Slaaponderzoek op komst? Zo haal je de stress eruit
De grootste angst die ik steeds weer hoor: “Maar wat als ik niet kan slapen tijdens het onderzoek?”
Neem bijvoorbeeld Karin, 42. Ze sliep thuis al slecht en was ervan overtuigd dat ze in het ziekenhuis de hele nacht wakker zou liggen. Uiteindelijk sliep ze minder dan normaal, maar er was meer dan genoeg data om iets mee te doen. Dat is eigenlijk vaak zo.
Artsen weten dat je anders slaapt in een vreemde omgeving. Dat is nou ja, menselijk. Een slaaponderzoek is juist bedoeld om patronen te zien: ademstops, beenbewegingen, hersenactiviteit. Daarvoor hoef je geen acht uur als een roosje te slapen.
Dus: als je hoofd al dagenlang roept dat je “moet” slapen tijdens dat onderzoek, dan mag je die druk nu loslaten. Je hoeft geen perfecte nacht neer te zetten. Je hoeft alleen maar op te komen dagen.
Wat voor slaaponderzoek krijg je eigenlijk?
Niet elk slaaponderzoek ziet er hetzelfde uit. Het helpt om te weten welk type onderzoek jij krijgt, want de voorbereiding verschilt een beetje.
Thuisonderzoek met apparatuur
Bij een thuisonderzoek krijg je meestal een kastje mee met sensoren: een band om je borst, een saturatiemeter om je vinger, soms een slangetje bij je neus. Je slaapt gewoon in je eigen bed. Fijn voor wie een ziekenhuisbed nogal onrustig idee vindt.
De voorbereiding draait dan vooral om praktische dingen: bed opmaken, stopcontact in de buurt, eventueel iemand die kan helpen met aansluiten als je dat zelf lastig vindt.
Slaaponderzoek in het ziekenhuis of slaapcentrum
Bij een onderzoek in een kliniek (zoals een polysomnografie) word je helemaal “aangeplakt”: sensoren op je hoofd, borst, benen, bij je neus, op je vinger. Je slaapt in een aparte kamer, vaak met camera en microfoon.
Dat klinkt misschien heftig, maar de meeste mensen zeggen achteraf: “Het zag er enger uit dan het was.” De voorbereiding is hier net iets meer als een korte logeerpartij: spullen mee, makkelijke kleding, toiletspullen.
Twijfel je welk onderzoek jij krijgt? Bel gerust de poli of het slaapcentrum en vraag het. Dat is geen domme vraag, dat is gewoon handig.
De dag vóór het onderzoek: wat doe je wel en niet?
Je hoeft je leven niet compleet om te gooien, maar een paar dingen zijn wél handig om in je achterhoofd te houden.
Caféïne en alcohol: even dimmen
Veel centra vragen je om in de middag en avond geen koffie, cola, energydrinks of sterke thee meer te drinken. Niet omdat een slokje je meteen wakker houdt, maar omdat ze jouw normale slaappatroon willen zien, zonder extra prikkels.
Alcohol is nog zo’n ding. Een wijntje of biertje kan verleidelijk zijn “om te ontspannen”, maar het verstoort je slaapstructuur. Als je een brief of mail hebt gekregen, staat daar vaak duidelijk in wat zij adviseren. Twijfel je? Aanhouden: geen alcohol die avond.
Overdag niet ineens heel anders doen
Je hoeft niet opeens extreem vroeg op te staan of juist door te halen “zodat je vast moe bent”. Leef zo normaal mogelijk. Als je normaal een middagdutje doet, vraag dan even aan het slaapcentrum of dat mag. Soms willen ze dat je dat juist een keer overslaat, soms vinden ze het prima.
Haar wassen, maar zonder stylingproducten
Dit klinkt misschien suf, maar is belangrijk voor de plakkers op je hoofd.
De meeste slaapcentra vragen: was je haar de dag van tevoren of op de dag zelf, en gebruik geen gel, wax, olie of haarlak. Anders blijven die elektroden slecht zitten en ben je langer bezig met aansluiten.
Lang haar? Een eenvoudige staart of vlecht is handig, maar geen ingewikkelde knot met 20 speldjes. Die moeten er toch uit.
Medicijnen, melatonine en andere gewoontes
Hier gaat het vaak mis, omdat mensen bang zijn “het onderzoek te verpesten”.
Neem je medicijnen in zoals je gewend bent
Tenzij je arts iets anders heeft gezegd, neem je je medicijnen in zoals je altijd doet. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld bloeddrukmedicatie, antidepressiva of inhalatiemedicatie.
Gebruik je slaapmedicatie of melatonine? Daarover krijg je meestal specifieke instructies. Soms wil de arts juist zien hoe je slaapt zónder slaapmiddel, soms met. Staat het niet duidelijk in de brief? Bel. Echt, dat mag gewoon.
Maak voor jezelf een overzicht van alles wat je gebruikt: naam, dosis, tijdstip. Neem die lijst mee. Dat voorkomt dat je ter plekke in paniek je medicijndoosje staat uit te pluizen.
Wat neem je mee? Denk als iemand die gaat logeren
Zie het als een korte logeerpartij met wat extra draadjes.
Kleding waar je lekker in kunt slapen
Neem nachtkleding mee waar je je niet in schaamt, maar die vooral lekker zit. Een T-shirt met korte of lange mouwen en een losse pyjamabroek werkt vaak beter dan een strak hemdje. De laborant moet soms bij je borst of buik kunnen voor de bandjes en sensoren.
Sokken mee is ook slim. Veel mensen slapen slechter als ze het koud hebben, en ziekenhuisvloeren zijn zelden tropisch warm.
Toiletspullen en dagelijkse dingen
Denk aan:
- tandenborstel en tandpasta
- borstel of kam
- bril of lenzen + lenzendoosje en vloeistof
- eventueel je eigen kussen als dat mag (even navragen)
Neem ook mee wat je normaal gebruikt voor het slapengaan: een crème, lippenbalsem, oordopjes (als dat toegestaan is), een boek.
Documenten en praktische info
Handig om in je tas te stoppen:
- identiteitsbewijs
- zorgpas
- uitnodigingsbrief
- medicatielijst
- lijstje met vragen die je nog hebt
Je denkt nu misschien: “Dat onthoud ik wel.” Maar rond bedtijd, in een onbekere omgeving, vergeet je sneller dingen. Een briefje helpt.
“Maar hoe moet ik slapen met al die draadjes?”
Eerlijk? Het voelt de eerste minuten een beetje alsof je in een sciencefictionfilm bent beland. Maar je went er sneller aan dan je denkt.
Neem Tom, 55. Hij sliep thuis altijd op zijn buik en was ervan overtuigd dat dat in het ziekenhuis onmogelijk zou zijn. De laborant vertelde hem: “Ga eerst gewoon liggen zoals je normaal ligt, dan kijken we wat lukt.” Uiteindelijk lag hij half op zijn zij, half op zijn buik. Niet perfect, maar prima genoeg.
Vertel duidelijk in welke houding je normaal slaapt. De laborant denkt met je mee hoe je zo dicht mogelijk bij jouw gewone houding kunt komen, zonder dat de sensoren in de knoop raken.
En nee, je hoeft niet bang te zijn dat je “alles lostrekt” als je draait. De apparatuur is daarop ingericht. Draai je gewoon zoals je thuis ook zou doen.
Eten, drinken en avondritueel
Avondeten: normaal, maar niet extreem
Eet zoals je normaal zou doen, maar misschien niet een megavette kapsalon om 22.30 uur. Een te zware maaltijd vlak voor het slapen kan je onrustig maken.
Heb je diabetes of andere aandoeningen waarbij eten en tijdstippen belangrijk zijn? Bespreek van tevoren met je arts of diabetesverpleegkundige hoe je dat het beste regelt op de dag van het onderzoek.
Drinken: liever geen liters koffie meer
Water, kruidenthee of een andere cafeïnevrije drank zijn prima in de avond. Als je gewend bent om nog één kopje koffie in de avond te drinken, check dan even de instructies van het slaapcentrum. Veel centra vragen om na de middag geen cafeïne meer.
Houd je ritueel zo normaal mogelijk
Als je normaal een boek leest, doe dat dan ook daar. Als je altijd een podcast luistert, vraag dan of dat mag tot je gaat slapen. Hoe meer je je eigen gewoontes volgt, hoe makkelijker je lichaam snapt: “O ja, het is slaaptijd.”
Je hoofd kalmeren: de mentale voorbereiding
Lichamelijk voorbereiden is één ding, maar je hoofd doet ook gezellig mee.
Verwachtingen bijstellen helpt
Verwacht geen perfecte nacht. Verwacht een “oké genoeg”-nacht. Dat haalt een hoop druk eraf.
Zeg tegen jezelf: “Ik hoef niet goed te slapen, ik hoef alleen maar aanwezig te zijn. De rest doen de sensoren wel.” Klinkt simpel, maar het kan echt helpen.
Schrijf je zorgen desnoods even op
Ligt je hoofd vol met gedachten als: “Wat als ik snurk?” of “Wat als ik praat in mijn slaap?” Weet je wat? Dat is precies wat ze willen zien. Je mag daar gewoon jezelf zijn, met al je rare slaapgewoontes.
Als je merkt dat je blijft malen, pak een papiertje en schrijf je zorgen op. Dat klinkt misschien zweverig, maar het helpt veel mensen om hun hoofd letterlijk even te legen.
Hoe gaat het aansluiten meestal in zijn werk?
De meeste slaapcentra werken ongeveer zo:
Je komt aan, meldt je bij de balie en wordt opgehaald door een laborant of verpleegkundige. Die legt rustig uit wat er gaat gebeuren. Daarna ga je naar je kamer.
Dan begint het “versieren” met draadjes:
- elektroden op je hoofd met een soort pasta of lijm
- sensoren bij je ogen en kin
- plakkers op je borst
- een band om je borst en soms om je buik
- slangetje (neusbril) bij je neus
- sensor op je vinger
Het ziet er indrukwekkend uit, maar doet geen pijn. Het kan wat koud of plakkerig aanvoelen. Je mag tussendoor gewoon vragen stellen.
Als alles aangesloten is, test de laborant de signalen: even diep ademhalen, ogen open/dicht, voeten bewegen. Daarna laten ze je meestal met rust en kun je je avondritueel doen.
De ochtend erna: wat kun je verwachten?
De meeste mensen worden in de vroege ochtend weer losgekoppeld. Reken erop dat het verwijderen van de lijm en plakkers soms wat gepeuter vraagt. Je haar zit daarna meestal… nou ja, interessant. Neem een kam of borstel mee.
Daarna mag je meestal naar huis en hoor je op een later moment de uitslag bij je arts. Verwacht niet dat iemand direct na het onderzoek al precies kan zeggen wat er aan de hand is. De data moet eerst worden uitgewerkt.
Veelgestelde vragen over voorbereiding op slaaponderzoek
Mag ik nog autorijden na een slaaponderzoek?
In principe wel, tenzij je arts iets anders heeft gezegd. Je hebt gewoon geslapen, al is het met draadjes. Maar als je je erg suf of niet fit voelt, is het verstandig om iemand mee te nemen of met het openbaar vervoer te gaan.
Wat als ik echt helemaal niet slaap?
Dat gebeurt zelden, maar stel dat het toch zo is: bespreek het met je arts. Soms is er toch bruikbare informatie, soms wordt het onderzoek herhaald. Je hebt het dan in elk geval geprobeerd, en dat telt ook.
Mag ik mijn eigen kussen of deken meenemen?
Vaak wel, en veel mensen slapen daar beter door. Maar vraag dit van tevoren even na bij het slaapcentrum of ziekenhuis. Niet elk centrum vindt grote dekbedden handig, maar een eigen kussen kan meestal prima.
Wat als ik heel hard snurk of veel beweeg in mijn slaap?
Dan is dat juist goed dat ze dat zien. Je hoeft je daar niet voor te schamen. De mensen die daar werken, zien dit elke dag. Voor hen is dat gewoon data, geen gênant moment.
Kan ik mijn smartwatch of slaap-app aanlaten?
Meestal mag je je horloge wel omhouden, maar de metingen van het officiële slaaponderzoek zijn veel nauwkeuriger. Als je het leuk vindt om te vergelijken, kan dat, maar vertrouw voor de diagnose vooral op het onderzoek zelf.
Waar vind je betrouwbare info over slaaponderzoek?
Wil je nog wat verder lezen, kijk dan eens op:
- Thuisarts – Slaapapneu en onderzoek voor uitleg over onderzoeken bij verdenking op slaapapneu.
- Hersenstichting – Slaap en slaapstoornissen voor achtergrond over slaap en de rol van de hersenen.
- Gezondheidsnet – Dossier slapen voor praktische artikelen over slaap en slaapproblemen.
En onthoud vooral: je hoeft dit niet perfect te doen. Als jij met gewassen haar, je medicatielijst en een pyjama in je tas komt opdagen, ben je eigenlijk al heel goed voorbereid.
Related Topics
Je slaaponderzoek is klaar – en nu?
Snurken, stopmomenten, moe opstaan: is een apneutest thuis iets voor u?
Wat te Verwachten in het Slaaplaboratorium: Een Gids voor Patiënten
Waarom een slaapdagboek je slaaponderzoek maakt of breekt
Waarom die saaie slaapvragenlijsten je meer vertellen dan je denkt
Waarom de Meerdere Slaap Latentie Test meer zegt dan ‘ik ben moe’
Explore More Slaaponderzoek
Discover more examples and insights in this category.
View All Slaaponderzoek