Waarom te weinig beweging én slaap je leven stiekem slopen
Hoe we massaal de hele dag zitten en dan slecht slapen
We bewegen minder dan ooit. Thuiswerken, online vergaderen, boodschappen laten bezorgen, series bingen. En dan verwachten we ’s avonds dat ons lijf braaf in slaapstand gaat. Dat is eigenlijk een beetje alsof je een auto de hele dag in de garage laat staan en dan ineens verwacht dat hij zonder problemen een lange rit kan maken.
Neem Sanne, 34 jaar, kantoorbaan, twee jonge kinderen. Ze zit bijna de hele dag: aan de keukentafel met haar laptop, in de auto naar de opvang, ’s avonds uitgeblust op de bank. Tegen middernacht duikt ze haar bed in, om 06.30 uur gaat de wekker weer. Ze noemt zichzelf “gewoon moe, zoals iedereen”. Maar moe is haar nieuwe normaal geworden.
Dat patroon – veel zitten, weinig echte beweging, korte of onrustige nachten – zien huisartsen en bedrijfsartsen nou ja, aan de lopende band. Het is niet spectaculair, niet dramatisch, maar het knaagt. Aan je concentratie, je gewicht, je stemming, je weerstand.
Wat er in je lijf gebeurt als je te weinig slaapt
Te weinig slaap is niet alleen “een beetje suf zijn”. Tijdens je slaap gebeurt er van alles:
- Je hersenen ruimen als het ware afvalstoffen op.
- Je geheugen verwerkt wat je overdag hebt meegemaakt.
- Hormonen die je eetlust, stress en herstel regelen, worden bijgesteld.
Als je structureel te weinig slaapt (denk aan minder dan 6 à 7 uur per nacht, voor de meeste volwassenen), raakt dat systeem in de war. Je krijgt meer honger, vooral trek in snelle suikers. Je stresshormoon cortisol blijft hoger. Je reageert emotioneler, prikkelbaarder. En je weerstand gaat omlaag.
De Hersenstichting beschrijft mooi hoe slaap en hersenfunctie samenhangen. Het is niet alleen “lekker uitgerust zijn”, het gaat ook over concentratie, geheugen en stemming.
En dan komt het venijnige stukje: als je moe bent, heb je minder zin om te bewegen. Dus je ploft sneller neer op de bank. Waardoor je ’s avonds vaak óók weer minder goed in slaap komt. Mooie vicieuze cirkel, toch?
En wat doet te weinig beweging dan precies?
Te weinig bewegen is meer dan “niet sporten”. Je kunt nooit in een sportschool komen en tóch voldoende bewegen, als je veel loopt, fietst, huishoudelijk werk doet, traploopt. Het probleem is dat veel mensen én niet sporten én de rest van de dag vooral zitten.
Bij te weinig beweging zie je onder andere:
- Je spieren worden slapper, je houding verslapt.
- Je verbranding gaat omlaag.
- Suiker en vetten in je bloed worden minder goed verwerkt.
- Je hart- en vaatstelsel krijgt weinig training.
Volgens het RIVM halen veel volwassenen de beweegrichtlijnen niet: minimaal 150 minuten per week matig intensief bewegen (wandelen, fietsen) én minstens twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten. Klinkt misschien veel, maar over de week verspreid valt het eigenlijk best wel mee.
En dan komt de koppeling met slaap: mensen die meer bewegen, slapen vaak beter. Niet per se langer, maar dieper en rustiger. Je lijf heeft dan namelijk écht iets te herstellen.
De giftige combi: weinig slaap + weinig beweging
Op zichzelf zijn korte nachten vervelend. En een paar luie weken ook. Maar de combinatie, maanden- of jarenlang, is waar het misgaat.
Je kunt het een beetje zien als een bankrekening:
- Slaap is je herstelbudget.
- Beweging is je investering in conditie, spieren en stofwisseling.
Als je weinig slaapt, stort je minder bij op je herstelrekening. Als je ook nog weinig beweegt, geef je eigenlijk steeds geld uit zonder ooit verstandig te investeren. Je komt in de min te staan. Eerst merk je het aan kleine dingen: sneller kortaf, vaker hoofdpijn, moeite om je te focussen in een overleg.
Neem Karim, 42, IT’er. Hij slaapt gemiddeld 5,5 uur per nacht, werkt veel over, luncht achter zijn scherm en sport “als het uitkomt” – dus bijna nooit. Hij is niet doodziek, maar wel:
- Altijd moe
- Vaak verkouden
- Aangekomen zonder dat hij “zoveel meer eet”
Zijn huisarts zegt niet meteen: “Dit komt door je leefstijl”, maar het speelt natuurlijk wel mee. De combinatie van weinig beweging en slaap verstoort hormonen die je eetlust, bloedsuiker en vetopslag regelen. Dat merk je niet in één week, maar na jaren wel degelijk.
Waarom we dit zo vaak wegwuiven
We zijn er goed in geworden om moeheid normaal te vinden. “Iedereen is moe”, “Hoort bij druk zijn”, “Ik functioneer prima op vijf uur slaap hoor.” Herken je dat soort zinnen?
Het lastige is: je lijf past zich aan. Als je maandenlang slecht slaapt, voelt dat op een gegeven moment gewoon als jouw baseline. Je weet eigenlijk niet meer hoe het is om echt uitgerust te zijn. En als je al jaren weinig beweegt, voelt een trap oplopen al snel als topsport. Dan denk je: zie je wel, sporten is niks voor mij.
Artsen zien dit ook. Op Thuisarts.nl wordt moeheid beschreven als iets wat vaak met leefstijl te maken heeft, maar mensen zoeken meestal een “medische oorzaak”. Een tekort aan vitamine, een rare ziekte. Terwijl leefstijl vaak minstens zo’n grote rol speelt.
Hoe merk je dat je leefstijl je slaap en energie sloopt?
Een paar signalen die veel mensen herkennen, maar niet altijd serieus nemen:
- Je wordt vaker moe wakker dan uitgerust.
- Je hebt overdag standaard behoefte aan koffie of suiker om “door te kunnen”.
- Je zit het grootste deel van je werkdag én je avond.
- Je merkt dat je sneller prikkelbaar bent, thuis of op werk.
- Je hebt moeite om je te concentreren op langere taken.
- Je slaapt wel in, maar wordt ’s nachts vaak wakker met een onrustig gevoel.
En nee, als je een keer een slechte nacht hebt of een drukke week, is dat niet meteen een ramp. Het gaat om patronen. Als dit al maanden of jaren speelt, mag er best een lampje gaan branden.
Slaap en beweging: wie moet je eerst aanpakken?
Goeie vraag: moet je eerst beter gaan slapen om meer energie te hebben om te bewegen, of eerst meer gaan bewegen om beter te slapen? Het eerlijke antwoord: je hoeft niet te kiezen. Maar het helpt om klein te beginnen, bij datgene wat voor jou het minst onmogelijk voelt.
Voor sommige mensen is het makkelijker om met beweging te starten. Bijvoorbeeld:
- Elke dag na het avondeten 10 à 15 minuten wandelen.
- De fiets pakken naar de supermarkt in plaats van de auto.
- Tijdens telefoongesprekken in huis rondlopen in plaats van blijven zitten.
Anderen vinden het fijner om eerst iets aan hun slaaproutine te doen:
- Een vaste bedtijd en opsta-tijd kiezen (ook in het weekend ongeveer gelijk).
- Een uur voor het slapengaan schermen uit of op z’n minst dimmen.
- Geen zware maaltijden of energiedrankjes laat op de avond.
Op sites als Gezondheidsnet vind je praktische tips om je slaapgedrag stap voor stap aan te passen.
Het punt is: je hoeft niet in één keer alles om te gooien. Eén kleine verandering kan al genoeg zijn om een positieve spiraal te starten. Iets beter slapen → iets meer energie → iets meer bewegen → weer beter slapen.
De valkuil van “alles of niets”
Veel mensen denken: als ik het doe, wil ik het goed doen. Dus drie keer per week naar de sportschool, 8 uur slapen, geen koffie na 15.00 uur, perfect eetpatroon. En omdat dat totaal niet past in hun huidige leven, doen ze… niks.
Maar je lijf reageert al op kleine aanpassingen. Een paar voorbeelden uit de praktijk:
- Iemand die van 5 naar 6 uur slaap per nacht gaat, merkt soms al minder gejaagdheid.
- Iemand die elke dag een half uur wandelt, meldt vaak na een paar weken een rustiger hoofd en betere nachten.
Neem Lisa, 29, docent. Ze was ervan overtuigd dat ze “nu eenmaal slecht sliep”. In plaats van haar hele leven om te gooien, besloot ze:
- Elke werkdag 20 minuten te wandelen na school.
- Haar telefoon buiten de slaapkamer te laten.
Na drie weken sliep ze niet ineens als een roosje 9 uur per nacht, maar ze werd wél minder vaak wakker, had minder piekergedachten in bed en voelde zich overdag minder wiebelig in haar energie. Niet perfect, wel beter. En beter is al winst.
Hoe pak je dit aan als je leven gewoon druk is?
Het standaardadvies “ga eerder naar bed en ga meer sporten” is leuk, maar niet erg realistisch als je een druk gezin, onregelmatige diensten of mantelzorgtaken hebt. Dan moet het passen in de chaos van alledag.
Een paar strategieën die vaak wél werken:
Maak van bewegen iets wat je toch al doet
In plaats van “ik moet gaan sporten”, kun je denken: waar kan ik beweging inbouwen in wat ik toch al doe?
- Met de kinderen naar de speeltuin? Loop en klim mee in plaats van op het bankje te zitten.
- Boodschappen? Fiets erheen, neem een rugzak mee.
- Op werk? Neem standaard de trap, loop naar collega’s toe in plaats van mailen.
Die beetjes tikken bij elkaar op. Je hoeft niet in sportkleding te staan om je lijf in beweging te zetten.
Bescherm een mini-slaaptijd
Misschien kun je niet elke nacht 8 uur slapen. Maar kun je wel een minimale ondergrens afspreken met jezelf. Bijvoorbeeld: “Ik ga doordeweeks niet later dan 23.00 uur naar bed.” Of: “Ik sta elke dag rond dezelfde tijd op, ook in het weekend.”
Je brein houdt van voorspelbaarheid. Vaste tijden helpen je slaap-waakritme zich te herstellen, zelfs als de totale duur nog niet ideaal is.
Stop met vechten tegen moeheid met suiker en cafeïne
Dat klinkt streng, maar kijk eens eerlijk naar je dag. Hoe vaak pak je koffie, energydrink, chocola of koek om een dip te overbruggen? Dat geeft een korte opleving, maar daarna zak je nóg dieper weg.
Als je merkt dat je structureel zulke “oppeppers” nodig hebt, is dat vaak een signaal dat je slaap en beweging niet in balans zijn. Probeer een deel van die momenten te vervangen door even naar buiten te gaan, een glas water te drinken of een korte rek- en streksessie te doen. Niet zo spectaculair, wel vriendelijker voor je lijf.
Wanneer is het tijd om naar de huisarts te gaan?
Leefstijl speelt een grote rol, maar niet álles is ermee op te lossen. Twijfel je of er meer aan de hand is, dan is naar de huisarts gaan geen overbodige luxe. Bijvoorbeeld als:
- Je al maanden extreem moe bent, ook als je meer slaapt.
- Je zonder duidelijke reden veel afvalt of juist aankomt.
- Je ’s nachts vaak wakker schrikt met hartkloppingen of ademnood.
- Je partner aangeeft dat je veel snurkt of ademstops hebt.
- Je somber bent, nergens meer zin in hebt, of piekert tot diep in de nacht.
Op Thuisarts.nl kun je alvast lezen welke vragen een huisarts kan stellen bij slaapproblemen. Dat helpt je om je verhaal voor te bereiden.
Een huisarts kan met je meekijken: is het “gewoon” leefstijl, speelt er stress, of moet er aanvullend onderzoek worden gedaan (bijvoorbeeld naar slaapapneu, schildklierproblemen, bloedarmoede)?
Kleine stappen, groot effect – als je ze volhoudt
Te weinig beweging en slaap sluipen er langzaam in. Het goede nieuws: gezondere gewoontes kunnen net zo goed langzaam je leven in sluipen. Je hoeft niet morgen een heel nieuw mens te zijn.
Je zou kunnen beginnen met jezelf één vraag te stellen:
Wat is één kleine verandering die ik deze week kan volhouden, waardoor ik óf iets meer beweeg, óf iets beter slaap?
Misschien is dat:
- Elke dag na het eten 10 minuten naar buiten.
- De tv een half uur eerder uit en een boek lezen in bed.
- De telefoon niet meer als wekker gebruiken, zodat hij je slaapkamer uit kan.
Het klinkt allemaal bijna te simpel. Maar precies die simpele dingen zijn vaak het verschil tussen altijd “net aan” leven en het gevoel hebben dat je lijf weer een beetje met je meewerkt.
Je hoeft niet perfect te zijn. Maar je mag jezelf wél gunnen om niet jarenlang moe en zittend door het leven te gaan.
Veelgestelde vragen over te weinig beweging en slaap
1. Hoeveel slaap heb ik eigenlijk nodig als volwassene?
De meeste volwassenen hebben tussen de 7 en 9 uur slaap per nacht nodig. Er zijn verschillen per persoon, maar structureel minder dan 6 uur slapen levert bij veel mensen klachten op, ook al denk je dat je “eraan gewend” bent.
2. Is wandelen echt genoeg als beweging?
Voor veel mensen is stevig wandelen een heel goede vorm van beweging. Als je regelmatig (bijvoorbeeld dagelijks) 20 à 30 minuten in een flink tempo loopt, telt dat mee als matig intensieve beweging. Aanvullen met wat spierversterkende oefeningen (traplopen, squats, tillen) is wel verstandig.
3. Helpt sporten ’s avonds of maakt dat slapen juist moeilijker?
Dat verschilt per persoon. Zware, intensieve sport vlak voor het slapengaan kan je juist wakkerder maken. Maar een wandeling, rustige yoga of fietsen in de vroege avond helpt veel mensen om beter te slapen. Experimenteer een beetje met tijdstip en intensiteit.
4. Kun je een slaaptekort in het weekend inhalen?
Je kunt je tijdelijk iets beter voelen als je uitrust in het weekend, maar structureel slaaptekort los je er niet mee op. Een regelmatig slaapritme met voldoende uren per nacht werkt beter dan doordeweeks “schulden maken” en in het weekend proberen bij te slapen.
5. Ik beweeg weinig en slaap slecht, waar begin ik?
Begin klein. Kies óf een vaste bedtijd (en houd die twee weken vol), óf een dagelijkse beweeggewoonte (bijvoorbeeld elke dag 15 minuten wandelen). Kijk wat het met je doet en bouw dan rustig uit. Als je ondanks zulke veranderingen moe blijft, is een gesprek met je huisarts verstandig.
Handige links om verder te lezen
- RIVM – Beweegrichtlijnen: https://www.rivm.nl/beweegrichtlijnen
- Thuisarts – Moeheid: https://www.thuisarts.nl/moeheid
- Thuisarts – Slaapproblemen: https://www.thuisarts.nl/slaapproblemen
- Hersenstichting – Slaap en hersenen: https://www.hersenstichting.nl/alles-over-hersenen/gezonde-hersenen/slaap
- Gezondheidsnet – Dossiers over slaap: https://www.gezondheidsnet.nl/slaap
Related Topics
Altijd te laat naar bed? Zo breek je met je onregelmatige slaapritme
Waarom je scherm je wakker houdt – en wat je eraan kunt doen
Waarom suiker jouw slaap stiekem verpest
Waarom je telefoon je slaap stiekem saboteert (en hoe je terugvecht)
Waarom dat slaapmutsje je nachtrust eigenlijk sloopt
Waarom rokers zo vaak slecht slapen (en het zelf niet doorhebben)