Waarom je nachtrust ineens instort als je hormonen veranderen

Stel je voor: je ligt om 23.00 uur netjes in bed, doodmoe. Je doet het licht uit, draait je op je zij en… wakker. Urenlang. Of je valt eindelijk in slaap en schrikt om 03.17 uur bezweet wakker, hart bonzend, gedachten op standje paniek. En de volgende ochtend zegt iemand vrolijk: “Ja, hoort erbij, hormonen hè.” Als je vrouw bent en ergens tussen de 35 en 60 zit, is de kans groot dat je slaap en je hormonen een soort ongemakkelijke dans uitvoeren. En dan komt iemand met het advies: “Misschien is hormoontherapie iets voor jou.” Klinkt mooi – maar wat doet dat dan met je slaap? Wordt alles beter? Of juist onrustiger? In dit artikel lopen we er stap voor stap doorheen. Wat er in je lijf gebeurt als je hormonen schommelen, waarom je hersenen daar ’s nachts zo heftig op reageren, en hoe hormoontherapie soms écht kan helpen – maar niet voor iedereen en niet zonder nadenken. Geen roze wolk-verhaal, maar eerlijk, concreet en met voorbeelden uit het echte leven. Zodat jij na het lezen beter snapt welke vragen je aan je huisarts of gynaecoloog wilt stellen.
Written by
Taylor
Published

Je slaap is niet “ineens raar” – je hormonen zijn het al langer

Veel vrouwen vertellen hetzelfde verhaal: “Ik sliep altijd prima… en toen opeens niet meer.” Maar als je goed terugkijkt, is het vaak niet zo plotseling. Onregelmatige menstruatie, humeur dat alle kanten op gaat, opvliegers, gevoelige borsten, meer piekeren – dat rommelt vaak al een tijdje. Je slaap is dan eigenlijk het alarmsysteem dat afgaat.

Rond je 40e (soms al eerder) begint je oestrogeenspiegel te schommelen. Progesteron – je kalmerende ‘chill-hormoon’ – daalt vaak als eerste. En laat progesteron nou net een hormoon zijn dat je helpt om in slaap te vallen en wat dieper te slapen. Als dat wegvalt, merk je het ’s nachts als één van de eerste dingen.

Een vrouw van 47 vertelde: ze werd elke nacht rond 02.00 uur wakker, klaarwakker, soms met een soort onrust in haar lijf die ze niet kon plaatsen. Geen enorme opvlieger, maar wel warm, onrustig, hartslag net wat hoger. Overdag ging het “wel oké”, maar ze voelde zich opgejaagd. Pas toen ze bij de huisarts het woord ‘overgang’ durfde te noemen, viel het kwartje.

Wat hormonen met je brein doen als jij probeert te slapen

Hormonen zijn niet alleen iets van je baarmoeder en eierstokken. Ze praten de hele dag door met je hersenen. En je hersenen regelen weer je slaap.

Een paar dingen die er gebeuren:

  • Oestrogeen beïnvloedt de aanmaak van serotonine en melatonine, twee stoffen die meespelen bij stemming en slaap.
  • Progesteron werkt licht rustgevend en kan je helpen om makkelijker in slaap te vallen.
  • Schommelende hormonen kunnen je temperatuurregeling verstoren, waardoor je sneller wakker wordt van warmte of zweet.

Je kunt het je voorstellen als een thermostaat die jarenlang redelijk stabiel stond, en nu ineens steeds een paar graden omhoog en omlaag springt. Je slaapcentrum in de hersenen krijgt dan tegenstrijdige signalen: “slapen!” – “nee, wakker worden, het is warm!” – “of toch weer slapen?” Geen wonder dat je ligt te woelen.

Hormoontherapie: waarom het soms juist wél rust geeft

Hormoontherapie (in de overgang meestal hormoontherapie met oestrogeen en vaak ook progesteron of een progestageen) heeft een wat stoffig imago. Veel vrouwen denken meteen aan risico’s, borstkanker, gedoe. Maar er is de laatste jaren best veel veranderd in hoe artsen ernaar kijken.

Waar het om gaat: door een gecontroleerde dosis hormonen te geven, worden de wilde schommelingen in je eigen lijf wat afgevlakt. Minder pieken en dalen betekent vaak:

  • minder opvliegers en nachtelijk zweten
  • minder plotseling wakker worden
  • wat stabielere stemming

Een vrouw van 52 die al maanden elke nacht vier keer wakker werd van het zweet, kreeg via de gynaecoloog een lage dosis hormoonpleister plus beschermend progesteron. Na een paar weken merkte ze dat ze nog steeds af en toe warm werd, maar niet meer drijfnat wakker lag. Ze sliep niet ineens twaalf uur achter elkaar, maar wél in blokken van vier tot vijf uur. En dat maakt overdag echt verschil.

Hoe hormoontherapie je slaap kan beïnvloeden

Als hormoontherapie goed is afgestemd op jouw lijf, zie je vaak dit soort veranderingen:

  • Je valt makkelijker in slaap, omdat je minder last hebt van hartkloppingen, innerlijke onrust of opvliegers in de avond.
  • Je wordt minder vaak wakker van nachtelijk zweten.
  • Je ligt minder lang klaarwakker te piekeren (al zijn gedachten natuurlijk niet alleen hormonaal).

Maar – en dit is belangrijk – niet iedereen reageert hetzelfde. Sommige vrouwen slapen beter, anderen merken weinig verschil en een kleine groep slaapt juist onrustiger van bepaalde vormen of doseringen.

Wanneer hormoontherapie je slaap juist kan verstoren

Het zou fijn zijn als hormoontherapie altijd een soort wondermiddel was voor slechte slaap, maar zo werkt het helaas niet. Soms wordt het juist onrustiger.

Wat kan er misgaan?

  • De dosis is te hoog, waardoor je je opgejaagd voelt, alsof je net te veel koffie op hebt.
  • Je krijgt een vorm of combinatie van hormonen waar jouw lijf niet lekker op reageert (bijvoorbeeld bepaalde progestagenen die stemmingsklachten geven).
  • Je begint te laat op de avond met bepaalde middelen, waardoor je juist wakkerder wordt.

Ik sprak een vrouw van 44 die vanwege hevige menstruaties en slaapklachten met hormoontherapie begon. Binnen twee weken voelde ze zich emotioneler, had ze meer onrustige dromen en werd ze elke nacht rond 04.00 uur wakker met een soort ‘aan’-gevoel in haar hoofd. Haar eerste gedachte: “Zie je wel, dit is niks voor mij.”

Toen de gynaecoloog de dosering verlaagde en overstapte op een andere vorm progesteron, werd haar slaap na een paar weken juist rustiger. Moraal van het verhaal: als je ergens niet goed op reageert, betekent dat niet automatisch dat álle hormoontherapie slecht voor je is – maar wel dat er echt maatwerk nodig is.

Slaap verbeteren zonder meteen naar hormoontherapie te grijpen

Misschien herken je de klachten, maar voelt hormoontherapie voor jou (nog) te groot. Dat is heel begrijpelijk. Er zijn ook andere routes om je slaap te ondersteunen, zeker als je klachten mild zijn of nog maar net begonnen.

Denk aan:

  • Beter omgaan met nachtelijk zweten: katoenen nachtkleding, dunne lagen, koelere slaapkamer, eventueel een ventilator.
  • Rustige avondroutine, zodat je brein de kans krijgt om af te schakelen. Schermpjes een uur voor bed minder, warme douche, boek, ademhalingsoefeningen.
  • Minder alcohol in de avond. Alcohol lijkt je eerst slaperig te maken, maar zorgt later in de nacht voor onrustig slapen en vaker wakker worden.
  • Beweging overdag – wandelen, fietsen, yoga – helpt je slaapdruk opbouwen. Maar liever niet intensief sporten vlak voor het slapengaan.

Bij aanhoudende slaapproblemen is het ook slim om naar cognitieve gedragstherapie voor insomnia (CGT-i) te kijken. Dat is geen zweverige therapie, maar een praktische aanpak waarbij je leert hoe je slaapgedrag en gedachten over slaap je wakker kunnen houden. Op sites als Thuisarts en Gezondheidsnet vind je daar goede uitleg over.

Hormoontherapie en slaaphygiëne sluiten elkaar trouwens niet uit. Sterker nog: ze versterken elkaar vaak. Als je minder last hebt van opvliegers door hormoontherapie, werken je andere slaapgewoontes ineens veel beter.

Wanneer is het wél slim om over hormoontherapie na te denken?

Er zijn een paar situaties waarin het logisch is om hormoontherapie serieus te bespreken met je arts:

  • Je hebt duidelijke overgangsklachten (opvliegers, nachtelijk zweten, stemmingswisselingen) en slaapt daardoor slecht.
  • Je bent nog relatief jong (bijvoorbeeld onder de 45) en je menstruatie is al sterk veranderd of gestopt.
  • Je hebt alles aan leefstijl en slaaphygiëne al best wel goed op orde, maar ligt nog steeds nachten wakker.

Belangrijk is dat je samen met een arts kijkt naar je totale gezondheid: familiegeschiedenis, risico op hart- en vaatziekten, borstkanker, trombose, je bloeddruk, of je rookt, hoe zwaar je bent. Op Thuisarts staat helder uitgelegd welke voor- en nadelen er zijn en voor wie hormoontherapie wel of juist minder geschikt is.

Hoe zo’n gesprek met je huisarts of gynaecoloog eruit kan zien

Veel vrouwen stappen de spreekkamer binnen met het gevoel: “Ik stel me misschien aan.” Zeker als je bloedwaarden “nog prima” zijn. Toch zijn klachten belangrijker dan één momentopname in je bloed.

Wat helpt in het gesprek:

  • Houd een paar weken een slaap- en klachtendagboek bij. Hoe vaak word je wakker? Heb je opvliegers? Hoe is je stemming?
  • Schrijf op wat je al geprobeerd hebt: minder koffie, geen alcohol, vaste bedtijd, ontspanningsoefeningen.
  • Bedenk vooraf wat je grootste wens is: wil je vooral beter slapen, minder opvliegers, meer energie overdag?

Een goede arts neemt je klachten serieus en denkt mee. Soms is de conclusie: “Laten we eerst dit en dit proberen, en daarna kijken we opnieuw.” Soms is hormoontherapie juist een logische volgende stap. Op RIVM vind je meer achtergrondinformatie over vrouwen en gezondheid in de verschillende levensfasen.

Hormonen zijn niet de enige boosdoener

Het is verleidelijk om álles op hormonen te schuiven. “Het zal de overgang wel zijn.” Maar slapeloosheid kan natuurlijk ook andere oorzaken hebben: slaapapneu, depressie, angstklachten, schildklierproblemen, medicijngebruik, rusteloze benen.

Als je:

  • snurkt en overdag bijna in slaap valt achter het stuur,
  • heel somber bent, nergens meer zin in hebt,
  • of rare tintelingen, hartkloppingen of benauwdheid hebt,

dan is het echt belangrijk dat er breder gekeken wordt dan alleen “overgang”. De Hersenstichting heeft goede info over hoe slaap en hersenen elkaar beïnvloeden.

En als hormoontherapie niet kan of je het gewoon niet wilt?

Sommige vrouwen mogen geen hormoontherapie gebruiken, bijvoorbeeld door een doorgemaakte borstkanker, trombose of andere medische redenen. Anderen voelen zich er gewoon niet prettig bij. Dat is helemaal oké.

Dan wordt het extra belangrijk om te kijken naar:

  • Niet-hormonale medicijnen die soms helpen bij opvliegers en nachtelijk zweten (dit bespreek je met je arts).
  • Slaaptraining en CGT-i om je brein weer een beetje te herprogrammeren rond slapen.
  • Stressreductie: hoe is je werk, je gezin, je zorglast? Veel vrouwen in deze leeftijdsfase zitten in de ‘sandwichgeneratie’ en zorgen voor kinderen én ouders. Dat voel je ’s nachts.

Een vrouw van 50 die geen hormoontherapie wilde vanwege familiegeschiedenis van borstkanker, ging aan de slag met CGT-i, meer beweging overdag en strengere grenzen op haar werk. Het duurde wat langer dan met hormoontherapie misschien was gegaan, maar na een paar maanden sliep ze weer vaker zes à zeven uur per nacht. Niet perfect, wel leefbaar.

Wat je wél mag verwachten van hormoontherapie – en wat niet

Om het even scherp te zetten:

Hormoontherapie kan:

  • opvliegers en nachtelijk zweten verminderen,
  • je stemming wat stabiliseren,
  • indirect je slaap verbeteren omdat je lijf rustiger wordt.

Hormoontherapie doet meestal níet:

  • al je stress en zorgen oplossen,
  • je van een avondmens in een ochtendmens veranderen,
  • álle slapeloze nachten als sneeuw voor de zon laten verdwijnen.

Zie het eerder als het dempen van de ruis, zodat jij met de andere knoppen – leefstijl, slaapgewoontes, stress – beter uit de voeten kunt.

FAQ over hormoontherapie en slaap

1. Hoe snel merk ik effect van hormoontherapie op mijn slaap?
Dat verschilt. Sommige vrouwen merken binnen twee tot drie weken dat ze minder vaak wakker worden van opvliegers. Voor anderen duurt het een paar maanden voordat de slaap echt merkbaar rustiger wordt. Het is normaal dat je lichaam even moet wennen.

2. Is het gevaarlijk om hormoontherapie te gebruiken om beter te slapen?
Hormoontherapie wordt nooit alleen maar voor slaap gegeven. Het gaat om het totaalplaatje van overgangsklachten. Er zijn risico’s en die bespreek je met je arts. Voor veel gezonde vrouwen rond de overgang kan een lage dosis, tijdelijk gebruikt, een verantwoorde optie zijn. Check betrouwbare info, bijvoorbeeld via Thuisarts.

3. Moet ik eerst een slaaponderzoek laten doen voordat ik aan hormoontherapie begin?
Niet per se. Als jouw klachten duidelijk passen bij de overgang (opvliegers, nachtelijk zweten, veranderde cyclus) is dat vaak niet nodig. Maar als je veel snurkt, ademstops hebt of overdag extreem slaperig bent, is een slaaponderzoek via een slaapcentrum wel verstandig.

4. Kan ik hormoontherapie combineren met melatonine of andere slaapmiddelen?
Dat hangt af van je situatie. Melatonine lijkt onschuldig, maar is ook een hormoon en kan je eigen ritme verstoren als je het verkeerd gebruikt. Slaapmiddelen werken verslavend en worden liever zo kort mogelijk gegeven. Bespreek altijd met je arts wat je al gebruikt voordat je met hormoontherapie start.

5. Hoe lang mag ik hormoontherapie blijven gebruiken?
Daar is geen één antwoord op. Veel richtlijnen adviseren om zo kort mogelijk en in de laagste werkzame dosis te behandelen, vaak enkele jaren. Maar wat ‘kort’ is, verschilt per vrouw. Het gaat om een afweging tussen klachten, kwaliteit van leven en risico’s. Dat doe je samen met je arts, niet in je eentje met Dr. Google.


Als je na het lezen denkt: “Dit ben ik, hier moet ik iets mee”, dan is dat geen aanstellerij maar zelfzorg. Je hoeft niet jarenlang nachten te liggen ploeteren “omdat het er nou eenmaal bij hoort”. Hormonen spelen mee, zeker. Maar je hebt meer invloed dan je misschien denkt – mét of zonder hormoontherapie.

Explore More Vrouwen

Discover more examples and insights in this category.

View All Vrouwen