Waarom obstructieve slaapapneu veel gevaarlijker is dan je denkt

Stel je voor: je partner ligt naast je te slapen en ineens stopt het. Geen ademhaling, geen gesnurk, alleen een paar seconden doodse stilte. Net op het moment dat je je afvraagt of je moet ingrijpen, komt er een harde snurk, een soort hijgende zucht, en alles gaat weer verder alsof er niets gebeurd is. Tot de volgende pauze. En de volgende. Dit is geen zeldzame nachtmerrie, dit is voor duizenden Nederlanders en Belgen de dagelijkse realiteit van obstructieve slaapapneu. En het gekke is: veel mensen hebben geen idee dat ze het hebben. Ze voelen zich overdag moe, prikkelbaar, hebben hoofdpijn of concentratieproblemen, maar koppelen dat niet aan hun nachtrust. Of beter gezegd: aan het gebrek daaraan. In deze gids duiken we in wat er nou eigenlijk gebeurt bij obstructieve slaapapneu, waarom artsen het best wel vaak missen, en hoe je zelf kunt herkennen of dit speelt bij jou of iemand in je omgeving. Geen paniekverhaal, wel een eerlijke blik op een aandoening die veel meer invloed heeft op je lichaam dan alleen een slechte nachtrust.
Written by
Jamie
Published
Updated

Hoe ziet een nacht met obstructieve slaapapneu er écht uit?

Obstructieve slaapapneu (OSA) klinkt technisch, maar in de praktijk draait het om iets heel basaals: je keel klapt steeds een beetje dicht terwijl je slaapt. Niet één keer, maar soms tientallen tot wel honderd keer per uur. Elke keer stokt je ademhaling even, daalt het zuurstofgehalte in je bloed en schrikt je lichaam wakker, vaak zonder dat jij je dat de volgende ochtend herinnert.

Neem Karin, 48 jaar, kantoorwerk, geen extreme klachten als je haar zo hoort. Ze zegt: “Ik slaap acht uur per nacht, maar ik word wakker alsof ik een nachtdienst in de bouw heb gedraaid.” Haar partner klaagt over haar gesnurk, maar ja, snurken… dat doet toch iedereen een beetje? Pas als hij haar een keer filmt, ziet ze het zelf: lange pauzes zonder ademhaling, gevolgd door een snokkende hap lucht. Dat is obstructieve slaapapneu in actie.

Het opvallende: de meeste mensen met OSA denken dat ze slapen. Maar fysiologisch gezien bestaat hun nacht uit honderden micro-onderbrekingen. Die zie je niet terug op je wekker, maar wel in je bloeddruk, je hart, je hersenen en je humeur.

Waarom artsen dit vaak missen

Je zou denken: zoiets valt toch meteen op? Nou ja, in theorie wel, in de praktijk niet.

Huisartsen zien vooral de klachten overdag:

  • extreme vermoeidheid
  • ochtendhoofdpijn
  • concentratieproblemen
  • prikkelbaarheid of somberheid
  • vergeetachtigheid

En laat dat nou precies klachten zijn die ook passen bij stress, depressie, overgangsklachten, burn-out of gewoon “druk leven”. Als er niemand is die vertelt dat jij ‘s nachts raar ademt, blijft de link met slaapapneu makkelijk onder de radar.

Bovendien schamen mensen zich best wel vaak voor snurken. Dus dat melden ze niet spontaan. Terwijl dat gesnurk, gecombineerd met adempauzes, eigenlijk het belangrijkste signaal is.

Artsen letten gelukkig steeds beter op risicoprofielen. Denk aan mensen met:

  • overgewicht, vooral rond de nek en buik
  • een brede nekomtrek
  • hoge bloeddruk die lastig onder controle komt
  • diabetes type 2
  • hart- en vaatziekten op relatief jonge leeftijd

Als je jezelf hierin herkent én je bent overdag doodmoe, dan is het de moeite waard om slaapapneu expliciet ter sprake te brengen bij je huisarts.

Het probleem zit niet in je longen, maar in je keel

Even technisch, maar zonder het saai te maken. Bij obstructieve slaapapneu is er niets mis met je longen en meestal ook niet met je ademprikkel in de hersenen. Het probleem zit in de bovenste luchtweg: je keel.

Tijdens de slaap ontspannen je spieren. Ook die in je keel. Bij sommige mensen wordt die ruimte dan zó smal dat hij gedeeltelijk of helemaal dichtvalt. Dat kan komen door:

  • een relatief nauwe keel anatomisch gezien
  • grote amandelen of een dikke tong
  • vetophoping rondom de keel bij overgewicht
  • slapen op de rug, waardoor alles net iets meer naar achteren zakt
  • gebruik van alcohol of slaapmiddelen, die de spierkracht verminderen

Bij een gedeeltelijke afsluiting ontstaat luid, onregelmatig snurken. Bij een volledige afsluiting stopt de ademhaling even. Dat noemen we een apneu. Als de ademhaling niet helemaal stopt, maar wel flink afneemt, heet dat een hypopneu. Voor je lichaam maakt het verschil weinig uit: de zuurstof daalt, de stressrespons gaat aan.

Wat je lichaam ‘s nachts stiekem uitvreet

Je ligt ogenschijnlijk rustig te slapen, maar van binnen is het oorlog. Elke keer dat je keel dichtklapt, gebeurt er een heel rijtje dingen:

  • je zuurstofgehalte in het bloed daalt
  • je hersenen slaan alarm: wakker worden, nu
  • je hartslag schiet omhoog
  • je bloeddruk stijgt
  • je lichaam maakt stresshormonen aan

Je wordt vaak net niet volledig wakker. Je draait je om, haalt een diepe adem en slaapt “verder”. Alleen: je diepe, herstellende slaap raakt compleet versnipperd.

Na jaren zo slapen zie je dat terug in je gezondheid. Mensen met onbehandelde obstructieve slaapapneu hebben een verhoogd risico op:

  • hoge bloeddruk
  • hartritmestoornissen
  • hartinfarct en beroerte
  • diabetes type 2 of slechtere regulatie daarvan
  • gewichtstoename (ja, het werkt ook andersom)

En dan hebben we het nog niet eens over de impact op relaties, werk en verkeersveiligheid.

“Maar ik snurk alleen, dat valt toch wel mee?”

Snurken op zich is niet automatisch slaapapneu. Maar hard, onregelmatig snurken met pauzes ertussen, dát is verdacht. Vooral als je partner zegt dat het lijkt alsof je soms even “wegvalt” met je adem.

Kenmerkende signalen die vaak samen voorkomen:

  • luid, onregelmatig snurken
  • ademstops die door een ander worden gezien
  • verstikkingsgevoel of wakker schrikken met een snok
  • vaak naar de wc ‘s nachts, zonder duidelijke oorzaak
  • wakker worden met een droge mond of zere keel

Overdag zie je dan:

  • in slaap vallen op de bank, in de trein, soms zelfs achter het stuur
  • moeite om je ogen open te houden in vergaderingen
  • kort lontje, snel geïrriteerd
  • geheugen dat je in de steek laat bij simpele dingen

Neem Mark, 42, vrachtwagenchauffeur. Hij dacht dat hij gewoon “een slechte slaper” was. Tot hij op een parkeerplaats bijna in slaap viel achter het stuur. Zijn werkgever verplichtte hem een onderzoek te laten doen. Diagnose: ernstige obstructieve slaapapneu, met meer dan 40 ademstops per uur. Dat is dus bijna elke anderhalve minuut.

Waarom gewicht en leeftijd niet het hele verhaal zijn

De klassieke patiënt met obstructieve slaapapneu is een wat zwaardere man van middelbare leeftijd die hard snurkt. Die bestaat absoluut. Maar het plaatje is breder.

Ook slanke mensen kunnen OSA hebben, bijvoorbeeld door een nauwe kaakstand, grote amandelen of een afwijkende bouw van de keel. Vrouwen worden vaker over het hoofd gezien, omdat hun klachten soms subtieler zijn en minder luid snurken. Bij hen valt het soms pas op na de overgang, als de hormoonhuishouding verandert.

Kinderen kunnen trouwens ook obstructieve slaapapneu hebben, vaak door vergrote keel- en neusamandelen. Bij hen zie je eerder druk gedrag, leerproblemen en groei-achterstand dan “gewoon” slaperigheid.

Kortom: ja, overgewicht is een grote risicofactor. Maar nee, het is niet de enige. Als je jezelf niet herkent in het standaardplaatje, betekent dat nog niet dat OSA geen rol kan spelen.

Zo wordt obstructieve slaapapneu onderzocht

De diagnose wordt niet gesteld op basis van een gesprek alleen. Daarvoor is een slaaponderzoek nodig. Dat kan in een slaapcentrum of soms deels thuis gebeuren.

Een arts of gespecialiseerd verpleegkundige kijkt naar:

  • je klachten overdag
  • signalen ‘s nachts (snurken, ademstops, onrustig slapen)
  • risicofactoren zoals BMI, nekomtrek, bloeddruk, andere ziekten

Vervolgens krijg je een slaapregistratie. Dat kan variëren van een relatief eenvoudige thuismeting tot een volledige polysomnografie in een slaaplab. Daarbij worden onder meer je ademhaling, zuurstofgehalte, hartslag, slaapposities en soms ook hersenactiviteit gemeten.

Op basis daarvan wordt berekend hoeveel apneus en hypopneus je gemiddeld per uur hebt: de apneu-hypopneu index (AHI). Grofweg wordt dan ingedeeld in mild, matig of ernstig. Maar eerlijk is eerlijk: hoe jij je voelt, weegt minstens zo zwaar als alleen dat getal.

Behandeling: het gaat verder dan “even een apparaatje”

Veel mensen denken bij slaapapneu meteen aan een CPAP-apparaat: zo’n masker met een slangetje. En ja, dat is vaak de hoeksteen van de behandeling. Maar het plaatje is groter.

Mogelijke aanpakken zijn onder andere:

  • Leefstijl en gewicht: afvallen kan de ernst van OSA flink verminderen. Niet altijd genoeg om het helemaal weg te nemen, maar elke kilo minder rond je nek helpt letterlijk om meer lucht te krijgen.
  • Slaaphouding: sommige mensen hebben vooral apneus als ze op hun rug liggen. Dan kunnen hulpmiddelen of training om meer op de zij te slapen al verschil maken.
  • MRA-beugel: een op maat gemaakte beugel die je onderkaak ‘s nachts iets naar voren duwt. Daardoor blijft de keel ruimer. Vooral geschikt bij mild tot matig OSA en bij mensen die CPAP niet verdragen.
  • CPAP-therapie: een apparaat dat via een masker lucht onder lichte druk in je keel blaast, zodat die niet dichtvalt. Klinkt oncomfortabel, maar veel mensen zeggen na een paar weken wennen: “Ik wil nooit meer zonder slapen.”
  • Operaties: bij specifieke anatomische problemen, zoals zeer vergrote amandelen of ernstige kaakafwijkingen, kan een operatie overwogen worden. Dat is maatwerk en lang niet voor iedereen de beste optie.

Belangrijk: behandeling is geen straf, het is een investering in hoe je je elke dag voelt. Mensen die goed ingesteld raken, zeggen vaak dat ze pas dán merken hoe moe ze al die jaren eigenlijk waren.

De impact op je relatie (waar niemand het over wil hebben)

Slaapapneu is niet alleen een medisch verhaal, het is ook een relationeel mijnenveld. Partners slapen soms al jaren in aparte kamers “omdat hij zo snurkt”. Romantisch is anders.

Daarnaast kan chronische vermoeidheid je humeur aardig verpesten. Minder geduld met de kinderen, minder zin in sociale dingen, minder libido. En dan hebben we het nog niet over de zorgen van de partner die ‘s nachts letterlijk ligt te luisteren of jij nog wel ademt.

Het goede nieuws: als er eenmaal een diagnose is en een behandeling gestart wordt, zie je vaak dat niet alleen de patiënt maar ook de partner beter gaat slapen. En dat maakt samenleven een stuk aangenamer.

Wanneer moet je hier echt iets mee gaan doen?

Twijfel je of dit bij jou speelt? Een paar situaties waarin je niet te lang moet wachten:

  • je valt overdag regelmatig bijna in slaap op momenten dat dat gevaarlijk of ongepast is
  • je partner meldt duidelijke ademstops of verstikkingsgeluiden ‘s nachts
  • je hebt al jaren onverklaarbare vermoeidheid, ondanks “genoeg” slapen
  • je hebt hoge bloeddruk of hartproblemen zonder duidelijke oorzaak

Je hoeft niet zelf te bedenken welke test je nodig hebt. Begin bij de huisarts. Noem expliciet het woord “slaapapneu” en vertel wat er ‘s nachts gebeurt, eventueel met een geluidsopname of filmpje op je telefoon. Ja, dat is confronterend, maar het helpt enorm.

Betrouwbare informatie en hulp in Nederland en België

Wil je je alvast verder inlezen of checken of jouw klachten passen bij slaapapneu, dan zijn dit goede startpunten:

Veelgestelde vragen over obstructieve slaapapneu

Is obstructieve slaapapneu gevaarlijk?

Ja, op de lange termijn zeker. Niet omdat je ‘s nachts ineens zomaar stopt met ademen en overlijdt, maar omdat de voortdurende stress voor hart en bloedvaten je risico op hoge bloeddruk, hartritmestoornissen, hartinfarct en beroerte verhoogt. Daarnaast vergroot slaperigheid overdag de kans op ongelukken in het verkeer en op het werk.

Kan obstructieve slaapapneu vanzelf overgaan?

Zonder verandering gebeurt dat zelden. Als overgewicht een grote rol speelt, kan fors en blijvend afvallen de klachten verminderen of soms zelfs doen verdwijnen. Maar vaak blijft er dan nog wel iets van OSA over. Daarom is het verstandig om niet alleen zelf te experimenteren, maar ook een arts mee te laten kijken.

Heb ik voor een slaaponderzoek altijd een nacht in het ziekenhuis nodig?

Niet altijd. Er zijn thuismetingen waarbij je met sensoren en een klein kastje bij je eigen bed slaapt. Bij ingewikkelde of twijfelgevallen, of als er ook andere slaapstoornissen worden vermoed, kan een nacht in een slaapcentrum met uitgebreidere registratie nodig zijn. Dat wordt samen met de specialist bepaald.

Is een CPAP-apparaat niet vreselijk onhandig?

De eerste weken zijn vaak wennen, dat is eerlijk. Een masker, een slang, geluid, het voelt allemaal nogal technisch in je bed. Maar de meeste mensen die het volhouden, merken na een tijdje zo’n duidelijke verbetering in energie en helderheid overdag dat ze het apparaat niet meer willen missen. Er zijn bovendien verschillende soorten maskers, waardoor er vaak wel iets te vinden is dat past.

Kan ik blijven autorijden als ik slaapapneu heb?

Dat hangt af van de ernst van je klachten en of je behandeld wordt. Ernstige slaperigheid overdag kan betekenen dat je tijdelijk niet mag rijden, zeker bij beroepschauffeurs. Zodra de behandeling goed werkt en je alertheid verbetert, kan dat meestal weer. Bespreek dit altijd met je arts; die kent de regels en kan beoordelen wat veilig is.

Explore More Slaapapneu

Discover more examples and insights in this category.

View All Slaapapneu