Altijd moe en nooit opgeladen – wat als het niet tussen je oren zit?

Stel je voor: je wordt wakker na acht uur slaap, je hebt braaf geen koffie meer gedronken na vier uur ’s middags, je doet “alles goed” – en toch voelt het alsof je net een nacht doorgehaald hebt. Niet een keer, maar dag na dag, maand na maand. Collega’s grappen dat jij vast weer ‘lekker lui’ bent, de huisarts zegt dat je misschien wat rustiger aan moet doen. En jij denkt ondertussen: als rust het antwoord was, dan was ik allang beter. Chronische vermoeidheid is niet gewoon een beetje moe zijn. Het is een soort plakkerige mist in je hoofd en lijf die maar niet optrekt. Traplopen voelt als een bergwandeling, een afspraak in de avond lijkt een marathon. En ondertussen probeer je ook nog een normaal mens te zijn: werken, zorgen, sociale dingen, misschien sporten – nou ja, proberen te sporten. In dit artikel neem ik je mee in hoe chronische vermoeidheid er in het echte leven uitziet, waarom het zo vaak wordt weggewuifd, wat artsen wél en niet weten, en vooral: wat jij zélf kunt doen om je dagen leefbaarder te maken. Geen magische oplossing, wel eerlijke uitleg, herkenning en praktische handvatten.
Written by
Taylor
Published
Updated

“Maar iedereen is toch wel eens moe?”

Als je chronisch vermoeid bent, hoor je die zin waarschijnlijk vaker dan je lief is. En ergens klopt het natuurlijk: iedereen is wel eens moe. Na een drukke werkweek, een feestje tot laat, een huilbaby. Maar bij jou is er iets anders aan de hand.

Bij gewone vermoeidheid kun je meestal wel een duidelijke oorzaak aanwijzen. Drukke periode, weinig slaap, griepje. Je rust uit, slaapt bij, en je voelt je weer mens. Bij chronische vermoeidheid is dat herstel er eigenlijk nooit helemaal. Je accu laadt hooguit tot 40% op, en loopt dan ook nog eens belachelijk snel leeg.

Neem Marieke, 34. Ze werkt parttime, heeft één kind en is altijd “de verantwoordelijke” geweest. Geen feestbeest, geen nachtbraker. Toch voelt ze zich al jaren zo moe dat ze na het werk eerst een uur moet liggen voordat ze kan koken. Weekenden zijn niet om leuke dingen te doen, maar om bij te komen. En als ze dan een keer tóch naar een verjaardag gaat, ligt ze de dag erna geveld op de bank. Niet omdat ze geen zin heeft, maar omdat haar lijf gewoon niet meer wil.

Klinkt dat bekend? Dan heb je het waarschijnlijk niet over gewone vermoeidheid, maar over iets dat veel hardnekkiger is.


Chronische vermoeidheid is geen diagnose, maar een alarmsignaal

Hier gaat het vaak mis: mensen zoeken op internet “chronische vermoeidheid” en verwachten één duidelijke ziekte. Maar die term is eigenlijk meer een beschrijving van een klacht dan een diagnose.

Je kunt langdurig (langer dan een paar maanden) extreem moe zijn door heel verschillende oorzaken. Denk aan:

  • een traag werkende schildklier
  • bloedarmoede
  • slaapapneu (’s nachts steeds kleine ademstops)
  • depressie of angststoornis
  • langdurige stress of een burn-out
  • hart- of longziekten
  • bepaalde medicijnen
  • langdurige infecties, zoals de nasleep van de ziekte van Pfeiffer of COVID-19

En dan is er nog het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS/ME), waarbij er geen duidelijke lichamelijke verklaring wordt gevonden, maar de vermoeidheid wél ernstig en invaliderend is.

Met andere woorden: als jij al maandenlang uitgeput bent, dan is “u bent gewoon moe” eigenlijk geen antwoord. Het is een signaal dat er verder gekeken moet worden.


Waarom artsen dit best wel vaak missen

Huisartsen hebben het druk. De gemiddelde afspraak duurt tien minuten. In die tien minuten moet jij je hele verhaal doen, de arts moet vragen stellen, nadenken, eventueel onderzoeken aanvragen en uitleg geven. Vermoeidheid is bovendien één van de meest voorkomende klachten. Je bent dus niet de enige in de wachtkamer.

Wat gebeurt er dan vaak? De arts checkt een paar dingen: bloedarmoede, schildklier, misschien je vitamine D. Als dat goed is, wordt er al snel gedacht aan stress, werkdruk, jonge kinderen, “het leven is druk”. En eerlijk is eerlijk: soms is dat ook zo.

Maar stel dat je wél goed slaapt, niet extreem veel werkt, geen jonge kinderen hebt en tóch al tijden kapot bent. Dan voelt “het zal wel stress zijn” al snel als: het ligt aan jou. Alsof je je aanstelt of niet sterk genoeg bent.

Neem Hassan, 42. Hij werkt als leraar, sportte altijd veel en was zelden ziek. Na een flinke griep kwam hij er niet meer bovenop. Hij was kortademig bij traplopen, zijn hoofd voelde wattenachtig. De huisarts zei eerst: “Je moet even geduld hebben, je lijf herstelt nog.” Een half jaar later was hij nóg niet de oude. Pas toen hij aandrong, werd er uitgebreider onderzoek gedaan en bleek hij longschade te hebben opgelopen na een infectie.

De les hier is niet dat artsen slecht zijn, maar dat jij soms echt even moet volhouden en je klachten serieus mag blijven nemen. Vermoeidheid is vaag, maar dat maakt het niet onbelangrijk.


Hoe voelt chronische vermoeidheid nou eigenlijk in het dagelijks leven?

Het lastige is: je ziet het vaak niet aan de buitenkant. Geen gips, geen rolstoel, geen verband. En toch beïnvloedt het álles.

Mensen met chronische vermoeidheid beschrijven bijvoorbeeld:

  • wakker worden en je al uitgeput voelen
  • het gevoel hebben dat je armen en benen van lood zijn
  • moeite met concentreren, alsof je hoofd vol watten zit
  • prikkelgevoelig zijn: drukte, geluid, fel licht zijn snel “te veel”
  • na een gewone dag werken compleet instorten op de bank
  • sociale dingen afzeggen omdat je het simpelweg niet trekt

Sommigen ervaren ook spierpijn, hoofdpijn, duizeligheid, slecht slapen, of een soort griepgevoel zonder echt ziek te zijn. En dan is er nog iets waar weinig over gepraat wordt: schaamte.

Schaamte dat je weer “nee” moet zeggen tegen een borrel. Schaamte dat je kinderen vragen of je wéér gaat liggen. Schaamte dat je collega’s harder lijken te kunnen werken dan jij. Terwijl jij van binnen denkt: als je eens wist hoe hard ik al mijn best doe om überhaupt hier te zijn.


Wanneer wordt ‘gewoon moe’ een probleem?

Er is geen stopwatch die zegt: nu ben je officieel chronisch vermoeid. Artsen gebruiken vaak een termijn van langer dan drie tot zes maanden. Maar eerlijk: je merkt zelf meestal al veel eerder dat er iets niet klopt.

Een paar signalen dat het tijd is om verder te kijken:

  • je vermoeidheid is er bijna elke dag
  • rust, weekenden of vakantie helpen nauwelijks
  • simpele dingen kosten ineens veel meer moeite dan vroeger
  • je werk, studie of gezin lijden eronder
  • je wordt vergeetachtig, prikkelbaar of somber

Dat betekent niet meteen dat je iets “ernstigs” hebt, maar het is wel een reden om het serieus te nemen. Ook als anderen vinden dat je je “niet zo moet aanstellen”.


Wat je wél kunt laten onderzoeken

Bij aanhoudende vermoeidheid is het verstandig om in ieder geval een keer langs de huisarts te gaan. Niet één keer zuchten in de spreekkamer, maar echt je verhaal doen. Schrijf desnoods van tevoren op wat je kwijt wilt.

Dingen die vaak worden nagekeken:

  • bloedarmoede (ijzertekort)
  • schildklierfunctie
  • lever- en nierfunctie
  • ontstekingswaarden
  • vitamines zoals B12 en D

Afhankelijk van je klachten kan de huisarts ook denken aan slaapapneu (zeker als je snurkt en niet uitgerust wakker wordt), hart- of longproblemen, of psychische klachten zoals een depressie of angststoornis.

Op sites als Thuisarts.nl en het RIVM kun je alvast lezen hoe artsen naar vermoeidheid kijken. Dat helpt je soms om betere vragen te stellen.

En dan komt de frustrerende categorie: alles is gecontroleerd, en toch blijf je moe.


Als er geen duidelijke oorzaak is: en dan?

Dit is het punt waarop veel mensen zich in de steek gelaten voelen. De boodschap “we vinden niets” wordt al snel gehoord als “het zit tussen je oren”. Terwijl het in werkelijkheid vaak betekent: met de testen die we nú hebben, zien we geen duidelijke afwijking.

Bij chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS/ME) is dat precies het probleem. Mensen zijn ernstig beperkt, maar er is geen eenvoudige bloedtest die zegt: ja, dit is het. Er zijn wel aanwijzingen dat het immuunsysteem, het zenuwstelsel en de energiehuishouding in cellen anders werken, maar er is nog veel onderzoek nodig.

De Hersenstichting legt bijvoorbeeld uit hoe complex ME/CVS is en hoeveel impact het kan hebben op je leven.

Belangrijk om te weten:

  • je klachten zijn echt, ook als er geen duidelijke oorzaak wordt gevonden
  • psychische factoren kunnen meespelen, maar dat maakt de vermoeidheid niet “nep”
  • begeleiding van een fysiotherapeut, psycholoog of revalidatiearts kan helpen om beter met je energie om te gaan, ook als de oorzaak onduidelijk blijft

Het is geen kwestie van “je moet gewoon positief denken”. Het is eerder: hoe kun je, met de energie die je hébt, zo goed mogelijk leven zonder jezelf constant te overvragen.


De kunst van doseren: niet meer alles op één dag willen proppen

Veel mensen met chronische vermoeidheid maken dezelfde fout (en ja, dat is heel menselijk): op een goede dag alles doen wat al weken is blijven liggen. Huis schoonmaken, boodschappen, sporten, sociale afspraak. Met als resultaat: twee dagen compleet gevloerd.

Dat patroon – over je grenzen gaan op goede dagen en daarna instorten – maakt de vermoeidheid vaak alleen maar erger. Artsen en therapeuten noemen dat vaak pacing: leren doseren.

In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld:

  • activiteiten opdelen in kleine stukjes, met pauzes ertussen
  • niet wachten met rusten tot je helemaal op bent, maar eerder even stoppen
  • een balans zoeken tussen dingen die energie kosten (werken, huishouden) en dingen die energie geven (buiten zijn, iets creatiefs doen, iemand spreken waar je je goed bij voelt)

Klinkt simpel, maar het is behoorlijk lastig. Zeker als je gewend bent om “even door te zetten”. Toch kan dit op de lange termijn het verschil maken tussen steeds verder uitputten, of je lijf een beetje meer ademruimte geven.


Slaap: veel liggen is niet hetzelfde als goed uitrusten

Veel mensen met chronische vermoeidheid slapen juist heel veel, of liggen in elk geval veel. En toch voelen ze zich niet uitgerust. Dat is ontzettend frustrerend.

Een paar dingen om naar te kijken:

  • Slaap je onregelmatig? Midden in de nacht lang wakker, overdag dutjes van uren? Dat kan je biologische klok in de war brengen.
  • Snurk je hard, of zegt je partner dat je soms even stopt met ademen? Dan is het slim om slaapapneu uit te laten sluiten.
  • Gebruik je veel schermen vlak voor het slapengaan? Het blauwe licht kan je slaap verstoren.

Op sites zoals Slaapinstituut.nl vind je meer uitleg over een gezonde slaap en slaapproblemen.

Let op: het doel is niet om nóg meer te slapen, maar om je slaapritme zo te verbeteren dat de uren die je slaapt, je ook echt iets opleveren.


De mentale kant: moe en somber, wat is kip en wat is ei?

Als je maanden of jaren moe bent, is het bijna onvermijdelijk dat je stemming daaronder lijdt. Je wereld wordt kleiner, je moet dingen opgeven, je voelt je onbegrepen. Het is niet zo gek als je daar somber of angstig van wordt.

Soms is er sprake van een depressie óf een angststoornis die de vermoeidheid versterkt. Soms is de vermoeidheid er eerst, en komt de somberheid er later bij. En heel vaak lopen die twee gewoon door elkaar heen.

Het lastige is: zodra het woord “psychisch” valt, denken veel mensen: “dus het is mijn eigen schuld” of “dus het is niet echt”. Terwijl psychische klachten net zo reëel zijn als een gebroken been.

Een gesprek met een psycholoog kan helpen om:

  • beter om te gaan met grenzen en schuldgevoel
  • anders te kijken naar perfectionisme en hoge verwachtingen van jezelf
  • praktische strategieën te vinden om je dag in te delen

Niet om je te vertellen dat het “tussen je oren zit”, maar om je gereedschap te geven zodat je niet ook nog eens mentaal kopje-onder gaat.


Wat kun je zelf doen zonder jezelf op te jagen?

Er is een dunne lijn tussen “zelf iets proberen” en “jezelf de schuld geven als het niet lukt”. Die laatste kant wil je vermijden. Toch zijn er een paar dingen die veel mensen als helpend ervaren:

1. Ritme, ook als je niet werkt
Sta elke dag ongeveer op dezelfde tijd op, kleed je aan, eet op vaste momenten. Je lijf houdt van voorspelbaarheid. Urenlang in bed blijven liggen maakt je meestal niet fitter.

2. Klein bewegen is ook bewegen
Nee, je hoeft niet ineens drie keer per week te gaan hardlopen. Maar elke dag een klein rondje lopen, wat rekoefeningen, rustig fietsen naar de winkel – het houdt je spieren en gewrichten op gang. Overdrijf het niet; liever vaker kort dan af en toe veel te veel.

3. Let op je energievreters
Niet alleen activiteiten, maar ook mensen en situaties kunnen energie slurpen. Een collega die altijd klaagt, een WhatsApp-groep die de hele dag piept. Je mag daar grenzen in stellen.

4. Praat erover met mensen die je vertrouwt
Leg uit dat je niet “een beetje moe” bent, maar dat je lijf niet meer doet wat jij wilt. Vaak helpt een concrete vergelijking: “Voor mij voelt een werkdag als voor jou een halve marathon.” Mensen begrijpen het dan net iets beter.

5. Zoek betrouwbare informatie
Internet staat vol met wondermiddelen, dure supplementen en vage therapieën. Wees kritisch. Kijk liever op sites als Thuisarts.nl of Gezondheidsnet dan op een forum waar iemand zweert bij een poedertje van 80 euro per maand.


Wanneer hulp inschakelen geen zwakte is

Veel mensen wachten lang met hulp zoeken, omdat ze vinden dat ze het zelf zouden moeten kunnen oplossen. Zeker als je altijd de sterke, redelijke, ‘ik regel het wel even’-persoon bent geweest.

Toch is het geen falen om hulp te vragen bij:

  • je werk aanpassen (via bedrijfsarts of arbo-arts)
  • hulp in het huishouden
  • psychologische begeleiding
  • revalidatieprogramma’s die gericht zijn op omgaan met chronische klachten

Hoe eerder je voorkomt dat je volledig instort, hoe groter de kans dat je je leven een beetje op de rit houdt. En nee, dat betekent niet dat je je erbij neer moet leggen dat je “voor altijd zo blijft”. Het betekent dat je nu doet wat je kunt, met de situatie van vandaag.


En als het nooit meer helemaal wordt zoals vroeger?

Dat is misschien wel de pijnlijkste gedachte. Dat je niet teruggaat naar “de oude jij”. De jij die alles kon, alles deed, overal bij was. Rouwen om wat niet meer lukt, hoort er dan soms bij. Dat klinkt zwaar, en dat is het ook.

Maar er is ook een andere kant. Sommige mensen ontdekken, noodgedwongen, dat ze beter voor zichzelf gaan zorgen. Dat ze leren nee zeggen. Dat ze activiteiten kiezen waar ze echt blij van worden, in plaats van alles maar te doen omdat het zo hoort.

Dat maakt de vermoeidheid niet ineens oké. Maar het kan er wel voor zorgen dat je leven, ondanks die vermoeidheid, weer een beetje van jou wordt.


Veelgestelde vragen over chronische vermoeidheid

1. Hoe weet ik of mijn vermoeidheid ‘normaal’ is of niet?
Als je al langer dan een paar maanden bijna dagelijks moe bent, en het je werk, gezin of sociale leven belemmert, is het verstandig om naar de huisarts te gaan. Zeker als rust en vakantie nauwelijks helpen.

2. Kan chronische vermoeidheid overgaan?
Dat verschilt. Soms knap je op als de onderliggende oorzaak wordt aangepakt (bijvoorbeeld een schildklierprobleem, bloedarmoede of slaapapneu). Bij langdurige aandoeningen of ME/CVS blijft vermoeidheid vaak, maar kun je met goede begeleiding soms wel beter leren omgaan met je energie.

3. Helpen vitamines of supplementen?
Als je een tekort hebt, kan het aanvullen daarvan zeker verschil maken. Maar zomaar van alles slikken “voor de energie” heeft meestal weinig zin en kan zelfs schadelijk zijn. Laat je bloedwaarden controleren en overleg met je huisarts.

4. Is het verstandig om te blijven werken als ik zo moe ben?
Dat hangt af van hoe ernstig je klachten zijn. Soms kun je met aanpassingen (minder uren, andere taken, meer pauzes) blijven werken. Soms is tijdelijk minder of niet werken nodig. Bespreek dit met je bedrijfsarts; die kan met je meedenken over wat haalbaar is.

5. Hoe reageer ik op mensen die zeggen dat ik me aanstel?
Je hoeft niemand te overtuigen, maar je mag wel grenzen stellen. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: “Ik snap dat het lastig voor te stellen is, maar ik ben niet gewoon moe, ik ben ziek moe. Als ik meer doe dan dit, lig ik morgen plat.” Wie dan nog vindt dat je je aanstelt, zegt eigenlijk meer over zichzelf dan over jou.


Chronische vermoeidheid is geen karakterfout, geen gebrek aan wilskracht en zeker geen luiheid. Het is een signaal van je lijf dat er iets niet klopt, of dat je op een andere manier met je energie moet omgaan dan je gewend was. Je hoeft het niet alleen uit te zoeken. En nee, je hoeft ook niet alles op te geven wat je leven leuk maakt. Maar misschien wel anders doseren, eerlijker zijn naar jezelf, en hulp toelaten waar dat nodig is.

Het is geen makkelijke weg. Maar elke stap waarin jij een beetje beter naar je eigen grenzen luistert, is er één. Niet omdat je opgeeft, maar juist omdat je kiest voor jezelf.

Explore More Chronische Aandoeningen

Discover more examples and insights in this category.

View All Chronische Aandoeningen