Waarom je pasgeboren baby zo vreemd (en vaak) slaapt
Een pasgeboren baby heeft geen dag-en-nachtritme (en dat is oké)
Dat gevoel dat je baby expres wakker blijft zodra jij naar bed gaat? Dat is heel herkenbaar, maar niet kwaadaardig. Je baby heeft simpelweg nog geen interne klok die dag en nacht uit elkaar kan houden.
In de buik was het altijd donker, altijd ongeveer dezelfde temperatuur, altijd zacht gewiegd. Geen ochtendlicht, geen avond. Na de geboorte moet die biologische klok zich nog ontwikkelen. Dat kost tijd – denk eerder in weken dan in dagen.
Je ziet dat terug in het slaappatroon:
- Je baby slaapt verspreid over 24 uur, in korte stukjes.
- Er is weinig verschil tussen overdag en ’s nachts.
- Voeden en slapen lopen helemaal door elkaar.
Neem Lisa, moeder van haar eerste kindje. Haar zoon sliep overdag prima in de box, maar tussen 1.00 en 4.00 uur ’s nachts leek hij klaarwakker. Zij dacht: “Ik doe iets verkeerd, hij is ’s nachts gewoon niet moe.” In werkelijkheid was zijn lichaam nog totaal niet ingesteld op ‘nacht’. Na een paar weken met wat meer structuur in licht en donker begon dat ritme zich langzaam te vormen.
Hoeveel slaap heeft een pasgeboren baby ongeveer nodig?
Een pasgeboren baby slaapt veel. Maar niet in die lange blokken waar jij zo naar verlangt.
Grofweg slapen pasgeborenen (0–6 weken) vaak tussen de 14 en 18 uur per 24 uur. Soms zelfs wat meer, soms wat minder. Het gaat minder om het exacte aantal uren, en meer om het totaalplaatje:
- Over de hele dag en nacht opgeteld: veel slaap.
- Verdeling: korte slaapjes van 30 minuten tot 3 uur.
- Tussendoor: vaak voeden, verschonen, knuffelen.
Het is dus heel normaal als je baby niet “doorslaapt” en om de 2 à 3 uur wakker wordt. Zijn maag is klein, hij heeft vaak voeding nodig en zijn slaapcycli zijn kort.
Korte slaapcycli: waarom je baby zo vaak wakker wordt
Volwassenen hebben slaapcycli van ongeveer 90 minuten. Baby’s doen het anders. Een pasgeborene heeft een cyclus van ongeveer 45–60 minuten. En binnen zo’n cyclus gebeurt er van alles.
Grofweg kun je bij een pasgeboren baby twee soorten slaap onderscheiden:
- Actieve (lichte) slaap: je ziet oogjes bewegen onder de oogleden, gezichtsuitdrukkingen, soms grimassen, kleine schokjes, geluidjes. Dit lijkt onrustig, maar hoort er helemaal bij.
- Rustige (diepere) slaap: je baby ligt stil, ademt regelmatig, gezichtje ontspannen.
Veel ouders schrikken van die actieve slaap. “Hij ligt te trekken, hij zal wel niet lekker slapen.” Maar juist dan slaapt hij wél, alleen in een lichte fase. In deze fase wordt hij ook makkelijker wakker van een geluid, een verschuiving, of als hij wordt neergelegd.
Dat verklaart ook een klassieker: je baby valt heerlijk in slaap op je borst. Je legt hem na tien minuten voorzichtig in zijn bedje… en hij is meteen klaarwakker. Grote kans dat je hem in de lichte slaapfase hebt neergelegd. Wacht je iets langer, tot hij echt zwaarder slaapt (slappe armpjes, ontspannen gezicht, rustige ademhaling), dan lukt het vaak beter.
Waarom pasgeboren baby’s zo vaak ’s nachts wakker worden
Het voelt soms alsof je baby ’s nachts extra vaak wakker wordt. Maar als je het uitrekent, is dat meestal ongeveer even vaak als overdag. Alleen: ’s nachts wil jij slapen, dus voelt elk wakker moment drie keer zo lang.
Een paar redenen waarom die nachtelijke onderbrekingen erbij horen:
- Honger: een pasgeboren maag is piepklein. Je baby heeft regelmatig voeding nodig, ook ’s nachts.
- Lichaamstemperatuur: pasgeborenen kunnen hun temperatuur nog niet goed regelen. Te warm, te koud – ze worden sneller wakker.
- Behoefte aan nabijheid: na negen maanden in een warme, krappe buik is een wieg ineens groot en stil. Dicht bij jou slapen voelt veiliger.
Neem Amir, een vader die na twee weken wanhopig riep: “Hij is ’s nachts gewoon een nachtbraker, dit wordt nooit wat.” Toen hij ging bijhouden hoe vaak zijn baby overdag en ’s nachts wakker werd, bleek het eigenlijk best vergelijkbaar. Het verschil zat in zijn eigen verwachting: overdag vond hij het normaal, ’s nachts voelde het als een ramp.
Hoe ziet een “normale” dag met een pasgeboren baby eruit?
Er bestaat geen perfecte dagindeling, maar er zijn wel patronen die je vaak terugziet.
Een gemiddelde dag zou er zo uit kunnen zien:
- Kort wakker na een voeding (10–45 minuten), beetje kijken, knuffelen, misschien een schone luier.
- Daarna een slaapje van 1 tot 2 uur.
- Dit herhaalt zich de hele dag door.
Sommige baby’s doen veel minidutjes van 30–40 minuten, anderen slapen wat langer achter elkaar. Zolang je baby goed drinkt, regelmatig plast en poept, groeit en tussendoor af en toe helder en wakker is, zit je meestal goed.
Het helpt om niet te veel naar strakke schema’s op internet te kijken. De meeste pasgeborenen hebben nog geen strak ritme. Dat komt later.
Slaapsignalen herkennen: eerder naar bed is vaak beter
Eén van de meest voorkomende misverstanden: “Als ik hem langer wakker houd, slaapt hij straks beter.” Klinkt logisch, werkt bij baby’s vaak averechts.
Een oververmoeide baby wordt meestal juist onrustiger, huilt meer en valt moeilijker in slaap. Je zit dan in een soort vicieuze cirkel.
Let daarom op vroege slaapsignalen:
- Wegkijken, minder contact zoeken.
- Rode oogjes, in de oogjes wrijven.
- Gapen.
- Onrustiger bewegen, jengelen.
Bij pasgeborenen zijn de wakkertijden vaak korter dan ouders verwachten. Soms is je baby na 45 minuten wakker zijn al weer toe aan slapen. Zeker in de eerste weken is “liever te vroeg dan te laat” een goede vuistregel.
Overdag en ’s nachts een ander gevoel geven
Je baby heeft nog geen ingebouwde klok, maar jij kunt wel helpen om die langzaam te vormen. Niet met strenge regels, maar met kleine, voorspelbare verschillen tussen dag en nacht.
Overdag kun je denken aan:
- Het gordijn niet helemaal dicht tijdens slaapjes.
- Normale geluiden in huis laten doorgaan: praten, bellen, de wasmachine.
- Voedingen met iets meer interactie: praten, oogcontact.
’s Nachts juist het tegenovergestelde:
- Gedimd licht, zo donker mogelijk.
- Rustig praten, weinig prikkels.
- Alleen verschonen als het nodig is.
Zo leert je baby beetje bij beetje: “Overdag gebeurt er meer, ’s nachts is het saai en rustig.” Dat proces gaat langzaam, maar je legt wel de basis.
Waarom zoveel huid-op-huid en dichtbij slapen helpt
Pasgeboren baby’s slapen vaak beter als ze zich veilig en geborgen voelen. Dat betekent: geur van de ouder, warmte, bekende hartslag, zachte druk om het lijf.
Daarom slapen veel baby’s:
- Rustiger op de borst.
- Fijner in een goed ingestopte wieg of co-sleeper dan in een groot leeg bedje.
- Beter als ze ingebakerd of strak ingestopt liggen (uiteraard op een veilige manier en volgens de actuele adviezen).
Huid-op-huid contact heeft bovendien allerlei voordelen: je baby wordt vaak rustiger, de ademhaling stabiliseert en de lichaamstemperatuur blijft beter op peil. Dat zie je ook terug in de slaap.
Let wel goed op de veiligheid als je met je baby op de bank of in bed ligt. Informatie over veilig slapen vind je onder andere bij het RIVM en op Thuisarts (zie links onderaan).
Onrustige slaap, geluidjes en schokjes: wanneer is het normaal?
Pasgeboren baby’s kunnen in hun slaap een heel repertoire laten horen en zien:
- Piepen, kreunen, zachte kreetjes.
- Zuigbewegingen met de mond.
- Armen die ineens omhoog schieten (schrikreflex).
- Grimassen, fronsen, glimlachjes.
Dat ziet er soms heftig uit, maar hoort vaak bij die actieve slaapfase. Zolang je baby tussendoor ook rustige slaap heeft, goed drinkt en groeit, is het meestal geen reden tot zorg.
Wanneer is het wél goed om even extra alert te zijn of hulp te vragen?
- Als je baby heel slap of juist extreem gespannen aanvoelt.
- Als de ademhaling langdurig erg onregelmatig of piepend is.
- Als hij moeilijk wakker te krijgen is voor voedingen.
- Als je een onderbuikgevoel hebt dat er iets niet klopt.
In dat geval: bel je verloskundige, consultatiebureau of huisarts. Liever één keer te vaak overlegd dan te lang doorlopen met zorgen.
Verwachtingen bijstellen: doorslapen komt later
Er is één term die het leven van kersverse ouders behoorlijk kan verpesten: “doorslapen”. Vaak wordt daarmee bedoeld: van late avond tot vroege ochtend slapen zonder voeding.
Bij pasgeborenen is dat gewoon nog niet realistisch. Hun lijf is daar nog niet aan toe. Sommige baby’s slapen na een paar maanden wat langere blokken, anderen hebben langer nachtvoedingen nodig.
Neem Noor, moeder van een dochter van zes weken. Ze was ervan overtuigd dat ze iets verkeerd deed, omdat de baby van haar vriendin van dezelfde leeftijd “al doorsliep”. Toen bleek dat die baby van 23.00 tot 4.00 uur sliep – vijf uur dus – en daarna nog twee keer kwam. Dat is voor een pasgeborene eigenlijk al een heel mooie nacht. Het probleem zat vooral in de verwachting.
Het helpt om ‘doorslapen’ in de eerste maanden te vertalen naar: “We kregen een paar iets langere blokken achter elkaar.” Alles wat langer is dan drie uur voelt dan al als winst.
Kleine dingen die jouw nachten iets dragelijker maken
Je lost het basisprobleem (vaak wakker worden) niet op – dat hoort bij deze leeftijd. Maar je kunt het voor jezelf wel wat leefbaarder maken.
Een paar ideeën die in de praktijk vaak helpen:
- Probeer overdag ook te slapen als je baby slaapt, in plaats van te denken dat je dan “even alles in huis moet doen”. Huishouden kan later, slaap is nu goud waard.
- Kijk of je met je partner of een vertrouwd persoon blokken kunt verdelen: de één pakt de vroege avond, de ander de late nacht.
- Leg ’s avonds alvast alles klaar voor de nacht: luiers, doekjes, voeding, schone rompers. Hoe minder je hoeft te zoeken, hoe sneller je weer in bed ligt.
- Durf hulp te vragen. Een keer iemand laten koken, boodschappen laten bezorgen, oma die een uurtje met de kinderwagen gaat lopen: dat scheelt energie.
En misschien wel het belangrijkste: vergelijk je baby niet voortdurend met andere baby’s of met strakke schema’s van internet. Elke baby heeft zijn eigen tempo, en jouw gezin mag zijn eigen manier vinden.
Wanneer is het verstandig om professionele hulp te zoeken?
Twijfel je of het slaappatroon van je baby nog past bij de leeftijd? Let dan niet alleen op de slaap, maar op het totaalplaatje:
- Drinkt je baby goed en regelmatig?
- Plast en poept hij voldoende?
- Groeit hij volgens de groeicurve van het consultatiebureau?
- Heeft hij gedurende de dag ook momenten waarop hij helder en wakker is?
Als je op meerdere van deze vragen “nee” moet antwoorden, of als je je ernstig zorgen maakt, neem dan contact op met je huisarts, verloskundige of het consultatiebureau. Zij kunnen meekijken en beoordelen of verder onderzoek nodig is.
Ook als jij of je partner er psychisch doorheen zit – door slaapgebrek, sombere gevoelens, angst – is het zinvol om hulp te zoeken. Je hoeft dit niet alleen te doen.
Veelgestelde vragen over slaappatronen bij pasgeborenen
1. Mijn baby slaapt alleen op mij, nooit in zijn eigen bedje. Is dat normaal?
Ja, dat komt heel vaak voor. De overgang van warme, krappe buik naar een stille wieg is groot. Probeer stap voor stap te oefenen: eerst in slaap laten vallen op jou, dan na een tijdje in diepe slaap voorzichtig neerleggen. Gebruik je geur (bijvoorbeeld een gedragen T-shirt strak om het matras) en zorg voor een knusse, veilige omgeving. Blijft het een strijd en ben je op, bespreek het met het consultatiebureau.
2. Hoe lang mag mijn pasgeboren baby achter elkaar slapen zonder voeding?
In de eerste weken wordt vaak geadviseerd om je baby overdag niet langer dan ongeveer drie uur achter elkaar te laten slapen zonder voeding, zeker als hij nog moet groeien. ’s Nachts kan soms een iets langere periode, maar stem dit af met je verloskundige of huisarts, zeker bij een laag geboortegewicht of als je baby nog niet goed groeit.
3. Moet ik mijn baby wakker maken voor een voeding?
Soms wel. Bijvoorbeeld als je baby veel afvalt, te slaperig is om zelf goed om voeding te vragen, of als de borstvoeding nog goed op gang moet komen. Je zorgverlener kan je hierin het beste adviseren. Bij gezonde baby’s die goed groeien, mag je na een tijdje vaak iets meer op vraag voeden.
4. Mijn baby maakt gekke geluiden in zijn slaap. Moet ik me zorgen maken?
Meestal niet. Kreunen, piepen, zuchten en zelfs even heel onregelmatig ademen horen vaak bij de normale slaap van een pasgeborene. Maak je je zorgen over de ademhaling, kleur (blauw, grauw) of is je baby moeilijk wakker te krijgen, neem dan direct contact op met een arts.
5. Wanneer wordt het slapen meestal wat voorspelbaarder?
Bij veel baby’s zie je rond 6–8 weken langzaam wat meer verschil tussen dag en nacht. Rond 3–4 maanden ontstaat vaak een duidelijker ritme met iets langere blokken slaap. Maar: elk kind is anders. Het gaat om de richting, niet om de exacte leeftijd.
Wil je meer lezen over veilig slapen en de gezondheid van je baby? Kijk dan eens op de websites hieronder.
Related Topics
Van wieg naar bed: wanneer is je baby er klaar voor?
Co-sleeping met je baby: hoe doe je dat zonder slapeloze stress?
Veilig slapen voor baby’s: wat je wél en niet hoeft te doen
Als je baby niet slaapt (en jij dus ook niet)
Een babykamer waar je kind wíl slapen (en jij ook rust vindt)
Waarom je pasgeboren baby zo vreemd (en vaak) slaapt