwe bewegingsdata worden later met speciale software vertaald naar een soort slaap-waakprofiel:

  • Veel beweging = grote kans dat je wakker bent
  • Weinig tot geen beweging = grote kans dat je slaapt

Klinkt een beetje simpel? Dat is het deels ook. Daarom wordt actigrafie bijna altijd gecombineerd met een slaapdagboek. Daarin noteer je onder andere:

  • Hoe laat je naar bed ging
  • Hoe lang je denkt wakker te hebben gelegen
  • Hoe vaak je ’s nachts wakker werd (voor zover je het herinnert)
  • Hoe laat je bent opgestaan
  • Eventuele dutjes overdag

De kracht zit in de combinatie: de actigraaf meet objectief beweging, het dagboek geeft context. Als jouw dagboek zegt: “Lag wakker tot 03.00 uur” maar de actigraaf ziet al vanaf 00.30 uur bijna geen beweging, dan gaat een slaaparts daar met een kritische blik naar kijken.

Wanneer kiezen artsen voor een actigrafie-meting?

Actigrafie wordt vooral gebruikt bij vragen over je slaapritme en slaapduur over meerdere dagen. Denk aan situaties zoals:

  • Vermoeden van een verlate of vervroegde slaapfase (bijvoorbeeld altijd pas laat in slaap kunnen vallen)
  • Onregelmatig slaap-waakritme, bijvoorbeeld bij ploegendienst
  • Onduidelijke inschatting van hoe lang iemand werkelijk slaapt
  • Vermoeden van onderschatting of overschatting van slaapproblemen
  • Beoordeling van het effect van een behandeling of slaaptraining over een paar weken

Bij kinderen en jongeren is actigrafie extra handig. Een tiener die beweert “ik slaap echt maar vier uur per nacht” blijkt op actigrafie soms toch zes à zeven uur te halen, maar dan op rare tijden. Voor een arts maakt dat uit: behandel je dan vooral de slapeloosheid, of juist het verschoven ritme en de schermgewoontes ’s avonds?

Belangrijk om te zeggen: actigrafie vervangt geen volledige polysomnografie als er een sterk vermoeden is op slaapapneu, epilepsie tijdens de slaap of andere complexe stoornissen. Daarvoor zijn hersenactiviteit, ademhaling en zuurstofmetingen nodig. Actigrafie kijkt vooral naar wanneer en hoe lang je vermoedelijk slaapt, niet naar de kwaliteit van je slaapstadia.

Hoe ziet zo’n meting er in de praktijk uit?

De meeste mensen zijn verbaasd over hoe weinig ‘medisch’ het voelt. Geen bed, geen infuuspalen, geen plakkers. Gewoon een horloge-achtig apparaat dat je dag en nacht draagt.

In grote lijnen verloopt het zo:

1. Uitleg en start van de meting

Je krijgt bij de slaapkliniek, neuroloog of longarts uitleg over:

  • Hoe je de actigraaf draagt (meestal niet afdoen, ook niet onder de douche als hij waterdicht is)
  • Hoe lang de meting duurt (vaak 7 tot 14 dagen)
  • Hoe je het slaapdagboek invult

Soms zit er op het apparaat een knop die je indrukt als je het licht uitdoet of als je opstaat. Dat helpt later bij de interpretatie.

2. De meetperiode thuis

Je gaat in principe door met je normale leven. Dat is juist de bedoeling: de arts wil zien hoe je echt slaapt, niet hoe je slaapt als je extra je best doet.

Toch zijn er een paar dingen waar je op moet letten:

  • Het apparaat zo min mogelijk afdoen
  • Het slaapdagboek dagelijks invullen (liefst direct na opstaan)
  • Bijhouden als je overdag dutjes doet

Neem Tom, 45 jaar, vrachtwagenchauffeur in ploegendienst. Hij draagt twee weken een actigraaf. In zijn dagboek noteert hij: “Nacht van maandag op dinsdag: bijna niet geslapen.” De actigraaf laat zien dat hij die nacht inderdaad maar vier uur pakt, maar ook dat hij de middag ervoor drie keer een dutje van 30–45 minuten deed. Dat verandert de interpretatie: zijn totale slaap per 24 uur valt mee, maar de verdeling is onhandig.

3. Analyse door de slaapdeskundige

Na afloop lever je de actigraaf en je dagboek weer in. De data worden uitgelezen en omgezet in grafieken. Meestal zie je dan per dag:

  • Blokken met vermoedelijke slaap (weinig beweging)
  • Momenten van wakker zijn (meer beweging)
  • Eventuele dutjes

De slaapdeskundige bekijkt patronen: ga je elke dag rond hetzelfde tijdstip naar bed? Hoeveel uur slaap je gemiddeld? Hoe vaak lijk je ’s nachts wakker te worden? Past het patroon bij jouw klachten?

Hoe betrouwbaar is actigrafie eigenlijk?

Hier wordt het interessant. Actigrafie is handig, maar niet perfect.

Wat gaat meestal goed?

  • Het onderscheid tussen langere periodes van slapen en wakker zijn
  • De inschatting van je gemiddelde slaapduur over meerdere dagen
  • Het herkennen van een verschoven of onregelmatig ritme

Waar gaat het vaker mis?

  • Als je heel rustig wakker ligt (bijvoorbeeld piekeren zonder te bewegen) kan de actigraaf dat als slaap zien
  • Bij mensen die in hun slaap extreem veel bewegen kan er juist te veel ‘wakker-tijd’ worden geschat
  • De precieze inslaapduur is soms lastiger te bepalen

Daarom is het slaapdagboek zo belangrijk. Als jij aangeeft dat je vaak lang wakker ligt te malen, maar de actigraaf laat een ogenschijnlijk keurige nacht zien, dan is dat geen bewijs dat je je ‘aanstelt’. Het vertelt de arts eerder: jouw subjectieve slaapbeleving en de gemeten beweging lopen uit elkaar. Dat komt vaker voor bij bijvoorbeeld chronische slapeloosheid.

“Maar mijn smartwatch kan dit toch ook?”

Een vraag die ik heel vaak hoor. En eerlijk is eerlijk: moderne smartwatches en fitness-trackers kunnen best wel indrukwekkend veel. Ze meten beweging, soms hartslag en geven vrolijke grafiekjes van je ‘diepe slaap’ en ‘REM-slaap’.

Toch zijn er een paar belangrijke verschillen:

  • Medische actigrafen zijn gevalideerd voor klinisch gebruik; consumentenhorloges niet
  • De algoritmes van commerciële apparaten zijn vaak geheim en kunnen per merk flink verschillen
  • Slaapstadia die je horloge aangeeft zijn een grove schatting, geen medische meting van hersenactiviteit

Voor een arts is een actigrafie-meting dus iets anders dan “je Fitbit-data even inlezen”. Dat wil niet zeggen dat je eigen metingen waardeloos zijn, maar ze worden meer gezien als indicatie dan als harde diagnose-informatie.

Waar let een arts op in de actigrafie-uitslag?

Als je de rapportage van een actigrafie zou zien, vallen een paar dingen op:

  • Gemiddelde slaapduur per 24 uur: slaap je structureel te kort, of valt dat mee?
  • Variatie tussen dagen: grote verschillen tussen weekdagen en weekend, of juist heel stabiel?
  • Inslaptijd en opsta-tijd: is er sprake van een structureel verschoven ritme?
  • Fragmentatie van de slaap: veel korte waakmomenten of vooral lange slaapblokken?
  • Dutjes overdag: hoe vaak, hoe lang, en op welke tijden?

Stel: jouw actigrafie laat zien dat je doordeweeks vijf à zes uur slaapt, in het weekend acht à negen uur, met opvallend laat naar bed gaan. In combinatie met klachten over ochtendmoeheid kan dat richting een verlate slaapfase wijzen. De behandeling richt zich dan eerder op ritme en lichtblootstelling dan op slaapmedicatie.

Wat kun je zelf doen om de meting beter te maken?

Je hoeft je leven niet om te gooien tijdens een actigrafie-meting. Sterker nog: liever niet, want dan meet je niet hoe het normaal gaat. Maar er zijn wel een paar dingen die helpen om de data bruikbaarder te maken:

  • Vul je slaapdagboek direct na het opstaan in, dan vergeet je minder
  • Noteer bijzonderheden: nachtdienst, ziekte, alcoholgebruik, stressvolle gebeurtenissen
  • Probeer het apparaat echt continu te dragen
  • Wees eerlijk over dutjes en schermgebruik ’s avonds

En misschien nog belangrijker: ga niet tijdens de meting ineens extreem ‘braaf’ doen als je dat normaal niet volhoudt. Als jij normaal altijd tot 00.30 uur op je telefoon zit, maar tijdens de meting om 22.30 uur alles uitzet, dan krijg je een vertekend beeld. Handig voor één week, maar niet voor de diagnose.

Wanneer is actigrafie níet genoeg?

Er zijn situaties waarin een arts vrijwel zeker méér wil dan alleen een actigrafie-meting:

  • Vermoeden op slaapapneu (snurken, ademstops, ochtendhoofdpijn)
  • Onverklaarde nachtelijke bewegingen of schokken
  • Vermoeden op nachtelijke epilepsie
  • Complexe combinaties van neurologische en slaapklachten

In zulke gevallen wordt actigrafie soms gebruikt als aanvulling, maar niet als enige onderzoek. Denk aan een combinatie van een nachtelijk slaaponderzoek in het lab en een week actigrafie eromheen om het patroon thuis te zien.

Veelgestelde vragen over actigrafie

Doet een actigrafie-meting pijn of is het vervelend?

Nee, het is in principe niet pijnlijk. De meeste mensen wennen binnen een dag aan het horlogegevoel. Soms kan het bandje wat irriteren als het te strak zit; dat kun je meestal zelf iets losser zetten (maar niet zó los dat het gaat schuiven).

Hoe lang duurt een actigrafie-onderzoek meestal?

Vaak tussen de 7 en 14 dagen. Korter dan een week geeft vaak te weinig informatie, langer dan twee weken levert meestal niet veel extra op, tenzij er een specifiek onderzoeksvraag is (bijvoorbeeld bij sterk wisselende diensten).

Kan ik blijven sporten en douchen met de actigraaf?

Sporten kan vrijwel altijd gewoon. Bij douchen hangt het af van het type apparaat: sommige zijn waterdicht, andere niet. Dat hoor je bij de uitleg. Als hij niet nat mag worden, krijg je instructies hoe je hem kort kunt afdoen en dat in je dagboek noteert.

Mag ik autorijden en werken met zo’n apparaat?

Ja, dat is geen probleem. Het apparaat is licht en ontworpen om je dagelijkse activiteiten niet in de weg te zitten. Alleen bij beroepen waarbij je polsen niet bedekt mogen zijn (bijvoorbeeld in een operatiekamer) moet soms een praktische oplossing worden gezocht.

Krijg ik de grafieken zelf ook te zien?

Dat verschilt per ziekenhuis of slaapcentrum. Vaak bespreekt de arts of verpleegkundig specialist de belangrijkste bevindingen met je en laat daarbij een deel van de grafieken zien. Als je nieuwsgierig bent, kun je daar gewoon naar vragen tijdens het consult.

Meer lezen over slaap en slaaponderzoek

Wil je je verder inlezen over slaapproblemen, slaaponderzoek en behandelingen, dan zijn deze Nederlandstalige bronnen betrouwbaar en goed toegankelijk:

Actigrafie is geen magische waarheidsmachine, maar wel een handige manier om jouw nachten in de echte wereld beter in kaart te brengen. En juist daar, in die combinatie van metingen en jouw verhaal, ontstaat vaak het meest bruikbare beeld voor een goede diagnose en behandeling.

Explore More Slaaponderzoek

Discover more examples and insights in this category.

View All Slaaponderzoek