Perimenopauze: als je lijf verandert en niemand het erover heeft
Het begint vaak veel eerder dan je denkt
De meeste vrouwen denken bij ‘overgang’ aan ergens rond de 50, menstruatie stopt, klaar. Maar de perimenopauze – de aanloopperiode – begint vaak al rond je 40e. Soms zelfs halverwege de dertig.
Neem Marieke, 42. Ze kwam bij haar huisarts omdat ze ‘zichzelf niet meer was’. Ze sliep slecht, werd ineens boos op haar kinderen om kleine dingen, had hartkloppingen en dacht serieus dat ze een burn-out had. Pas toen haar menstruatie een paar maanden later onregelmatig werd, viel het kwartje: dit kon wel eens met hormonen te maken hebben.
En dat is eigenlijk best wel typisch. De hormoonveranderingen beginnen vaak al jaren voordat je cyclus echt gaat rommelen. Je lijf is dus al aan het schuiven, terwijl jij nog denkt dat je gewoon ‘druk’ bent of ‘een beetje uit balans’.
Wat er onder de motorkap gebeurt
Je eierstokken zijn geen aan/uit-knop, maar meer een soort dimmer die langzaam lager wordt gezet. Oestrogeen en progesteron – de twee belangrijkste vrouwelijke geslachtshormonen – gaan schommelen. Niet netjes omlaag in een rechte lijn, maar meer als een achtbaan.
Soms heb je ineens heel veel oestrogeen, dan weer weinig. Progesteron daalt vaak wat eerder en dat merk je. Progesteron is namelijk het ‘rustgevende’ hormoon. Minder progesteron betekent: sneller geprikkeld, emotioneler, slechter slapen.
Die schommelingen kunnen allerlei gekke dingen doen met je lijf:
- je lichaamstemperatuur-regeling raakt wat van slag (hallo opvliegers)
- je hersenen krijgen andere signalen (concentratie, geheugen, stemming)
- je slijmvliezen worden droger (vagina, ogen, huid)
- je stofwisseling verandert (gewicht, energie, bloedsuiker)
En dan voelt het ineens alsof jij verandert, terwijl het eigenlijk je hormoonlandschap is dat aan het verbouwen is.
“Ben ik gek aan het worden?” – je bent niet de enige
Veel vrouwen schrikken vooral van de mentale kant. Natuurlijk zijn opvliegers irritant, maar die kun je nog weggrappen. Lastiger wordt het als je ineens in de auto zit en denkt: waar reed ik ook alweer heen? Of als je op je werk naar je scherm staart en de woorden gewoon niet willen komen.
Sanne, 47, vertelde dat ze serieus dacht dat ze beginnende dementie had. Ze vergat afspraken, moest drie keer checken of de deur op slot was en kon zich tijdens vergaderingen niet meer goed concentreren. Pas toen haar gynaecoloog het woord ‘perimenopauze’ gebruikte, viel er een soort rust: er wás een verklaring.
Die brain fog, stemmingswisselingen, sneller huilen of juist sneller boos worden – het hoort helaas vaak bij deze fase. Niet omdat jij zwak bent, maar omdat je hersenen behoorlijk gevoelig zijn voor hormoonveranderingen. Zeker als je al gevoelig bent voor angst of somberheid, kan de perimenopauze dat versterken.
Waarom artsen dit vaak missen
Hier komt een frustrerend stukje. Veel vrouwen krijgen eerst te horen dat ze ‘stress’ hebben, ‘overbelast’ zijn of ‘misschien wat depressief’. En natuurlijk: dat kan óók zo zijn. Maar de hormonale bril wordt nog vaak vergeten, zeker als je nog gewoon menstrueert.
Huisartsen zijn gewend te denken: overgang = geen menstruatie meer. Terwijl de perimenopauze juist de fase is waarin je nog wél menstrueert, maar niet meer regelmatig. Of juist nog wél regelmatig, maar met allerlei andere klachten eromheen.
Daar komt bij: rond je 40–50 stapelen de levensdingen zich op. Carrière, puberende kinderen, mantelzorg, relatie, misschien rouw of ziekte in je omgeving. Het is dus heel makkelijk om alles onder ‘drukte’ te schuiven. Jij zelf doet dat, maar je omgeving én je arts soms ook.
Als jij denkt: dit voelt hormonaal, zeg dat dan hardop in de spreekkamer. Het is helemaal niet raar om het woord perimenopauze zelf te gebruiken. Hoe concreter jij je klachten beschrijft – slapen, cyclus, stemming, libido, pijn, bloedverlies – hoe makkelijker een arts kan meedenken.
De klassiekers: signalen die vaak terugkomen
Niet iedereen heeft dezelfde klachten, maar er zijn een paar dingen die ik in gesprekken met vrouwen steeds weer hoor terugkomen.
Je menstruatie doet raar
Bij de één wordt de cyclus korter, bij de ander juist langer. Soms sla je een maand over en denk je al: is dit het? – en dan komt er alsnog een flinke bloeding. Bloedverlies kan heviger worden, met stolsels, of juist veel lichter.
Belangrijk: extreem hevig bloedverlies (elk uur je maandverband/tampon moeten vervangen, grote stolsels, duizeligheid) is níet ‘gewoon overgang’. Dat is een reden om echt even naar de huisarts te gaan.
Slapen? Wat was dat ook alweer
Veel vrouwen slapen slechter: moeilijker inslapen, vaker wakker, vroeg wakker en niet meer kunnen slapen. Soms door nachtelijke opvliegers, soms gewoon ‘klaarwakker’ om 3:00 uur met een malend hoofd.
En we weten: slecht slapen maakt alles erger. Je stemming, je eetlust, je concentratie, je pijngrens. Geen wonder dat je je overdag gesloopt voelt.
Je lijf voelt anders aan
Je kunt denken aan:
- gevoelige borsten
- vaker hoofdpijn of migraine rond de menstruatie
- spier- en gewrichtspijn
- een opgeblazen gevoel, meer buikvet
- hartkloppingen of een onrustig gevoel in je borst
Daarbij kunnen slijmvliezen droger worden: vaginale droogheid (seks die ineens pijn doet), vaker blaasontstekingen, droge ogen, een drogere huid.
Emoties op standje ‘alles of niets’
Waar je vroeger misschien redelijk stabiel was, kun je nu het ene moment prima in je vel zitten en het volgende moment in tranen uitbarsten om een reclame op tv. Ook prikkelbaarheid en een kort lontje komen veel voor. Niet handig als je kinderen net in de puberteit zitten of je werk juist veel van je vraagt.
Is dit nog ‘normaal’ of moet ik naar de huisarts?
Een belangrijke vraag. Je hóeft niet pas naar de huisarts als je ‘niet meer kunt’. Je mag ook gaan als je gewoon duidelijkheid wilt.
Ga in elk geval als:
- je bloedverlies heel hevig is of veel langer duurt dan vroeger
- je tussentijds bloedverlies hebt (dus buiten je menstruatie om)
- je pijn hebt bij het vrijen of regelmatig blaasontstekingen
- je stemming zo somber is dat je weinig plezier meer ervaart
- je angstig bent, paniekaanvallen hebt of aan jezelf twijfelt
- je hartkloppingen, benauwdheid of pijn op de borst ervaart
Op sites als Thuisarts en Gezondheidsnet vind je goede, nuchtere informatie over overgangsklachten. Handig om vooraf even te lezen, dan kun je gerichter je vragen stellen.
Wat je zelf kunt doen (zonder je hele leven om te gooien)
Nee, je hoeft niet ineens perfect te gaan leven, elke dag te mediteren en alleen nog maar groene smoothies te drinken. Maar een paar gerichte aanpassingen kunnen wél verschil maken.
Slapen: de basis waarop alles leunt
Kijk eerst eens eerlijk naar je slaapgewoonten. Veel vrouwen in deze fase werken ’s avonds nog even door, zitten tot laat op hun telefoon of ploffen uitgeput op de bank met series en wijn. Begrijpelijk, maar je brein krijgt dan weinig kans om af te schakelen.
Denk aan dingen als:
- een vast tijdstip om schermen uit te zetten (bijvoorbeeld een uur voor je naar bed gaat)
- een rustige routine: douchen, lezen, stretchen
- de slaapkamer koel houden (17–18 graden helpt bij nachtelijke opvliegers)
- cafeïne na de middag beperken
Als je merkt dat je toch blijft wakker liggen door piekeren, kan het helpen om vóór het slapen even alles van je af te schrijven. Klinkt simpel, maar het haalt een deel van de ruis uit je hoofd.
Bewegen, maar niet slopen
Beweging helpt bij stemming, gewicht, slaap én botten. Maar je hoeft jezelf niet elke dag naar de sportschool te slepen. Wandelen, fietsen, yoga, krachttraining met lichte gewichten – allemaal prima.
Let wel op: als je al moe bent, kan extreem intensief sporten averechts werken. Je stresssysteem staat in deze fase soms al hoger afgesteld. Kies liever voor regelmatig, matig intensief bewegen dan voor af en toe compleet over de rooie gaan.
Eten dat met je meewerkt
Je hoeft niet op een streng dieet, maar je lijf reageert anders op suiker en snelle koolhydraten dan toen je 25 was. Veel vrouwen merken dat ze makkelijker aankomen rond de buik.
Handige dingen om op te letten:
- genoeg eiwitten (helpen bij verzadiging en spierbehoud)
- veel groente, wat fruit, volkoren producten
- niet de hele dag door snaaien; probeer vaste eetmomenten
- alcohol minderen – hoe jammer ook, het triggert vaak opvliegers en verstoort de slaap
Je hoeft niet perfect te zijn. Maar elke kleine stap die je zet richting wat rustiger eten en drinken, helpt je lijf om met die hormoonschommelingen om te gaan.
Hormonen: wel of niet doen?
Hormoontherapie is lang bijna een soort taboe geweest, door oude onderzoeken die veel angst zaaiden. De inzichten zijn inmiddels genuanceerder. Voor sommige vrouwen kan hormonale behandeling (bijvoorbeeld oestrogeen met progesteron) veel verlichting geven bij heftige klachten.
Belangrijk om te weten:
- het is maatwerk; wat voor je vriendin werkt, hoeft voor jou niet te passen
- er wordt gekeken naar je leeftijd, je klachten, je medische voorgeschiedenis
- er zijn verschillende vormen (pleisters, gel, tabletten)
Dit is echt iets om met een huisarts of gynaecoloog te bespreken. Op Thuisarts wordt helder uitgelegd welke opties er zijn en wat de voor- en nadelen zijn.
En nee, kiezen voor hormonen is geen ‘falen’. Net zo goed als géén hormonen kiezen niet stoer of beter is. Het gaat erom dat jij een keuze maakt die past bij jouw lijf, je klachten en je leven.
Relaties, werk en het onzichtbare deel
Wat veel vrouwen me vertellen: het lastigste is niet eens de opvlieger zelf, maar het doen alsof er niks aan de hand is. Op je werk, in je relatie, bij vrienden. Je wilt niet zeuren, niet ‘die vrouw in de overgang’ zijn, dus je slikt veel in.
Maar eerlijk: het wordt vaak lichter als je er wél woorden aan geeft. Tegen je partner: “Ik hou van je, maar ik ben sneller geïrriteerd de laatste tijd. Het ligt niet altijd aan jou, soms is het echt mijn lijf.” Op je werk: “Ik slaap al een tijd slecht door hormonale klachten, dus als ik soms wat trager lijk, ligt het daaraan.”
Je hoeft geen medische presentatie te geven, maar een beetje context kan al zoveel misverstanden voorkomen.
Je bent niet ‘klaar’, je bent aan het verschuiven
De perimenopauze voelt voor veel vrouwen als een soort einde. Einde van vruchtbaarheid, einde van ‘jong zijn’, einde van hoe je jezelf kende. Dat kan rauw binnenkomen.
Maar er zit ook een andere kant aan. Veel vrouwen vertellen dat ze, als de ergste hormonale storm wat is gaan liggen, juist meer rust en scherpte ervaren. Minder bezig met wat anderen vinden, meer met: wat wil ík eigenlijk?
Het helpt om die perimenopauze niet alleen te zien als een verlies, maar ook als een overgangsritueel waar we in onze maatschappij nooit echt woorden voor hebben gegeven. Je lijf zegt: er breekt een nieuwe fase aan. Dat is spannend, soms pijnlijk, maar niet per se alleen maar negatief.
Waar je betrouwbare info en steun vindt
Online is er veel te vinden, maar niet alles is even nuchter of betrouwbaar. Een paar plekken waar je rustig kunt rondneuzen:
- Thuisarts – overgang: duidelijke uitleg over klachten, onderzoeken en behandelingen.
- Gezondheidsnet – overgang: artikelen over klachten, leefstijl en ervaringen van andere vrouwen.
- Vrouwenpoli of menopauzepoli in jouw regio (via Gezondheidsnet): handig als je graag met een specialist wilt praten.
En misschien wel de belangrijkste tip: praat erover. Met vriendinnen, collega’s, je partner, je huisarts. Je hoeft deze fase niet alleen uit te vogelen.
Veelgestelde vragen over de perimenopauze
Hoe weet ik of ik in de perimenopauze zit?
Er is geen simpele bloedtest die het altijd bevestigt. Artsen kijken vooral naar je leeftijd, je menstruatiepatroon en je klachten. Onregelmatige menstruatie in combinatie met bijvoorbeeld opvliegers, slechter slapen en stemmingswisselingen rond de 40–50 jaar past vaak bij perimenopauze. Een huisarts of gynaecoloog kan meedenken en andere oorzaken uitsluiten.
Hoe lang duurt de perimenopauze gemiddeld?
Dat verschilt per vrouw. Bij sommigen een jaar of twee, bij anderen vijf tot tien jaar. Gemiddeld zit je ergens rond de vier tot zes jaar in deze overgangsfase. De menopauze zelf is één tijdstip: de dag van je laatste menstruatie. Pas als je een jaar niet meer ongesteld bent geweest, weet je dat die dag achter je ligt.
Kan ik nog zwanger worden in de perimenopauze?
Ja. Zolang je nog menstrueert – hoe onregelmatig ook – kun je in principe nog zwanger worden. Als je geen kinderwens (meer) hebt, is anticonceptie dus nog steeds belangrijk. Bespreek met je huisarts welke vorm in deze fase het beste bij je past.
Moet ik bloed laten prikken om zeker te weten dat het de perimenopauze is?
Meestal niet. Hormoonwaarden schommelen in deze fase zo sterk dat één meting weinig zegt. Daarom wordt de diagnose vaak gesteld op basis van je klachten en leeftijd. Alleen in bijzondere situaties, of als je erg jong bent, kan aanvullend onderzoek zinvol zijn.
Helpen supplementen of ‘natuurlijke’ middelen tegen klachten?
Sommige vrouwen ervaren verlichting van bijvoorbeeld fyto-oestrogenen (plantaardige stoffen), zwarte cohosh of bepaalde kruiden. Het bewijs is wisselend en niet alle middelen zijn onschuldig. Bespreek altijd met je huisarts of apotheker wat je gebruikt of wilt gaan gebruiken, zeker als je ook medicijnen slikt.
Related Topics
Slapen in het Derde Trimester: Praktische Tips voor Aanstaande Moeders
Slapen in het Eerste Trimester: Essentiële Tips voor Aanstaande Moeders
Waarom je slaap ineens raar doet – en je hormonen meer weten dan jij
Endometriose en Slaap: Hoe je Beter Kunt Slapen
PCOS en slaapproblemen: waarom je zo moe bent, zelfs na 8 uur in bed
Waarom je nachtrust ineens instort als je hormonen veranderen