Van wieg naar bed: wanneer is je baby er klaar voor?
Waarom die wieg op een dag gewoon “te klein” voelt
De meeste ouders merken het niet aan een meetlint, maar aan hun gevoel. Je loopt de slaapkamer in en ziet je baby liggen en denkt: Oei, dit wordt krap. Voetjes die tegen het voeteneind duwen, armpjes die steeds vastlopen tegen de zijkant, een baby die zich omdraait en half schuin in de wieg ligt.
Neem Lisa, moeder van Noor. Ze vertelde: “Ik zag haar elke ochtend hoger in de wieg liggen, tot haar hoofd praktisch tegen de bovenkant zat. En ze trok zich aan de spijlen op. Ik dacht: dit wordt een soort mini-klimrek, dit voelt niet meer veilig.”
Dat is vaak het moment waarop ouders gaan nadenken over de overstap naar een groter bed. Niet alleen omdat het onhandig wordt, maar vooral omdat de veiligheid in het geding kan komen.
Wanneer is een baby toe aan een groter bed?
Er is geen magische leeftijd waarop elk kind van wieg naar bed moet. Toch zijn er een paar signalen waar je goed op kunt letten.
Belangrijke signalen dat de wieg zijn beste tijd heeft gehad
Let niet alleen op leeftijd, maar vooral op gedrag en formaat.
1. Je baby is te groot voor de wieg
Als je baby met het hoofd bijna tegen de bovenkant ligt en met de voetjes het voeteneind raakt, is het tijd om verder te kijken. Veel wiegjes zijn geschikt tot ongeveer 6 maanden, maar sommige baby’s groeien sneller of bewegen meer.
2. Je baby rolt, kruipt of gaat staan
Zodra je baby zich vlot kan omrollen of zelfs kan optrekken, wordt een kleine wieg al snel een onveilige plek. De kans dat je baby tegen de zijkant knalt of zich vastwringt, wordt groter. En een wieg is vaak minder stabiel dan een gewoon ledikant.
3. Je baby lijkt onrustiger te slapen
Sommige kinderen worden onrustig in een wieg die te klein wordt. Ze worden vaker wakker, draaien zich klem of lijken gefrustreerd. Dat kan een teken zijn dat meer ruimte fijn zou zijn.
4. Jij maakt je steeds vaker zorgen over veiligheid
Je kent je kind het beste. Als jij elke avond denkt: Als hij zich nu optrekt, kiepert dat ding om, dan is je gevoel een goede raadgever.
Leeftijd: een richtlijn, geen wet
Veel baby’s gaan ergens tussen de 4 en 8 maanden van wieg naar ledikant. Sommige eerder, sommige later. Belangrijk is vooral:
- Kan je baby zich al veel bewegen?
- Slaapt je baby in jouw kamer of in een eigen kamer?
- Hoe groot is de wieg en wat is het maximale gewicht/leeftijd volgens de fabrikant?
Op sites als Thuisarts.nl vind je algemene informatie over babyslaap en veiligheid, die je kan helpen bij je afweging.
Wieg naar ledikant: de meest logische tussenstap
Veel ouders denken bij “wieg naar bed” meteen aan een peuterbed, maar de overstap is meestal: wieg → ledikant → peuterbed. Een ledikant met spijlen is een fijne tussenfase, omdat je baby nog niet vrij uit bed kan klimmen, maar wél meer ruimte heeft.
Hoe maak je die overgang minder spannend?
Stel je voor: je baby heeft maanden in een knus, klein wiegje naast jouw bed geslapen. En dan ineens: groot bed, andere plek, andere kamer misschien. Dat is best wel een verandering.
Je kunt het stap voor stap aanpakken:
Begin met dutjes in het nieuwe bed
Laat je baby overdag af en toe in het ledikant slapen, terwijl de wieg ’s nachts nog in gebruik blijft. Overdag voelt alles lichter en minder spannend – voor jou én voor je baby.
Maak het ledikant vertrouwd
Leg hetzelfde slaapzakje, dezelfde knuffel (als je baby oud genoeg is) en eventueel hetzelfde lakentje in het nieuwe bed. De geur en het gevoel zijn dan herkenbaar.
Zet het ledikant eerst in jullie slaapkamer
Als je nu nog samen slaapt, kun je er ook voor kiezen om eerst alleen de wieg te vervangen door een ledikant, maar nog wél in jullie kamer. De overgang is dan alleen: ander bed, niet ook nog andere kamer.
Neem bijvoorbeeld Amir en zijn zoontje Sami. Zij schoven eerst het ledikant naast hun eigen bed en lieten Sami daar dutjes doen. Na een week sliep hij er ook ‘s nachts. Pas een maand later verhuisde het ledikant naar zijn eigen kamer. Dat soort tussenstapjes kunnen de drempel lager maken.
Veilig slapen in een groter bed
Bij een wieg let je op veiligheid, bij een ledikant of peuterbed net zo goed. Het voelt soms alsof een groter bed automatisch veiliger is, maar dat is niet altijd zo als je niet oplet.
Waar let je op bij een ledikant?
- Matras strak passend: er mag geen grote kier zitten tussen matras en spijlen.
- Spijlen op de juiste afstand: zo kan je baby niet met het hoofd klem komen te zitten.
- Geen kussens, dekbedden of grote knuffels bij jonge baby’s: die verhogen het risico op verstikking. Een slaapzak is meestal de veiligste keuze.
- Bed vrij van koorden, snoeren en gordijnen: zorg dat er niets in de buurt hangt waar je baby bij kan.
Meer hierover vind je bijvoorbeeld bij RIVM – Veilig slapen en op Gezondheidsnet over veilig slapen.
En hoe zit het met een peuterbed?
Een peuterbed komt meestal pas later in beeld, als je kind:
- zelf uit het ledikant probeert te klimmen, of
- zindelijk aan het worden is en ‘s nachts naar de wc wil, of
- gewoon echt te groot wordt voor het ledikant.
Dan wordt de vraag anders: je kind kan nu zelf uit bed. Dat betekent dat je slaapkamer en huis ook ‘s nachts veilig moeten zijn. Denk aan traphekjes, geen rondslingerende snoeren en een kindveilige omgeving.
Slaappatroon en wieg-naar-bed-stress: wat kun je verwachten?
Laten we eerlijk zijn: sommige kinderen slapen na de overgang meteen beter. Meer ruimte, minder tegen de randen botsen, klaar. Maar bij anderen wordt het eerst even rommeliger.
Waarom slapen sommige baby’s slechter na de overstap?
Verandering is spannend. Een ander bed voelt anders, ruikt anders, klinkt anders. Je baby kan:
- vaker wakker worden en huilen,
- moeite hebben met inslapen,
- eerder wakker worden in de ochtend.
Dit zegt meestal niets over of de overgang “fout” was. Het is gewoon wennen.
Neem Milo, 7 maanden. In de wieg sliep hij prima, maar in het ledikant werd hij ineens elke nacht om 2.00 uur wakker. Zijn ouders dachten dat hij het bed niet fijn vond. Na een week of twee trok het vanzelf bij. Wat bleek: hij moest gewoon wennen aan de nieuwe ruimte en het andere gevoel om hem heen.
Hoe help je je baby wennen?
Blijf de vertrouwde bedtijd-routine gebruiken
Als je normaal een vast slaapritueeltje hebt – bijvoorbeeld pyjama, slaapzak, boekje, liedje – houd dat dan precies zo. De omgeving verandert, maar de stappen ernaartoe blijven hetzelfde. Dat geeft veiligheid.
Troosten mag, maar houd het voorspelbaar
Wordt je baby vaker wakker? Ga gerust even kijken, stel gerust, maar probeer niet elke keer een nieuw trucje te verzinnen. Dus niet de ene keer oppakken, de andere keer een fles, dan weer in jullie bed. Rustige, voorspelbare reacties helpen je baby sneller te wennen.
Geef het tijd
Verwacht niet dat alles na één nacht perfect loopt. Reken eerder op een paar dagen tot een paar weken wennen. Als je na drie tot vier weken nog steeds het gevoel hebt dat het echt niet beter gaat, kun je samen met het consultatiebureau of huisarts eens meekijken naar het slaappatroon.
En jij dan? Loslaten is ook wennen
We hebben het vaak over de baby, maar eerlijk: voor ouders is het soms nog lastiger. Dat kleine wiegje naast je bed voelt veilig en vertrouwd. Het idee dat je baby “verder weg” ligt – zelfs al is het maar drie meter verderop in een ledikant – kan best wel spannend zijn.
Sommige ouders slapen de eerste nachten lichter, luisteren naar elk geluidje, of lopen extra vaak te checken. Dat is normaal. Je hoeft niet van de ene op de andere dag superrelaxed te zijn.
Een paar dingen die kunnen helpen:
- Gebruik een babyfoon als het je rust geeft, maar zet ‘m niet loeihard.
- Spreek met jezelf af: ik ga niet tien keer per uur kijken, maar bijvoorbeeld alleen als hij huilt.
- Bedenk: je hebt deze keuze juist gemaakt om het veiliger en fijner te maken voor je kind.
Veelgemaakte fouten (en hoe je ze makkelijk voorkomt)
Niemand doet het perfect, en dat hoeft ook niet. Maar er zijn een paar dingen die de overgang onnodig lastig kunnen maken.
Alles tegelijk veranderen
Nieuwe kamer, nieuw bed, nieuwe slaapzak én ineens geen nachtvoeding meer? Dat is wel héél veel in één keer. Probeer veranderingen te spreiden. Eerst nieuw bed, dan pas andere grote stappen.
Te snel concluderen dat het “niet werkt”
Na twee slechte nachten denken veel ouders: terug naar de wieg, dit is niks. Maar een paar mindere nachten horen er vaak bij. Kijk liever naar het verloop over één à twee weken.
Te vroeg naar een peuterbed zonder spijlen
Als je kind nog heel jong is en al uit bed kan lopen, krijg je er soms een nieuw probleem bij: een peuter die om 5.00 uur vrolijk aan je bed staat. Een ledikant met spijlen is vaak langer een fijne, veilige optie dan je denkt.
Wanneer is het tijd om hulp te vragen?
Twijfel je of de overgang goed is gegaan? Of loop je echt vast met slaap? Je hoeft dat niet alleen te doen.
Je kunt altijd terecht bij:
- Het consultatiebureau: zij kijken mee naar ontwikkeling, groei en slaap.
- Je huisarts: zeker als je je zorgen maakt over gezondheid, reflux, eczeem of iets anders dat de slaap kan verstoren.
Op Thuisarts.nl vind je ook duidelijke informatie wanneer je extra alert moet zijn en wanneer het bij “normaal babygedrag” hoort.
Een realistische samenvatting (zonder roze wolk)
De overgang van wieg naar bed is geen magisch moment waarop alles ineens soepel loopt. Het is meer een proces:
- Je baby groeit uit de wieg, letterlijk en figuurlijk.
- Jij voelt: het wordt tijd voor een stap verder.
- Je kiest een veilig, passend bed en maakt de overgang stap voor stap.
- Er volgt een wenperiode met misschien wat onrustigere nachten.
- Na een tijdje wordt het nieuwe bed gewoon “het bed”. En vraag je je af waarom je er zo tegenop zag.
Als je één ding meeneemt, laat het dan dit zijn: er is niet één perfecte leeftijd of perfecte manier. Er is vooral wat past bij jouw kind, jouw huis en jouw gevoel. En dat mag je, met alle informatie in je achterhoofd, best wel vertrouwen.
Veelgestelde vragen over de overgang van wieg naar bed
Vanaf welke leeftijd mag mijn baby in een ledikant slapen?
Dat mag al vanaf de geboorte, zolang het ledikant veilig is ingericht: stevig matras, geen kussens of dekbed, geen losse spullen. Veel ouders beginnen met een wieg omdat het gezelliger en compacter voelt, maar een ledikant is ook prima.
Moet ik tegelijk overstappen naar een eigen kamer?
Dat hoeft niet. Je kunt eerst de wieg vervangen door een ledikant in jullie slaapkamer. Pas als dat goed gaat, kun je kiezen om je baby naar een eigen kamer te verhuizen. Je mag het opdelen in kleine stapjes.
Mijn baby slaapt slechter sinds de overstap. Terug naar de wieg?
Geef het eerst wat tijd. Een paar dagen tot een paar weken onrust is normaal. Als je baby echt onveilig lijkt te slapen in de wieg (te groot, staat op, rolt veel), is teruggaan meestal geen goede oplossing. Kijk liever hoe je het nieuwe bed vertrouwder kunt maken.
Is een co-sleeper langer gebruiken een goed idee?
Een co-sleeper kan fijn zijn in de eerste maanden, maar ook daar geldt: let op de maximale leeftijd, lengte en het bewegingsniveau van je baby. Zodra je baby zich goed kan omrollen of optrekken, is een veilig, zelfstandig bed (wieg of ledikant) vaak beter.
Hoe weet ik of het bed veilig is ingericht?
Houd de richtlijnen aan: baby op de rug, stevig matras, geen kussens of dekbed bij jonge baby’s, niet te warm, geen losse knuffels of speelgoed in bed. Op RIVM en Gezondheidsnet vind je duidelijke overzichten en checklists.
Related Topics
Van wieg naar bed: wanneer is je baby er klaar voor?
Co-sleeping met je baby: hoe doe je dat zonder slapeloze stress?
Veilig slapen voor baby’s: wat je wél en niet hoeft te doen
Als je baby niet slaapt (en jij dus ook niet)
Een babykamer waar je kind wíl slapen (en jij ook rust vindt)
Waarom je pasgeboren baby zo vreemd (en vaak) slaapt