Waarom jij wél wakker bent als de rest nog slaapt (of andersom)
We doen vaak luchtig over “team ochtendmens” en “team avondmens”. Maar achter die grapjes zit een vrij harde biologische realiteit. Je chronotype – jouw natuurlijke voorkeur voor slaap- en waaktijden – wordt voor een groot deel bepaald door je genen én door hoe gevoelig je bent voor licht.
Je kent ze vast:
- De collega die om 8.00 uur al drie taken heeft afgerond en om 21.30 uur gaapt.
- De student die vóór middernacht gewoon niet kan slapen en pas na 10.00 uur een beetje aanspreekbaar is.
Beiden kunnen volledig gezond zijn. Het wordt pas lastig wanneer de omgeving niet aansluit op hun interne klok. En daar wringt het nou juist vaak voor avondmensen.
Wanneer een chronotype een circadiane ritmestoornis wordt
Een voorkeur is één ding. Een stoornis is wat anders. Binnen de circadiane ritmestoornissen vallen onder andere:
- Vertraagde slaapfasesyndroom (Delayed Sleep-Wake Phase Disorder) – typisch “extreem avondmens”
- Vervroegde slaapfasesyndroom (Advanced Sleep-Wake Phase Disorder) – de “overdreven ochtendmens”
Het verschil met een gewone voorkeur? Je kunt je ritme niet of nauwelijks opschuiven, ook niet als je het heel graag wilt en je best doet.
Neem Sara, 19 jaar. Zij ligt standaard pas rond 2.30–3.00 uur in slaap, ook als ze om 7.00 uur op moet. Als ze probeert om 23.00 uur naar bed te gaan, ligt ze uren wakker. In het weekend valt ze wél makkelijk om 3.00 uur in slaap en slaapt ze door tot 11.00 uur. Iedereen noemt haar lui, maar haar lijf draait gewoon op een andere klok. Dit is typisch voor een vertraagde slaapfase.
Aan de andere kant heb je iemand als Henk, 62 jaar. Hij wordt elke ochtend om 4.30 uur wakker, zonder wekker. Om 20.30 uur valt hij op de bank in slaap. Feestjes, avondvergaderingen, theater? Hij trekt het nauwelijks. Dit past bij een vervroegde slaapfase.
Het gaat dus niet om “niet willen”, maar om niet kúnnen op andere tijden slapen, zelfs als de motivatie hoog is.
Hoe je interne klok jouw dag dicteert
Je biologische klok zit grofweg in je hersenen, in de suprachiasmatische nucleus (SCN). Die reageert vooral op licht. Daglicht via je ogen is het sterkste signaal: het vertelt je lijf wanneer het tijd is om wakker te zijn en wanneer om melatonine aan te maken en slaperig te worden.
In een notendop:
- In de ochtend onderdrukt licht de aanmaak van melatonine → je wordt wakkerder.
- In de avond hoort het donker te worden → melatonine stijgt → je wordt slaperig.
Bij avondmensen verschuift deze hele curve naar later. Ze krijgen later een melatoninepiek, worden dus later slaperig en zijn ’s ochtends nog half in “nachtstand” als de wekker gaat. Bij uitgesproken ochtendmensen gebeurt dit alles juist eerder.
En dan komt de maatschappij er nog overheen, met:
- School dat om 8.15 uur begint
- Kantoorbanen van 9 tot 17 uur
- Vroege vergaderingen “om de dag goed te starten”
Voor een uitgesproken avondmens voelt dat eerlijk gezegd alsof je elke dag een soort mini-jetlag hebt.
Lui, ongeorganiseerd of gewoon een avondtype?
Dit is waar het vaak misgaat in de beoordeling. Vooral jongeren en studenten met een avondchronotype krijgen al snel labels als “ongeconcentreerd”, “ongeorganiseerd” of “niet gemotiveerd”.
Neem Jamal, 16 jaar. Hij gamet graag, ja. Maar zelfs als hij om 22.00 uur alle schermen uitzet en keurig in bed ligt, duurt het tot 1.00 uur voordat hij in slaap valt. De volgende dag komt hij te laat, is hij suf in de eerste drie lesuren en haalt hij slechte cijfers. De school ziet een motivatieprobleem. Maar als je zijn ritme in de zomervakantie bekijkt – slapen van 2.00 tot 10.30 uur, energiek, sportief, sociaal – dan zie je iemand die eigenlijk prima functioneert, maar op andere tijden.
Het risico: avondmensen gaan zichzelf zien als “falen” in een ochtendgerichte wereld. Dat is niet alleen frustrerend, maar vergroot ook de kans op:
- Chronisch slaaptekort
- Somberheid en angstklachten
- Middelengebruik (cafeïne, energydrinks, soms alcohol of kalmerende middelen om te kunnen slapen)
Niet omdat ze zwak zijn, maar omdat ze voortdurend tegen hun eigen biologie in proberen te leven.
Wanneer moet je aan een stoornis denken?
Je hoeft niet meteen naar een slaapkliniek als je liever laat naar bed gaat. Maar er zijn een paar signalen die erop wijzen dat je chronotype mogelijk in de categorie circadiane ritmestoornis valt:
- Je valt structureel pas heel laat in slaap (bijvoorbeeld na 2.00 uur), óók als je eerder naar bed gaat en alle schermen uit zijn.
- Je hebt grote moeite om wakker te worden op “normale” tijden, zelfs met meerdere wekkers.
- In het weekend of tijdens vakantie slaap je vanzelf veel later en voel je je dan wél uitgeslapen en functioneel.
- Pogingen om je ritme te vervroegen (vroeger naar bed, geen cafeïne, schermbeperking) werken nauwelijks.
- Je loopt vast op school, werk of sociaal omdat je ritme niet matcht met de eisen.
Herken je jezelf hierin, dan is het geen gek idee om eens verder te lezen op bijvoorbeeld Thuisarts of een huisarts te spreken. Niet om je “normaal” te maken, maar om te kijken hoe je de schade beperkt.
De harde cijfers: jongeren zijn vaker avondmensen
Onder tieners en jongvolwassenen zie je veel vaker een laat chronotype. Dat is niet alleen omdat ze tot laat op TikTok zitten; hun biologie schuift in de puberteit echt naar later. Onderzoek (ook in Europa) laat zien dat middelbare scholieren gemiddeld te weinig slaap krijgen, mede door vroege schooltijden.
In Nederland waarschuwen instanties als het RIVM en de Hersenstichting al langer dat structureel slaaptekort bij jongeren leidt tot:
- Concentratieproblemen
- Meer ongelukken in het verkeer
- Slechtere schoolprestaties
- Meer psychische klachten
En ja, dat treft avondmensen dus extra hard.
Waarom artsen dit vaak missen
In de spreekkamer klinkt het vaak zo:
“Ik kan gewoon niet slapen, dokter.”
De huisarts hoort: slapeloosheid. Maar bij een avondchronotype of een vertraagde slaapfase is het probleem niet zozeer niet kúnnen slapen, maar op het verkeerde tijdstip moeten slapen.
Als je iemand met een avondklok slaappillen geeft om 22.00 uur in slaap te vallen, los je de onderliggende timing niet op. Je drukt het systeem als het ware plat, met alle bijwerkingen van dien.
Artsen en psychologen vragen helaas nog lang niet altijd door naar:
- Hoe laat je in het weekend of tijdens vakantie slaapt
- Hoe het gaat als je je eigen ritme mag volgen
- Of je klachten vooral ’s ochtends of juist ’s avonds het ergst zijn
Daardoor blijft een circadiane ritmestoornis makkelijk onder de radar. Terwijl gerichte behandeling (zoals lichttherapie en timing van gedrag) vaak veel beter past.
Wat kun je doen als avondmens in een ochtendwereld?
Laten we eerlijk zijn: je verandert je genen niet. Maar je kunt wél spelen met licht, gedrag en structuur om het leven iets minder strijd te maken.
Licht is je krachtigste gereedschap
Voor avondmensen die iets eerder willen functioneren:
- Zorg voor fel licht in de ochtend. Gordijnen open zodra je wakker wordt, eventueel een daglichtlamp (bespreek dit bij voorkeur met een arts of slaapdeskundige).
- Vermijd fel licht in de late avond, vooral blauw licht van schermen. Niet alleen “night mode”, maar ook helderheid omlaag en op tijd stoppen.
Voor uitgesproken ochtendmensen die ’s avonds wat langer wakker willen blijven (bijvoorbeeld voor sociale activiteiten):
- Stel fel ochtendlicht iets uit (niet direct met volle bak licht uit bed).
- Zorg juist in de vroege avond nog voor wat meer licht, maar bouw daarna af.
Structuur die bij je klok past (zover het kan)
Je hebt niet overal invloed op, maar vaak meer dan je denkt.
Een avondmens kan bijvoorbeeld:
- Kijken of werk- of studietijden deels flexibel zijn (thuiswerken, later beginnen, avondcolleges).
- Zware cognitieve taken zoveel mogelijk plannen op de latere ochtend of middag.
- Sporten liever aan het eind van de middag dan laat in de avond, omdat intensief sporten vlak voor bed de boel nog verder naar achteren kan schuiven.
Een ochtendmens kan:
- Belangrijke taken juist vroeg inplannen en ’s middags meer routinewerk doen.
- Niet te vroeg naar bed gaan “om maar veel te slapen”, want dan lig je soms juist wakker in bed.
Wanneer hulp zoeken echt zin heeft
Je hoeft geen held te spelen. Als je merkt dat je ritme je leven echt belemmert, is professionele hulp logisch, geen zwaktebod.
Denk aan situaties waarin:
- Je studie of baan op de tocht staat door te laat komen of slechte prestaties.
- Je stemming duidelijk slechter wordt door chronisch slaaptekort.
- Je begint te grijpen naar slaapmiddelen, alcohol of steeds hogere doses cafeïne om de dag door te komen.
Een slaapcentrum of gespecialiseerde poli (vaak bij een ziekenhuis) kan dan onderzoek doen naar je slaap-waakpatroon. Soms krijg je een actigrafie-meting (een soort horloge dat je activiteit en slaap registreert) en een slaapdagboek. Op basis daarvan kan men beoordelen of er sprake is van een circadiane ritmestoornis.
Op Nederlandse sites zoals Slaapinstituut.nl en Gezondheidsnet vind je meer uitleg over slaapproblemen en mogelijke behandelingen.
Chronotype en gezondheid: maakt het uit welke je bent?
Of je ochtend- of avondmens bent, zegt op zichzelf niet of je “gezond” bent. Het gaat erom of jouw leefstijl en omgeving passen bij je klok.
Toch laten studies wel zien dat uitgesproken avondmensen gemiddeld wat meer risico hebben op:
- Overgewicht
- Hoge bloeddruk
- Somberheid
Maar daar zit een belangrijke nuance: veel van dat risico lijkt te komen door chronische mismatch met de maatschappij (weinig slaap, onregelmatig eten, meer late snacks), niet door het avondtype zelf. Als een avondmens zijn of haar leven redelijk kan inrichten naar het eigen ritme, verdwijnen veel van die verschillen.
Kortom: je chronotype is niet het probleem. De botsing met een rigide 9-tot-5-systeem vaak wel.
Ochtendmens + avondmens in één huis: hoe overleef je dat?
Nog een praktijkprobleem: relaties. De één wil om 22.30 uur naar bed, de ander vindt 0.30 uur “een mooie tijd”. De één wil vroeg ontbijten, de ander wil eerst koffie en stilte.
In zo’n situatie helpt het om het niet te framen als “jij bent saai” of “jij bent lui”, maar als verschillende biologische ritmes. Dan kun je veel rationeler zoeken naar oplossingen:
- Af en toe “splitsen” met bedtijd, zonder dat dat iets zegt over de relatie.
- Weekendritme zoeken waar je elkaar iets meer in het midden ontmoet.
- Belangrijke gesprekken plannen op een tijd dat je beiden min of meer wakker bent (klinkt flauw, maar scheelt echt ruzies).
Het klinkt misschien zakelijk, maar het is eigenlijk gewoon realistisch rekening houden met elkaars hardware.
Veelgestelde vragen over ochtend- en avondmensen
1. Kan ik mezelf trainen van avondmens naar ochtendmens?
Je kunt je ritme een beetje verschuiven met licht, vaste tijden en gedrag, maar je wordt zelden een totaal ander type. Zie het als een elastiek: je kunt eraan trekken, maar er zit een grens aan. Het doel is meestal niet “ochtendmens worden”, maar een ritme vinden dat werkbaar is.
2. Is een ochtendmens gezonder dan een avondmens?
Niet per definitie. Ochtendmensen passen toevallig beter in het standaardritme van de maatschappij. Daardoor krijgen ze gemiddeld makkelijker voldoende slaap. Als een avondmens voldoende slaap krijgt en een redelijk stabiel ritme heeft, is dat niet “ongezonder”.
3. Mijn tiener is altijd laat wakker, moet ik me zorgen maken?
Niet meteen. Tijdens de puberteit verschuift het ritme normaal gesproken naar later. Wordt je kind echter structureel pas heel laat (na 2.00 uur) slaperig, is hij of zij ’s ochtends nauwelijks wakker te krijgen en loopt school echt vast, dan is het zinvol om met de huisarts te overleggen over een mogelijke vertraagde slaapfase.
4. Helpt melatonine bij avondmensen?
Melatonine kan in sommige gevallen helpen om de slaapfase iets te vervroegen, maar de timing en dosering zijn heel precies werk. Zelf experimenteren met hoge doses van de drogist is meestal geen goed idee. Bespreek dit liever met een arts of slaapdeskundige.
5. Hoe weet ik zeker of ik een circadiane ritmestoornis heb?
Dat kun je zelf niet met 100% zekerheid bepalen. Een arts of slaapcentrum kan met een slaapdagboek, vragenlijsten en eventueel een actigrafie-meting beoordelen of er sprake is van een stoornis. Als je ritme je functioneren aantoonbaar belemmert, is het de moeite waard om dat traject in te gaan.
Je hoeft je dus niet schuldig te voelen als jij ’s avonds pas op gang komt of juist om 21.00 uur al met moeite je ogen openhoudt. Je bent niet zwak, je bent geprogrammeerd. De kunst is om – binnen de grenzen van werk, school en gezin – je leven zó in te richten dat je niet elke dag tegen je eigen biologie in hoeft te vechten. En als dat niet lukt? Dan is hulp zoeken geen luxe, maar gewoon verstandig.
Related Topics
Als je werk je slaap sloopt: ploegendienst slaapstoornis uitgekleed
Wat is Non-24 Slaap-Waak Stoornis?
Lichttherapie voor Ritmestoornissen: Effectieve Strategieën
Jetlag Stoornis: Oorzaken, Symptomen en Oplossingen
Blind Zijn en Slaap-Waak Ritme: Een Diepgaande Analyse
Onregelmatig Slaap-Waak Ritme: Wat je Moet Weten
Explore More Circadiane Ritmestoornissen
Discover more examples and insights in this category.
View All Circadiane Ritmestoornissen