Lichaam dat niet tot rust komt: waarom je maar blijft draaien

Je kent het vast: je ligt in bed, het is donker, je wekker staat, je wíl slapen... maar je lichaam heeft daar duidelijk geen zin in. Je benen willen bewegen, je hart voelt onrustig, je ligt te draaien alsof je lichaam nog op de snelweg rijdt. In je hoofd denk je: ik ben moe, waarom val ik niet gewoon in slaap? En toch blijf je maar wakker. Voor veel mensen voelt het alsof hun lichaam en hun hoofd niet op hetzelfde moment op de rem trappen. Je bent eigenlijk uitgeput, maar je lijf staat nog in de actiestand. Alsof je innerlijke motor nog loopt terwijl jij de sleutel al hebt omgedraaid. Dat kan best wel beangstigend zijn, zeker als het vaker gebeurt. Je gaat piekeren: is er iets mis met mij, krijg ik ooit nog een normale nacht? In dit artikel duiken we niet in droge theorie, maar in wat er nou ja, écht gebeurt als je lichaam niet tot rust komt als je wilt inslapen. We kijken naar herkenbare situaties, wat er in je lijf speelt, wat artsen soms over het hoofd zien en - belangrijker nog - wat jij vanavond al anders kunt proberen.
Written by
Taylor
Published
Updated

Je ligt in bed, het licht is uit, je telefoon ligt braaf op het nachtkastje. Je hebt alles volgens het boekje gedaan. En toch: je hart klopt wat sneller, je benen voelen onrustig, je schouders zijn gespannen. Je lichaam voelt alsof je net een sprint hebt getrokken, terwijl je eigenlijk alleen maar naar de badkamer bent gelopen.

Neem Sara, 34 jaar. Ze werkt in de zorg, lange diensten, onregelmatig. Ze komt thuis, eet iets kleins, doucht, kruipt in bed. In haar hoofd is ze moe, maar haar lijf voelt alsof ze elk moment weer kan opstaan om een nachtdienst te draaien. Ze draait, zucht, haalt een paar keer diep adem, maar het helpt niet. “Mijn lichaam komt gewoon niet tot rust,” zegt ze. “Alsof er nog een soort restspanning in zit.”

Als je dit herkent, ben je dus niet de enige. En nee, het zit niet “allemaal tussen je oren”. Je lichaam heeft echt een soort eigen agenda.

Waarom je lijf en je hoofd niet tegelijk afschakelen

Het zou mooi zijn als het zo werkte: je bent moe, je gaat naar bed, je valt in slaap. Klaar. In werkelijkheid heb je een heel systeem van hormonen, zenuwen en gewoontes dat moet samenwerken. En daar gaat het nogal eens mis.

Er spelen vaak een paar dingen tegelijk:

  • Je stresssysteem (dat van adrenaline en cortisol) draait nog te hoog.
  • Je spierspanning is de hele dag niet echt gezakt.
  • Je bioritme loopt achter of voor op de tijd op de klok.
  • Je gedachten blijven maar doorrazen, waardoor je lijf óók alert blijft.

Dat zijn geen rare dingen, dat is eigenlijk precies wat er gebeurt als je de hele dag “aan” staat. Alleen vergeten we vaak dat je lichaam een uitknop nodig heeft die meer is dan alleen het licht uitdoen.

Het verschil tussen moe zijn en kunnen slapen

Misschien herken je dit: je bent overdag slaperig, gapend achter je laptop, maar zodra je in bed ligt, ben je klaarwakker. Hoe kan dat?

Je kunt het zo zien:

  • Moe zijn is een signaal: je hebt rust nodig.
  • Kunnen slapen is een vaardigheid: je lichaam moet schakelen naar een andere stand.

Als je lichaam niet tot rust komt, is die schakelaar een beetje stroef geworden. Door stress, onregelmatig leven, te veel schermen, koffie laat op de avond, maar soms ook door lichamelijke dingen zoals hormonale schommelingen, medicatie of aandoeningen zoals rusteloze benen.

Waarom artsen dit vaak afdoen als “stress” (en waarom dat te kort door de bocht is)

Veel mensen die hiermee worstelen, zijn al eens bij de huisarts geweest. En heel vaak krijgen ze te horen: “Het is stress” of “U moet proberen meer te ontspannen”. Op zich niet onlogisch, maar voor jou voelt dat misschien alsof je niet serieus genomen wordt.

Neem Joost, 42 jaar. Hij zegt: “Ik legde uit dat mijn benen ‘s avonds niet stil kunnen liggen en dat ik soms bijna gek word van het gevoel. Mijn huisarts zei: je moet meer bewegen en minder koffie drinken. Maar ik fiets al elke dag naar mijn werk en drink nog maar één kopje koffie. Het voelde alsof hij het niet echt snapte.”

Er zijn namelijk verschillende dingen die achter een lichaam dat niet tot rust komt kunnen zitten, zoals:

  • Rusteloze benen (Restless Legs Syndrome) - een kriebelig, trekkend of ongemakkelijk gevoel in de benen, vooral in rust, dat pas minder wordt als je beweegt.
  • Te actief stresssysteem - bijvoorbeeld door langdurige werkdruk, zorgen, trauma of een burn-out in de maak.
  • Slaapapneu of andere slaapstoornissen - je lichaam komt dan ‘s nachts niet in de juiste fases, waardoor het ook bij het inslapen al onrustig kan zijn.
  • Medicatie of middelen - sommige antidepressiva, astmamedicatie, maar ook cafeïne, nicotine en alcohol kunnen je lichaam langer “aan” laten staan.

Daarom is het soms slim om verder te kijken dan alleen “u bent gestrest”.

Goede startpunten voor betrouwbare info zijn bijvoorbeeld:

Die innerlijke motor: hoe voelt een lichaam dat niet kan uitzetten?

Mensen beschrijven het vaak op een paar herkenbare manieren:

  • “Alsof ik nog vol adrenaline zit.”
  • “Alsof ik net drie koffie op heb, terwijl ik niks meer gedronken heb.”
  • “Mijn hoofd is moe, maar mijn lichaam voelt opgejaagd.”
  • “Ik lig te trillen van binnen, maar je ziet het niet aan de buitenkant.”

Soms merk je het aan:

  • een hogere hartslag in bed
  • gespannen kaken of schouders
  • onrustige benen of armen
  • vaak moeten zuchten
  • niet lekker kunnen liggen, steeds een andere houding zoeken

Het nare is: hoe langer het duurt, hoe meer je erover gaat nadenken. En hoe meer je nadenkt, hoe onrustiger je lijf wordt. Een perfecte vicieuze cirkel.

Waarom “gewoon even ontspannen” vaak niet werkt

Je kent de adviezen: neem een warm bad, lees een boek, doe iets rustigs. Klinkt logisch, maar als jouw lichaam al weken of maanden in de overdrive staat, is dat vaak niet genoeg.

Vergelijk het met een auto die op de snelweg 130 rijdt. Als je dan in één keer op de rem trapt, sta je niet direct stil. Je hebt een afrit nodig, een afslag, een rotonde, misschien nog een paar drempels. Zo werkt je lichaam ook.

Dus als iemand zegt: “Je moet gewoon ontspannen”, voel je misschien vooral irritatie. Want jij doet al je best. Ontspannen is geen knop, het is een proces. En dat proces begint eigenlijk al uren voordat je in bed ligt.

Hoe je overdag al de toon zet voor de nacht

Een lichaam dat ‘s avonds niet tot rust komt, is vaak overdag ook niet echt aan het schommelen tussen actie en herstel. Veel mensen zitten eigenlijk de hele dag in een soort half-gespannen stand.

Een paar dingen die overdag al meespelen:

  • Altijd “aan” staan: mail, appjes, sociale media, deadlines.
  • Weinig echte pauzes: even op je telefoon scrollen telt niet als pauze voor je zenuwstelsel.
  • Weinig daglicht: binnen werken, gordijnen half dicht, weinig buitenlucht.
  • Te weinig bewegen: vooral zitten, waardoor spanning zich ophoopt in je spieren.

Als je lichaam overdag nooit echt de kans krijgt om even terug te schakelen, is de stap naar slaap ‘s avonds veel groter. Dan voelt je bed als een abrupte stop, en daar protesteert je lijf tegen.

Kleine signalen die je lichaam al eerder gaf (maar die je misschien hebt genegeerd)

Veel mensen merken achteraf dat hun lichaam al langer aan het roepen was: “Ho, dit gaat te hard.” Maar ja, het leven gaat door.

Denk aan dingen als:

  • vaker hoofdpijn of gespannen nek
  • sneller schrikken of geïrriteerd zijn
  • moeite met concentreren
  • hartkloppingen bij het in slaap vallen
  • steeds later naar bed gaan omdat je toch niet kunt slapen

Als je dit herkent, is dat geen reden om jezelf iets te verwijten. Het is eerder een uitnodiging om nu wél te gaan luisteren.

Wat je vanavond al anders kunt doen (zonder je hele leven om te gooien)

Je hoeft niet meteen je baan op te zeggen, je huis te verbouwen en drie keer per week yoga te doen. Kleine dingen kunnen al verschil maken, vooral als je ze een tijdje volhoudt.

Een paar praktische ideeën:

1. Bouw een echte “landing” in

Zie de laatste 60 tot 90 minuten voor je gaat slapen als je landingsbaan. Geen scherpe bochten meer, geen nieuwe prikkels.

  • Kies één vast tijdstip waarop je begint met afschakelen.
  • Geen werkmails, geen ingewikkelde gesprekken, geen spannende series.
  • Doe dingen die saai zijn, voorspelbaar, bijna ritueel: douchen, pyjama, kopje kruidenthee, boek, beetje rommelen in de badkamer.

Je lichaam houdt van voorspelbaarheid. Hoe vaker je hetzelfde patroon herhaalt, hoe sneller je lijf snapt: “O ja, dit is het stuk voor slapen.”

2. Maak je lichaam letterlijk zachter

Klinkt misschien zweverig, maar is eigenlijk heel praktisch: je spieren moeten voelen dat het veilig is om los te laten.

  • Rek je nek en schouders zachtjes voordat je in bed stapt.
  • Ga op bed liggen en span om de beurt spiergroepen aan (voeten, benen, buik, schouders) en laat weer los. Dit heet progressieve spierontspanning en kan je zenuwstelsel kalmeren.
  • Let op je kaak: veel mensen klemmen. Breng je tong bewust tegen je gehemelte net achter je voortanden en laat je kaken een beetje zakken.

Op sites als Gezondheidsnet vind je vaak simpele ontspanoefeningen om mee te oefenen.

3. Geef je gedachten een parkeerplek

Als je lichaam niet tot rust komt, is je hoofd meestal óók druk. En die twee voeden elkaar.

  • Leg een schriftje naast je bed.
  • Schrijf een kwartier voor je naar bed gaat alles op wat nog in je hoofd zit: to-do’s, zorgen, ideeën, dingen die je niet mag vergeten.
  • Zeg letterlijk tegen jezelf: dit ligt nu op papier, ik pak het morgen weer op.

Je hersenen hebben soms gewoon een soort “bewijs” nodig dat je het niet vergeet, zodat ze het los durven laten.

4. Hou je verwachtingen wat lager

Klinkt misschien flauw, maar hoe harder je probeert te slapen, hoe moeilijker het wordt. Als je in bed ligt met de gedachte: “Ik móét nu slapen, anders ben ik morgen niks waard”, schiet je stresssysteem direct omhoog.

Probeer het eens anders te benaderen: je doel is niet slapen, je doel is rusten. Slapen mag gebeuren, maar hoeft niet afgedwongen te worden. Alleen al die verschuiving kan je lichaam iets meer ruimte geven.

Wanneer het tijd is om verder onderzoek te vragen

Soms doe je alles “goed” en blijft je lichaam toch onrustig. Dan is het verstandig om nog eens met je huisarts te praten en eventueel doorverwezen te worden.

Denk daar zeker aan als:

  • je benen ‘s avonds of ‘s nachts een bijna onweerstaanbare drang hebben om te bewegen
  • je partner zegt dat je veel schopt, spartelt of stopt met ademen in je slaap
  • je hart vaak heel snel of onregelmatig klopt als je gaat liggen
  • je overdag extreem slaperig bent, ondanks genoeg uren in bed
  • je al weken of maanden niet meer normaal functioneert door slaaptekort

Je kunt je gesprek voorbereiden door bijvoorbeeld de informatie op Thuisarts over slecht slapen door te lezen en je klachten op te schrijven. Hoe concreter jij kunt vertellen wat je ervaart, hoe groter de kans dat je serieus onderzoek krijgt.

Het mentale stuk: je bent niet “zwak” als je lichaam onrustig is

Veel mensen voelen zich mislukt als ze niet gewoon kunnen slapen. “Iedereen kan het, waarom ik niet?” of “Ik stel me vast aan.” Die gedachten helpen natuurlijk niet.

Maar kijk er eens anders naar: je lichaam probeert je eigenlijk iets te vertellen. Het zegt: er is te veel spanning, te weinig herstel, te veel druk. Dat is geen teken van zwakte, dat is een alarmsysteem dat werkt.

Als je een rookmelder hoort, ga je ook niet tegen het apparaat schreeuwen dat hij zich aanstelt. Je gaat kijken waar de rook vandaan komt. Met je lichaam is het precies zo.

Soms is het trouwens ook zinvol om met een psycholoog of slaapcoach te praten, zeker als piekeren, angst of oude stress een grote rol spelen. Op sites als de Hersenstichting vind je meer uitleg over de link tussen hersenen, stress en slaap.

Wat als het niet meteen beter gaat?

Dat is misschien wel de lastigste boodschap: een lichaam dat al langere tijd niet tot rust komt, draait dat niet in drie nachten om. Dat is frustrerend, ik weet het. Maar elke kleine stap telt.

Misschien merk je eerst dat je iets sneller ontspant in bed, al slaap je nog niet eerder. Of dat je overdag net iets minder gespannen bent. Dat zijn allemaal tekenen dat je systeem langzaam aan het bijsturen is.

Probeer jezelf dus niet af te rekenen op één slechte nacht. Kijk liever per week: is er íets dat net wat beter gaat? Een kwartier eerder in slaap, minder lang wakker liggen, minder paniek in bed? Dat zijn de signalen waar je naar mag zoeken.

FAQ over een lichaam dat niet tot rust komt bij het inslapen

1. Hoe weet ik of ik “gewoon gespannen” ben of dat er iets medisch aan de hand is?
Als je vooral onrust voelt op drukke dagen, maar ook weer goede nachten hebt als je vrij bent, speelt spanning waarschijnlijk een grote rol. Blijft je lichaam weken of maanden onrustig, ook als je rustiger aan doet, of heb je rare sensaties in je benen, hartkloppingen of ademstops, dan is het slim om je huisarts te vragen om mee te kijken.

2. Helpt sporten tegen een lichaam dat niet tot rust komt?
Ja, beweging overdag helpt vaak om spanning af te voeren. Maar intensief sporten vlak voor het slapen kan je lijf juist actiever maken. Probeer zware inspanning uiterlijk een paar uur voor bedtijd te plannen en kies ‘s avonds eerder voor rustig wandelen of rekken.

3. Is het normaal dat ik me een beetje “trillerig” voel als ik in bed lig?
Een innerlijk trillerig gevoel komt vaker voor bij mensen die lang onder spanning hebben gestaan of veel koffie, energiedrank of nicotine gebruiken. Het kan onschuldig zijn, maar als je het eng vindt, er hartkloppingen bij hebt of je je echt ziek voelt, laat er dan naar kijken.

4. Moet ik slaapmiddelen nemen als het niet meer gaat?
Slaapmiddelen kunnen in heel zware periodes tijdelijk een noodoplossing zijn, maar lossen de oorzaak van je onrustige lichaam niet op. Ze kunnen ook verslavend werken. Bespreek altijd met je huisarts wat wijs is in jouw situatie en kijk ook naar andere opties, zoals gedragstherapie voor slapeloosheid (CGT-i).

5. Heeft voeding invloed op een lichaam dat niet kan ontspannen?
Zeker. Veel cafeïne, suiker, grote maaltijden laat op de avond en alcohol kunnen je lichaam langer in de actiestand houden. Probeer de laatste 4 tot 6 uur voor het slapen geen cafeïne meer te nemen en eet ‘s avonds liever licht en regelmatig.


Je lichaam dat niet tot rust komt, is geen vijand die je moet verslaan, maar een systeem dat je probeert te beschermen. Hoe irritant het ook voelt als je wakker ligt: het is eigenlijk een signaal. Door stap voor stap te leren hoe jij je eigen “landing” maakt, kun je die innerlijke motor weer leren afschakelen. Niet perfect, niet elke nacht, maar wel steeds vaker.

Explore More Inslapen

Discover more examples and insights in this category.

View All Inslapen