Waarom COPD en slapen zo slecht samen gaan
Waarom de nacht voor veel COPD-patiënten de zwaarste shift is
Overdag kun je je nog afleiden. Even zitten, ramen open, inhalator bij de hand. Maar ’s nachts lig je plat, is het stil, en valt elk zuchtje adem op. Veel mensen met COPD vertellen hetzelfde verhaal: ze slapen in blokjes, worden meerdere keren wakker, moeten rechtop gaan zitten om lucht te krijgen en zijn ’s ochtends gebroken.
Neem Marianne, 64, ex-roker met ernstig COPD. Overdag redt ze zich redelijk met haar pufjes en zuurstof. Maar zodra ze naar bed gaat, begint de ellende. Ze slaapt half zittend, met drie kussens achter haar rug. Ligt ze toch even plat, dan schrikt ze na tien minuten wakker: hart tekeer, gevoel van verstikking. “Het is alsof iemand mijn borst dichtknijpt zodra ik ga liggen,” zegt ze. Dat is niet alleen beleving. Er zitten heel concrete lichamelijke redenen achter.
Wat er in je longen gebeurt als je gaat liggen
Liggen verandert de druk in je borstkas
Als je plat ligt, verschuift je buikinhoud iets omhoog richting je middenrif. Bij gezonde longen is dat meestal geen probleem. Maar bij COPD zijn de longen vaak al “overvol” met lucht (hyperinflatie), het middenrif staat lager en is minder krachtig. Dat middenrif moet dan nóg harder werken om lucht naar binnen te krijgen.
Gevolg: je ademhaling wordt oppervlakkiger en sneller, en dat merk je als benauwdheid. Zeker als je longfunctie al beperkt is, kan dat verschil tussen zitten en liggen best wel groot zijn.
Vernauwde luchtwegen sluiten makkelijker in rugligging
Bij COPD zijn de kleine luchtwegen chronisch ontstoken en vernauwd. In rugligging kunnen sommige van die kleine luchtwegen eerder dichtklappen, vooral in de onderste longvelden. Dat betekent minder effectieve gasuitwisseling: minder zuurstof in het bloed, meer koolzuur dat achterblijft. Je lichaam reageert daarop met snellere ademhaling en onrustige slaap.
Slijm, hoest en micro-ontstekingen
Veel mensen met COPD hebben last van chronische slijmvorming. In liggende houding verplaatst dat slijm zich, wat prikkelhoest kan uitlokken. Je kent het misschien: overdag valt het mee, maar zodra je gaat liggen, begin je te hoesten. Elke hoestbui onderbreekt je slaap, en je ademspieren raken nog meer uitgeput.
COPD en zuurstoftekort: de stille slaapverstoorder
Nachtelijke hypoxie – wat betekent dat nou eigenlijk?
Bij COPD kan het zuurstofgehalte in het bloed ’s nachts dalen, zelfs als het overdag nog redelijk is. Dat heet nachtelijke hypoxie. Je merkt dat niet altijd direct als “ik stik nu”, maar je lichaam wel:
- je wordt vaker wakker zonder duidelijke reden
- je hartslag schiet omhoog
- je slaapt oppervlakkiger en onrustiger
Op langere termijn kan dat bijdragen aan vermoeidheid overdag, hoofdpijn in de ochtend en bij sommige mensen zelfs verergering van hart- en vaatproblemen.
Koolzuur die zich ophoopt tijdens de slaap
Niet alleen zuurstof is een issue. Bij gevorderde COPD kan je lichaam koolzuur (CO₂) minder goed kwijt. Tijdens de slaap, vooral in de droomslaap (REM-slaap), verslappen de ademhalingsspieren een beetje. Bij iemand met gezonde longen is dat geen probleem, maar bij COPD kan dan extra koolzuur blijven hangen.
Te veel koolzuur in het bloed kan klachten geven als:
- ochtendhoofdpijn
- wazig of “dof” wakker worden
- slaperigheid overdag, ondanks “genoeg” uren in bed
Dit is precies het type klacht dat soms wordt weggezet als “tja, hoort bij ouder worden” of “je slaapt gewoon licht”. Terwijl er medisch gezien echt iets mis kan zijn.
Waarom artsen dit best wel vaak missen
In de spreekkamer gaat het bij COPD meestal over longfunctie, exacerbaties (longaanvallen), medicatie en stoppen met roken. Logisch, want dat zijn grote pijlers van de behandeling. Maar slaap komt vaak pas ter sprake als de patiënt er zélf nadrukkelijk over begint.
Daar komt bij: slaapproblemen zijn vaag. “Ik slaap slecht” kan alles betekenen: piekeren, pijn, snurken, plassen, partner die draait, noem maar op. Zonder gerichte vragen naar nachtelijke benauwdheid, hoest, wakker schrikken met luchttekort of ochtendhoofdpijn, blijft de link met COPD makkelijk onder de radar.
Huisartsen en longartsen worden zich hier gelukkig steeds bewuster van. Op sites als Thuisarts.nl en Gezondheidsnet wordt inmiddels duidelijker beschreven dat COPD en slaapklachten vaak samen voorkomen.
Als COPD en slaapapneu elkaar versterken
Er is nog een extra complicatie: de overlap tussen COPD en slaapapneu (OSAS). Dat is een vervelende combinatie.
Bij slaapapneu zakken de spieren in de keel tijdens de slaap soms zo ver in dat de luchtweg (bijna) dichtklapt. Je krijgt dan ademstops, vaak tientallen keren per uur. Je zuurstofgehalte zakt, je wordt telkens even (half) wakker en de slaap wordt gefragmenteerd.
Bij iemand met COPD, die al kwetsbare longen heeft, is die extra belasting helemaal niet handig. De zuurstofdalingen worden dieper, het hart wordt zwaarder belast en de vermoeidheid overdag kan extreem zijn.
Denk aan iemand als Kees, 58, vrachtwagenchauffeur met COPD. Hij snurkt al jaren, maar sinds zijn longklachten erger zijn geworden, valt hij overdag bijna in slaap achter het stuur. Zijn vrouw hoort ’s nachts ademstops en harde snurk- en hijggeluiden. Bij hem bleek uiteindelijk sprake van zowel COPD als slaapapneu. Pas toen hij een CPAP-apparaat kreeg voor de apneu én zijn COPD-medicatie werd geoptimaliseerd, knapte zijn slaap op.
Signalen waarbij je aan zo’n combinatie moet denken:
- hard snurken
- ademstops die je partner opvallen
- extreem slaperig overdag
- ochtendhoofdpijn
- overgewicht, dikke nekomtrek
Als je jezelf hierin herkent én COPD hebt, is het slim om dit expliciet bij je arts te benoemen. Soms is een slaaponderzoek (polysomnografie) in een slaapcentrum of ziekenhuis dan nodig.
Medicatie: helpt het of houdt het je wakker?
Inhalatiemedicatie en timing
Veel COPD-medicatie is juist bedoeld om je ademhaling te verbeteren, ook ’s nachts. Langwerkende luchtwegverwijders (LABA, LAMA) en inhalatiecorticosteroïden kunnen de longfunctie stabiliseren en klachten verminderen. Maar de timing maakt uit.
Sommige mensen merken dat een kortwerkende luchtwegverwijder (bijvoorbeeld salbutamol) vlak voor het slapen juist onrust geeft: hartkloppingen, trillen, een soort “aan” gevoel. Anderen slapen juist beter als ze nog een pufje nemen omdat de benauwdheid afneemt. Dit is dus per persoon anders en verdient echt maatwerk.
Prednison en slapeloosheid
Bij longaanvallen wordt vaak tijdelijk prednison gegeven. Dat redt soms letterlijk de longfunctie, maar heeft een bekende bijwerking: je kunt er wakker en onrustig van worden. Mensen beschrijven het als “ik lig klaarwakker in bed, terwijl ik doodmoe ben”.
Bij langdurig gebruik van prednison (bijvoorbeeld bij ernstige COPD) kan die slaapproblematiek chronisch worden. Dat is een extra reden om altijd met je arts te bespreken of de dosering en duur nog passend zijn.
Theofylline en andere oude bekenden
Sommige oudere COPD-medicijnen, zoals theofylline, kunnen slapeloosheid, hartkloppingen en nervositeit geven. Ze worden tegenwoordig minder vaak gebruikt, maar komen nog wel voor. Als je slecht slaapt en dit soort middelen gebruikt, is dat een duidelijke reden om het gesprek met je longarts aan te gaan.
De rol van angst, paniek en ademnood
Laten we eerlijk zijn: benauwdheid is een van de meest angstaanjagende gevoelens die er zijn. Het idee dat je “geen lucht krijgt” raakt direct aan een oerangst. Niet gek dus dat veel mensen met COPD angstklachten ontwikkelen.
’s Nachts, in het donker, zonder directe afleiding, kan die angst zich makkelijk opstapelen. Een klein zuchtje dat anders voelt, een hoestbui, een momentje van kortademigheid – en je brein gaat aan de haal: “Wat als ik vannacht stik?”
Die angst activeert je stresssysteem:
- hartslag omhoog
- ademhaling sneller en oppervlakkiger
- meer gespannen spieren in borst en schouders
En raad eens? Dat maakt de benauwdheid weer erger. Zo ontstaat een vicieuze cirkel van angst en ademnood. Je ligt dan wakker, niet alleen door je longen, maar ook door je hoofd.
Psychologische begeleiding (bijvoorbeeld via de longverpleegkundige, praktijkondersteuner ggz of psycholoog) kan hier veel betekenen. Ademhalingsoefeningen, ontspanningstechnieken en cognitieve gedragstherapie helpen sommige mensen om minder angstig de nacht in te gaan.
Wanneer is “slechte slaap” bij COPD medisch zorgelijk?
Iedereen slaapt wel eens een paar nachten slecht. Maar bij COPD zijn er signalen waarbij je eigenlijk niet te lang moet wachten met aan de bel trekken:
- je wordt vaak wakker met hevige benauwdheid of een gevoel van verstikking
- je moet half zittend slapen om überhaupt lucht te krijgen
- je hebt regelmatig ochtendhoofdpijn, een “katoenen” hoofd
- je partner ziet ademstops of extreem onrustig slapen
- je bent overdag zó moe dat autorijden, werken of normale activiteiten lastig worden
- je bent de laatste tijd verward of vergeetachtiger, terwijl dat eerder niet zo was
Dit soort klachten kunnen wijzen op nachtelijke zuurstofdalingen, koolzuurophoping of een combinatie met slaapapneu. Dat zijn geen “kleine ongemakken”, maar zaken die je longarts of huisarts serieus moet uitzoeken.
Op Thuisarts.nl over slecht slapen vind je algemene informatie, maar bij COPD hoort daar eigenlijk altijd een medische blik bij.
Wat kun je zelf bespreken met je arts?
Dit is geen lijst met huis-tuin-en-keuken-slaaptips, maar een paar concrete onderwerpen die je met je zorgverlener kunt doornemen:
- Nachtelijke klachten in kaart brengen. Houd een paar weken bij hoe je slaapt: hoe vaak wakker, benauwdheid, hoesten, droom je heftig, ochtendhoofdpijn, dutjes overdag.
- Medicatie en tijdstip. Bespreek of de verdeling over de dag handig is in relatie tot je nachtrust. Soms helpt het om een langwerkend middel later op de dag te nemen, soms juist eerder.
- Zuurstof ’s nachts. Als je al zuurstof gebruikt, is de vraag: is de instelling ’s nachts passend? En als je nog geen zuurstof hebt, maar wel duidelijke nachtelijke klachten, kan een nachtmeting (o.a. saturatie) zinvol zijn.
- Screening op slaapapneu. Zeker als je snurkt, ademstops hebt of extreem slaperig bent overdag.
- Verwijzing naar longrevalidatie. In longrevalidatieprogramma’s wordt vaak gewerkt aan conditie, ademtechniek, angstregulatie én slaappatroon. Dat kan veel opleveren.
Het lichaam dat nooit echt uitrust
COPD is niet alleen een longziekte; het is een systeemziekte. Chronische ontsteking, verminderde conditie, spierverlies, vaak ook andere aandoeningen zoals hartfalen of diabetes – alles bij elkaar vraagt het continu energie van je lichaam.
Als je dan ook nog nacht na nacht slecht slaapt, is er eigenlijk geen moment van echte herstelstand. Je immuunsysteem, spierherstel, geheugen, stemming – alles draait op halve kracht.
Dat verklaart waarom sommige mensen met COPD zeggen: “Ik ben niet alleen kortademig, ik ben gewoon op.” En dat is precies waarom het de moeite waard is om slaapproblemen niet af te doen als bijzaak.
FAQ over COPD en slaapproblemen
1. Is het normaal dat ik met COPD alleen zittend kan slapen?
Nee, dat is niet “normaal” in de zin van onschuldig. Veel mensen met ernstige COPD slapen half zittend omdat ze anders te benauwd worden. Maar dat is een duidelijk signaal dat je longen het zwaar hebben, vooral in rugligging. Bespreek dit altijd met je longarts of huisarts; soms is aanvullende behandeling, zuurstofmeting of aanpassing van medicatie nodig.
2. Hoe weet ik of ik ’s nachts te weinig zuurstof heb?
Je voelt dat niet altijd direct. Indirecte signalen zijn: vaak wakker worden, onrustige slaap, nachtmerries, ochtendhoofdpijn, extreme moeheid overdag. Een simpele saturatiemeting overdag is dan niet genoeg; er kan een nachtelijke saturatiemeting of uitgebreider slaaponderzoek nodig zijn. Dit loopt meestal via je longarts of een slaapcentrum.
3. Kan een CPAP-apparaat helpen bij COPD?
Alleen als er óók sprake is van slaapapneu of bepaalde vormen van ademhalingsproblemen tijdens de slaap. CPAP is niet standaard voor COPD, maar bij de overlap van COPD en OSAS kan het een groot verschil maken. Dat wordt altijd na slaaponderzoek beoordeeld.
4. Maakt zuurstofgebruik mijn ademhalingsspieren lui?
Dat is een hardnekkige mythe. Bij correct voorgeschreven zuurstof, zeker bij ernstige COPD met zuurstoftekort, ontlast je juist je hart en andere organen. Het gaat erom dat de indicatie klopt en de instelling goed is. Zuurstof is geen slaapmiddel, maar kan wel nachtelijke zuurstofdalingen verminderen.
5. Helpt een slaapmiddel bij COPD-gerelateerde slaapproblemen?
Slaapmiddelen kunnen de ademhaling onderdrukken en zijn bij COPD dus niet onschuldig. Soms worden ze heel voorzichtig en kortdurend ingezet, maar alleen onder strikte medische begeleiding. Vaak is het zinvoller om eerst de onderliggende problemen (benauwdheid, apneu, angst) aan te pakken.
Meer lezen:
Related Topics
Waarom neuropathie je nachtrust zo genadeloos saboteert
Chronische pijn en slapen: als rust ineens werk wordt
Waarom reflux juist ’s nachts toeslaat (en wat je eraan kunt doen)
Wanneer je pil meer doet dan beloofd: de andere kant van medicijnen
Waarom Parkinson en goed slapen zo slecht samen gaan
Als je schildklier je slaap saboteert (zonder dat je het doorhebt)