Te lang dutten overdag – wanneer wordt het ongezond?
Dat dutje van 20 minuten dat ineens 2 uur duurt
Stel je voor: je werkt thuis, laptop dicht na de lunch, en je denkt: “Ik ga heel even liggen, ik ben zó moe.” Je zet geen wekker, want je “voelt het zelf wel”. Nou ja, dat denk je. Je wordt wakker, kijkt op je telefoon en ziet dat er bijna twee uur voorbij zijn. Je voelt je niet fris, maar alsof je uit de verkeerde film komt.
Dat is precies het probleem met te lange dutjes overdag: ze lossen je vermoeidheid vaak niet echt op, maar schuiven het alleen maar door. En ondertussen raakt je biologische klok in de war.
Waarom een kort dutje wél slim kan zijn
Een kort dutje van ongeveer 10 tot 20 minuten blijft in de lichte slaap. Dat is het stadium waarin je brein even kan herstellen, zonder dat je in een diepe slaap zakt. Je wordt dan meestal wakker met:
- meer concentratie
- beter humeur
- minder slaperigheid
Zodra je langer gaat slapen – zeg 45 minuten of meer – kom je in diepere slaapfasen. Word je daar middenin uitgehaald, dan krijg je dat bekende “katoenen hoofd”: suf, verward, chagrijnig. En dan voelt het alsof dat dutje je dag gestolen heeft.
Wanneer wordt een dutje “te lang”?
Er is geen stopwatch-wet, maar grofweg kun je zeggen:
- tot ongeveer 20 minuten: vaak verfrissend
- 30 tot 60 minuten: groter risico op slaapdronken wakker worden
- langer dan 60 minuten: gaat vaak ten koste van je nachtrust
Als je merkt dat je standaard meer dan een half uur slaapt, of zelfs echt in een middagslaap van anderhalf uur belandt, dan is dat meestal een teken dat er in je leefstijl of nachtrust iets niet lekker loopt.
Neem Sanne, 34 – “ik ben gewoon een middagslaper” (of toch niet?)
Sanne werkt in de zorg, onregelmatige diensten, veel stress. Ze vertelt dat ze “altijd al” een middagdutje nodig heeft. In het weekend gaat ze na de lunch liggen en slaapt ze makkelijk anderhalf uur. ‘s Avonds ligt ze dan tot na middernacht wakker. Haar conclusie: “Ik ben gewoon een avondmens.”
Kijk je er iets kritischer naar, dan zie je iets anders gebeuren. Onregelmatige diensten, koffie tot laat in de middag, scrollen in bed en geen vaste bedtijd. Haar lichaam krijgt ‘s nachts eigenlijk nooit echt de kans om goed bij te tanken. Die lange dutjes zijn dus geen luxe, maar noodreparaties.
En daar zit de kern: te lange dutjes zijn vaak een pleister, geen oplossing.
Leefstijlgewoontes die lange dutjes in de hand werken
1. Te weinig (of onrustige) nachtrust
Het klinkt bijna te simpel, maar als je nacht structureel te kort is, ga je overdag bijtanken. Laat naar bed, vroeg op, nog even een serie, nog even de was, nog even mail checken… voor je het weet slaap je 5 à 6 uur per nacht.
Je lichaam is daar niet voor gemaakt. De drang om overdag te slapen wordt dan sterker, en als je eenmaal ligt, pakt je lijf wat het kan krijgen: een lang dutje.
2. Ongelijke slaaptijden – je biologische klok raakt de weg kwijt
Als je de ene dag om 23.00 uur naar bed gaat en de volgende om 01.30 uur, en in het weekend tot 10.30 uitslaapt, dan raakt je interne klok eigenlijk de kluts kwijt. Dat maakt je overdag slaperiger, vooral in de middag.
Veel mensen denken dan: “Ik ben gewoon na de lunch altijd moe.” Maar vaak is het een optelsom van onregelmatige tijden, weinig daglicht en veel schermlicht.
3. Zware maaltijden en suikerdips
Die klassieke after-lunch dip is niet alleen maar “gewoon menselijk”. Een grote, zware lunch met veel snelle koolhydraten – wit brood, zoete drankjes, snacks – geeft eerst een suikerkick en daarna een forse dip. Je voelt je loom, je ogen vallen dicht, en het idee van “even liggen” wordt ineens heel aantrekkelijk.
Eet je vaak zo, dan leer je je lichaam eigenlijk: “Na de lunch gaan we slapen.” Geen wonder dat die dutjes steeds langer worden.
4. Te weinig beweging overdag
Als je werk vooral uit zitten bestaat – bureau, auto, bank – dan raakt je lichaam in een soort energiebesparingsstand. Je voelt je moe, maar het is geen “echte” moeheid van inspanning, eerder een soort sloomheid.
Het lastige is: je denkt dat je slaap nodig hebt, maar vaak heeft je lijf juist beweging nodig. Een kwartier wandelen buiten kan soms meer doen dan een uur slapen.
5. Koffie als redmiddel (op het verkeerde moment)
Koffie in de ochtend? Prima, voor veel mensen werkt dat goed. Maar koffie in de late middag om je door die dip heen te slepen, zorgt er vaak voor dat je ‘s avonds lastiger in slaap valt. En wat gebeurt er als je slecht slaapt? Juist, de volgende dag ben je zo moe dat je weer een lang dutje wilt.
Zo ontstaat een kringetje: slecht slapen → moe → koffie en lang dutje → weer slecht slapen.
Wanneer lange dutjes een waarschuwingssignaal zijn
Laten we eerlijk zijn: soms gaat het niet alleen om leefstijl. Te lange dutjes kunnen ook een signaal zijn dat er iets medisch of psychisch speelt.
Denk bijvoorbeeld aan:
- slaapapneu (je adem stokt ‘s nachts, waardoor je slaap steeds onderbroken wordt)
- depressie of burn-out
- bepaalde medicijnen die sufheid geven
- schildklierproblemen
Als je merkt dat je overdag bijna niet wakker kúnt blijven, dat je in de trein, op de bank en zelfs tijdens gesprekken wegdommelt, dan is dat meer dan “een beetje moe”. In dat geval is het slim om je huisarts te bellen en je klachten te bespreken. Op Thuisarts vind je betrouwbare informatie over vermoeidheid en slaapproblemen, maar een persoonlijk gesprek blijft belangrijk.
De verborgen invloed op je nachtrust
Te lange dutjes overdag hebben een soort domino-effect op je slaap:
- je bouwt minder slaapdruk op (dat natuurlijke gevoel van slaperigheid na een lange dag wakker zijn)
- je valt ‘s avonds moeilijker in slaap
- je wordt vaker ‘s nachts wakker
- je wordt ‘s ochtends minder uitgeslapen wakker
En dan denk je weer: “Zie je wel, ik heb dat middagdutje nodig.” Terwijl dat dutje juist onderdeel van het probleem is geworden.
De Hersenstichting legt mooi uit hoe je slaap in elkaar zit en waarom regelmaat zo belangrijk is. Hun uitleg over slaapfasen en slaapkwaliteit is de moeite waard om eens rustig door te lezen: Hersenstichting – Slaap.
Hoe kort je je dutjes zonder jezelf te martelen?
Nu komt de praktische kant. Want ja, als je gewend bent om een uur te slapen, voelt 20 minuten in het begin bijna zinloos. Maar je kunt je lichaam trainen.
Stap 1: Spreek met jezelf een maximum af
Kies een duidelijke grens, bijvoorbeeld 20 minuten. Zet een wekker. Echt doen. Zonder wekker ga je op gevoel, en dat gevoel is bij vermoeidheid vaak niet zo betrouwbaar.
Voelt 20 minuten als een brug te ver? Begin met 30 en werk langzaam terug. Het gaat erom dat je dutje niet in die diepe slaap duikt.
Stap 2: Dut op de juiste tijd
De beste tijd voor een kort dutje ligt meestal ergens tussen 13.00 en 15.00 uur. Later op de middag vergroot je de kans dat je ‘s avonds ligt te draaien. Een dutje om 17.30 uur is vragen om ellende als je om 23.00 uur naar bed wilt.
Stap 3: Maak het dutje nét niet té comfortabel
Klinkt gek, maar als je een dutje op bed doet, met pyjama, verduisterde gordijnen en alles erop en eraan, dan is de kans groot dat je een halve nacht naspeelt.
Probeer eens:
- op de bank in plaats van in bed
- gordijnen half open
- geen dekbed, hooguit een plaid
Zo geef je je lichaam het signaal: dit is een korte pauze, geen volledige slaap.
Stap 4: Bouw tegelijk aan een betere nacht
Alleen aan dutjes sleutelen heeft weinig zin als je nachtrust een chaos blijft. Denk aan:
- vaste bedtijd en vaste opsta-tijd (ja, ook in het weekend ongeveer hetzelfde)
- schermen minimaal een half uur voor het slapengaan uit
- een rustige avondroutine: lezen, warme douche, een kort ommetje
Op Slaapinfo.nl / Slaapinstituut vind je veel praktische tips om je slaapkamer en gewoontes slaapvriendelijker te maken.
Maar wat als ik zó moe ben dat ik echt langer móét slapen?
Soms heb je van die dagen. Na een nachtdienst, een ziek kind, of een lange autorit. Dan is een langer dutje niet per se “fout”. Zie het dan als een uitzondering, niet als je standaard.
Als je merkt dat je eigenlijk elke dag denkt: “Ik trek het niet zonder lang dutje,” dan is dat een signaal om iets groter te kijken:
- Slaap je structureel te kort?
- Ben je mentaal of emotioneel overbelast?
- Is je werk-privébalans zoek?
Op Gezondheidsnet staan veel artikelen over vermoeidheid, stress en slaap. Soms helpt het al om te lezen hoe normaal het is dat mensen hiermee worstelen – en welke stappen mogelijk zijn.
Leefstijl als zachte wekker: kleine dingen, groot effect
Je hoeft je leven niet om te gooien om minder lange dutjes nodig te hebben. Een paar kleine aanpassingen kunnen al veel doen.
Denk aan:
- Licht pakken in de ochtend: even naar buiten, al is het maar 10 minuten. Daglicht zet je interne klok aan.
- Regelmatiger eten: niet overslaan, niet overeten, en wat minder snelle suikers. Dat scheelt energie-dips.
- Korte beweegmomenten: elk uur even opstaan, trap pakken, een blokje om. Je lijf wakker houden helpt je brein.
- Cafïne-tijd begrenzen: probeer na 15.00 uur geen koffie meer te drinken.
Het zijn simpele dingen, maar samen sturen ze één duidelijke boodschap naar je lichaam: “Je mag overdag wakker zijn en ‘s nachts slapen.”
Wanneer naar de huisarts met je dutjesgedrag?
Er zijn een paar situaties waarin het verstandig is om hulp te zoeken:
- je valt overdag bijna overal in slaap, ook als je dat niet wilt
- je hebt ‘s nachts veel last van snurken, ademstops of verstikkingsgevoel
- je voelt je al weken somber, leeg of opgebrand
- je lange dutjes geven nauwelijks verlichting van je moeheid
Je huisarts kan met je meekijken, vragen stellen over je slaap, eventueel bloedonderzoek doen of je verwijzen naar een slaapcentrum. Het RIVM en Thuisarts bieden goede achtergrondinformatie, maar een persoonlijk plan maak je samen met een professional.
Een korte samenvatting, zonder te dutten
Te lange dutjes overdag zijn zelden “gewoon een fijne gewoonte”. Meestal zijn ze een signaal dat je:
- ‘s nachts niet goed of niet lang genoeg slaapt
- je dagritme en leefstijl je slaap verstoren
- of dat er iets anders speelt waar je lijf mee worstelt
Een kort dutje kan je beste vriend zijn. Een lang dutje wordt al snel die vriend die te lang blijft hangen en je planning in de war schopt.
Door je dutjes in te korten, je nachtrust serieuzer te nemen en kleine leefstijlaanpassingen te doen, kun je vaak al veel winst boeken. En als je het niet alleen redt, is het geen zwakte om hulp te vragen. Het is juist een teken dat je je lichaam serieus neemt.
Veelgestelde vragen over te lange dutjes
1. Is het slecht als ik elke dag een dutje doe?
Niet per se. Een kort dutje van 10–20 minuten, op een vast tijdstip in de vroege middag, kan prima passen in een gezonde leefstijl. Het wordt problematisch als je dutjes lang zijn, je nachtrust verstoren of als je zonder dutje je dag niet doorkomt.
2. Hoe weet ik of mijn vermoeidheid “normaal” is?
Als je na een redelijke nacht (7–9 uur slaap) meestal voldoende energie hebt om de dag door te komen, zit je vaak goed. Word je ondanks voldoende uren slapen niet uitgerust wakker, of ben je overdag voortdurend slaperig, dan is dat een reden om verder te kijken en eventueel je huisarts te raadplegen.
3. Helpt een lange middagslaap om slaaptekort in te halen?
Eenmalig, na een korte nacht, kan een langere middagslaap je iets op de been houden. Maar structureel slaaptekort los je er niet mee op. Je verschuift het probleem naar de avond en nacht, waardoor je in een vicieuze cirkel terechtkomt.
4. Ik voel me na korte dutjes juist beroerd, wat nu?
Dat kan wennen zijn. Als je gewend bent diep te slapen overdag, voelt een kort dutje in het begin onrustig en “te kort”. Geef jezelf een week of twee om eraan te wennen. Combineer het met een beter avondritme en vaste bedtijden. Wordt het echt niet beter, of blijf je extreem moe, dan is het verstandig om medische oorzaken uit te sluiten.
5. Is dutten op latere leeftijd anders dan als je jong bent?
Oudere mensen dutten vaak wat vaker, maar dat betekent niet dat je hele middagen zou moeten slapen. Ook op latere leeftijd is een redelijk vaste nachtrust belangrijk. Als je merkt dat je als oudere volwassene steeds langer en vaker dut, bespreek het dan met je huisarts; soms speelt er iets als slaapapneu, hart- of longproblemen, of een bijwerking van medicijnen.
Related Topics
Altijd te laat naar bed? Zo breek je met je onregelmatige slaapritme
Waarom je scherm je wakker houdt – en wat je eraan kunt doen
Waarom suiker jouw slaap stiekem verpest
Waarom je telefoon je slaap stiekem saboteert (en hoe je terugvecht)
Waarom dat slaapmutsje je nachtrust eigenlijk sloopt
Waarom rokers zo vaak slecht slapen (en het zelf niet doorhebben)